Placeholder

Soof de musical-actrice Maike Boerdam over haar rol: ‘Wat Soof meemaakt is zo lekker herkenbaar’

In woonmaand oktober vertelt musicalactrice Maike Boerdam (42) over hoe ze opgroeide in het Zeeuwse Sluis, en over Soof de Musical, waarin zij de hoofdrol speelt. “Zo herkenbaar: dat je je best doet, maar dat dingen toch anders uitpakken dan je wilt.”

In woonmaand oktober vertelt musicalactrice Maike Boerdam (42) over hoe ze opgroeide in het Zeeuwse Sluis, en over Soof de Musical, waarin zij de hoofdrol speelt. “Zo herkenbaar: dat je je best doet, maar dat dingen toch anders uitpakken dan je wilt.”

Je hebt van die dagen die nét niet helemaal goed gaan. Ik neem de verkeerde afslag naar het huis van actrice Maike Boerdam, die de hoofdrol heeft in de Soof de Musical. Als ik eenmaal weer op de goede weg zit, kan ik Maikes huis niet meteen vinden. Ik stap de auto uit om iemand de weg te vragen die net haar hond uitlaat, maar het beest springt met zijn modderpoten tegen mij op. Het resultaat: vier zwarte strepen op mijn vers gestreken witte bloes. Dus ik voel me eigenlijk net Soof als ik tien minuten te laat bij Maike aanbel. Gelukkig moet ze lachen. Dat soort dagen heeft ze zelf ook weleens. 

Herken jij je dan in Soof?
“Nou, dat je net je blouse hebt staan strijken en dat er dan een hond met zijn vieze poten tegen je aan knalt, dat had mij ook kunnen overkomen, ja. En dat is ook typisch voor Soof. Ik vond dat wel leuk van de film: die sloeg zo aan, omdat de situaties zo herkenbaar zijn voor veel mensen. Dat je je best doet, maar dat dingen toch anders uitpakken dan je wilt. Elke ochtend maak ik een broodtrommeltje met gezonde broodjes voor mijn zoon Luca (10), maar het gebeurt weleens dat ik die broodjes ’s middags weer in zijn broodtrommeltje vind. Ja zeg, denk ik dan, heb ik daarvoor bij de supermarkt al die verse dingen gehaald? We proberen allemaal om alle ballen in de lucht te houden: je wilt er zijn voor je kind, je wilt een beetje leuk werk hebben en dan wil je er ook nog eens een beetje sexy uit blijven zien. Niet dat iemand dat van je eist, maar dat wil je dan zelf.” 

En wil jij dat ook, sexy zijn?
“Ja, maar dat mislukt ook weleens. Dat ik een verleidelijke pose probeer aan te nemen in zo’n sexy pakje, maar dat ik dan nét mijn jarretelkousen kapot trek. Of gewoon: dat die verleidelijke pose er niet eens van komt, omdat we de volgende dag weer vroeg ons bed uit moeten.” 

Soofs huwelijk staat onder spanning, zelf heb je een samengesteld gezin.
“Ja, ik ben een gescheiden moeder, ik ben al een fase verder dan zij. Ik woon samen met mijn vriend Goof, mijn zoon is de meeste tijd gezellig hier. Goofs kinderen zijn al volwassen en met hen is het contact heel goed. Ik kan het trouwens ook nog steeds goed vinden met Luca’s vader, we gaan zelfs weleens met z’n allen op vakantie. We hebben dus een patchworkfamilie, zoals dat heet, maar we zijn met die gezamenlijke vakanties niet zo standaard, denk ik. Wat Soof en ik ook gemeen hebben: dat het hier in huis nogal chaotisch kan zijn. Zeker nu we midden in een verbouwing zitten, maar het is sowieso bij mij nooit spic en span. Dat zou ik wel willen, hoor. Maar dat lukt gewoon heel vaak niet, omdat er nog honderdduizend andere dingen te doen zijn. Als ik moet kiezen tussen een dagje met mijn kind in de speeltuin zitten of thuis opruimen en schoonmaken, wordt het toch de speeltuin. Dat opruimen komt wel weer, denk ik dan.” 

