Placeholder

Tessa zocht haar biologische moeder en vond 5 zussen

De Peruaanse Tessa (37) groeide in Nederland op in een liefdevol adoptiegezin. Wanneer ze op haar 35ste haar biologische moeder zoekt, vindt ze maar liefst vijf zussen. Een van hen is Mariska (39).

De Peruaanse Tessa (37) groeide in Nederland op in een liefdevol adoptiegezin. Wanneer ze op haar 35ste haar biologische moeder zoekt, vindt ze maar liefst vijf zussen. Een van hen is Mariska (39). “Al die jaren had ik al een zus in Nederland!”

Tessa (links op de foto): “Begin november ben ik uitgerekend van mijn derde kind. Ik heb de foto’s van de twintigwekenecho trots laten zien aan mijn Nederlandse adoptievader, en aan mijn biologische moeder en zussen in Peru. Zij waren heel blij voor me. Ik vind het geweldig dat ik de komst van mijn derde kind ook met hen kan delen, want twee jaar geleden wist ik nog niet eens van hun bestaan.

Ik ben geboren in Peru en als baby van twee weken geadopteerd door Sonja en Ton, een Nederlands echtpaar. Ik groeide op met een meisje uit Colombia, dat twee jaar ouder is en ook geadopteerd was, en op mijn vierde kwam er nog een jongen bij uit Haïti. Met z’n vijven vormden we een hecht, liefdevol gezin.

Sonja en Ton, die wij als onze ouders zien, waren heel open over onze adopties. ‘Jullie komen niet uit mijn buik, maar uit het vliegtuig’, zei Sonja. Als kind hield ik me daar niet zo mee bezig, maar in mijn puberteit ging ik wel nadenken over mijn afkomst. Ik vroeg mijn ouders over hun reis naar Peru, en ze lieten mijn adoptiepapieren zien. Daarin stond dat mijn biologische vader al tijdens de zwangerschap van mijn moeder uit beeld was verdwenen. Over hem was dus niets bekend, maar over mijn biologische moeder wel. In de papieren stond haar naam, Luisa Fernandez, dat ze in een fabriek werkte en dat ik een halfbroer had. Mijn adoptieouders hadden geen foto van haar en ze hadden haar ook nooit ontmoet. Ik was nieuwsgierig: lijk ik qua uiterlijk op haar? En mijn temperamentvolle karakter, heb ik dat van haar?”

Op zoek
“Toen ik op mijn tweeëntwintigste moeder werd van Joaz (nu 15), kwamen er meer vragen. Ik kon me niet voorstellen dat ik mijn kind ooit zou kunnen afstaan en dacht: hoe moeilijk moet dat wel niet zijn geweest voor Luisa? En had ze mij vrijwillig afgestaan of kon ze niet anders? Ik voelde dat ik in de toekomst misschien wel naar haar op zoek wilde gaan. Een paar jaar later kreeg ik nog een kind, dochter Jadé (nu 9). Ik was druk met mijn gezin en er nog niet klaar voor om de zoektocht naar mijn moeder te starten. Die gedachte werd pas concreet toen in 2014 mijn adoptiemoeder Sonja overleed. Met het verlies van mijn ene moeder, werd het tijd om de zoektocht naar mijn biologische moeder te starten – zo voelde het.

Mijn vader Ton stond volledig achter me. Ik ging op internet zoeken met de beknopte informatie die ik over Luisa had. In de eerste plaats begon ik die zoektocht voor mezelf, maar ik vond het ook belangrijk dat ik mijn kinderen meer zou kunnen vertellen over hun afkomst. Het idee dat zij misschien nog een oma hadden aan de andere kant van de wereld, vonden ze heel spannend.”

Dezelfde oren en neus
“Helaas leverde mijn zoektocht niets op. Daarom heb ik in januari 2016 contact gezocht met het tv-programma Spoorloos. In oktober kreeg ik een telefoontje: ze hadden iemand gevonden. Ze vertelden me niet wie, maar vroegen of ik naar Callao wilde reizen, de havenstad dicht bij Lima waar ik ben geboren. Twee weken later zat ik nerveus in het vliegtuig. Wie zou ik gaan zien: mijn moeder of mijn halfbroer? Of misschien een neef of nicht? Een dag na aankomst kreeg ik video-opnames te zien die het team van Spoorloos, dat al eerder was vertrokken, had gemaakt. Eerst zag ik beelden van een vervallen huis en daarna een kleine vrouw. Ze had dezelfde oren en neus als ik: dit was overduidelijk mijn moeder! De tranen sprongen in mijn ogen. Na 35 jaar wist ik eindelijk wie ze was en hoe ze eruitzag. Ze vertelde dat ze er enorm naar uitkeek om me te ontmoeten.

De volgende dag zocht ik haar op. Ze woonde bij een jongere vrouw, die voor haar zorgde. Dat bleek een andere dochter van haar te zijn en mijn halfzus: Milagros. Mijn moeder gaf me een knuffel en zei ontroerd: ‘Mijn meisje! Ik ben je moeder.’ Ik voelde een brok in mijn keel. Wat was het geweldig om haar vast te houden! Ook mijn halfzus Milagros gaf ik een knuffel. Daarna genoten we van het moment met elkaar en aten we taart, want mijn moeder was die dag jarig. Via een tolk vertelde ze dat ik na mijn geboorte ben meegenomen, maar ze wist niet door wie. Ze zei dat het haar veel verdriet heeft gedaan.
Ik vond het een opluchting om te horen dat ze niet vrijwillig afstand van me heeft gedaan en ik had enorm met haar te doen.”

Vijf zussen!
“De dagen daarna bezocht ik mijn moeder nog een paar keer. Samen met Milagros gingen we naar de markt en wandelden we langs het strand. Toen kwamen er meer verhalen: mijn moeder vertelde dat ze altijd hard heeft gewerkt in een fabriek en in de schoonmaakbranche, maar dat ze door een oogziekte moest stoppen. Ze kon ook niet meer dansen, terwijl ze daar zo van hield. Die liefde voor dansen heb ik dus van haar.
Ook kwam ik erachter dat mijn halfbroer, die in mijn adoptiepapieren staat genoemd, een paar jaar geleden is overleden. En dat mijn moeder nóg vier dochters heeft: Maria, Rosa, Mariska en Daisy. Ik had dus niet alleen mijn moeder gevonden, maar bleek ook nog eens vijf zussen te hebben!”

Lees het hele verhaal deze week in Vriendin