Is dat bij jou anders dan vroeger thuis bij je ouders?
“Heel anders. Bij ons kon je vroeger van de vloer eten. Mijn moeder heeft wel geprobeerd om mij te leren poetsen, hoor. Maandag was haar schoonmaakdag en ik moest vroeger – ik was enig kind – in de zomervakantie altijd de badkamer poetsen. En dan echt met een kwastje in alle hoekjes en gaatjes, hè. Na afloop controleerde ze of ik het goed had gedaan. Als kind vond ik dat natuurlijk niet leuk. Misschien is daar mijn aversie voor schoonmaken ontstaan, haha. Mijn moeder maakte een of twee keer per jaar het hele huis grondig schoon. Dan zette ze alles in de boenwas: de eikenhouten vloer, alle kasten en de leuning van de bank. Alles moest dan een dag in de was blijven staan en daarna ging ze alles oppoetsen. Dan kan het dus zijn dat alles er na veertig jaar huwelijk nog steeds spic en span uitziet. Ik groeide op in zo’n vijftigerjarendoorzonwoning en alles in het huis van mijn ouders is nog precies hetzelfde als veertig jaar geleden. De vloer, het ameublement, de grijze stoel en zelfs het bankstel is nog dezelfde als toen ze net getrouwd waren. Alleen de kussens zijn een keer opnieuw bekleed. Echt Zeeuws, hè. Lekker zuinig. Al was het natuurlijk ook een andere tijd. Er was nog geen Ikea, er wordt nu veel meer weggegooid. Je kunt je nu waarschijnlijk niet meer voorstellen dat je veertig jaar met je spullen doet. Mensen hebben nu hooguit één oud kastje. En dat heet dan meteen antiek.” 

Je groeide op in Sluis. Een bourgondische stad op de grens van België en Zeeuws-Vlaanderen, las ik op de VVV-pagina. Wat merkte je van dat bourgondische?
“Best veel. Sluis is een piepklein stadje met drieduizend inwoners, maar er zitten wel 27 restaurants. Elk weekend loopt het helemaal vol met Belgen die in Sluis kwamen eten. In de tijd dat ik nog thuis woonde, waren er in Nederland drie restaurants met drie Michelinsterren. Een ervan zat in Sluis: restaurant Oud-Sluis van de bekende kok Sergio Herman. Nee, daar hebben we nooit gegeten, hoor, dat was boven ons budget. Maar ik werkte in de weekenden en in de vakanties wel altijd in de horeca. Ik vond het leuk om in de bediening te werken en om mensen een leuke tijd te bezorgen. Eigenlijk net zoals ik nu op het podium doe.” 

In de musical Soof kook je op het podium. Hou jij zelf ook van koken?
“Nee, het is niet mijn meest favoriete bezigheid, ook al kom ik uit Sluis. Ik hou wel van eten, haha. Wat het ook is: als je een kind hebt, moet je altijd alles snel doen, lijkt het wel. Je hebt na je werk net genoeg tijd om je kind op te halen en naar de supermarkt te gaan, dan ga je naar huis, pak je alles uit – en dan moet je dus nog koken. Meestal maak ik iets snels. Als ik meer tijd heb, vind ik het leuk om sushi te maken. Dat lust Luca ook graag.” 

Even terug naar vroeger: bij jullie hing dus soms dagenlang de geur van boenwas in huis.

“Ja, en dat rook wel lekker. Mijn moeder zette altijd onderzettertjes onder de glazen, ook als de tafel net met boenwas was behandeld. En ze legde altijd een tafelkleed op de tafel. Had ze net zo’n mooi geboende tafel en dan zag je die niet meer door dat tafelkleed, haha. (Ze is even stil). Mijn moeder is vorig jaar gestorven. Ze was ziek, ze had darmkanker. Ze leefde altijd supergezond, ze dronk geen alcohol en geen koffie, maar alleen groene thee. Ze at uit haar eigen moestuin, ze at vetarm en zoutloos en ze sportte veel. En zo iemand krijgt dan darmkanker. Dat voelde heel oneerlijk. We zijn als gezin twee jaar bezig geweest met haar ziekte. Mijn vader heeft haar goed verzorgd en ik ben ook zo vaak mogelijk bij haar geweest. Dat we er alles aan hebben gedaan, maakte het afscheid iets makkelijker. Uiteindelijk was het voor haar bijna een verlossing toen ze overleed. Ze is net geen zeventig geworden. Gelukkig was ze op haar 51ste met vervoegd pensioen gegaan, ze werkte bij de gemeente. Samen met mijn vader heeft ze toen nog genoten van het leven.”

Dit interview komt uit de Vriendin van deze week.