Placeholder

Sharon en haar moeder ontmoetten de man die Sharon aanreed

Sharon was op 4 februari 2013 met haar scooter op weg naar school, toen ze werd aangereden. Ze lag drie weken in coma. Anderhalf jaar later voelde ze: ik wil de veroorzaker van het ongeluk ontmoeten.

Sharon was op 4 februari 2013 met haar scooter op weg naar school, toen ze werd aangereden. Ze lag drie weken in coma. Anderhalf jaar later voelde ze: ik wil de veroorzaker van het ongeluk ontmoeten.

Niet omdat ze boos op hem was, maar om de periode af te sluiten. “Het was zo emotioneel om hem te zien.”

Als Dana de sirene van een ambulance hoort, krijgt ze het af en toe nog te kwaad. Dan komen de nare beelden weer boven. Hoe ze haar dochter Sharon op 4 februari 2013 na een scooterongeluk aan de beademing in een ziekenhuisbed aantrof. Hoe bang ze was dat ze nooit meer bij zou komen. Voorheen had Dana vaak nachtenlang ongerust wakker gelegen als Sharon met vriendinnen op stap was: er zal toch niets met haar gebeuren? Wat ze vreesde, gebeurde uiteindelijk niet tijdens een nachtelijk stapavondje, maar om kwart voor acht op een regenachtige ochtend. Sharon, toen zestien, was met haar scooter op weg naar school toen ze werd aangereden door een busje.

Sharon: “Zelf herinner ik me daar bijna niets van. Ik weet alleen nog dat ik voorrang had en er een busje leek te gaan stoppen, maar plotseling toch doorreed. In volle vaart botste het tegen mij aan.”

Angstige weken
Dana: “De weken die volgden, waren ontzettend moeilijk en onzeker. Sharon werd maar niet wakker. Het enige wat we konden doen, was bij haar zijn en veel tegen haar praten. Ik vertelde hoe het met ons ging, dat ons gevoelige mopshondje steeds maar voor haar kamerdeur zat te wachten tot ze terugkwam, dat het buiten sneeuwde en koud was.

Meer dan eens fluisterden we tegen haar dat ze gauw wakker moest worden, omdat ze kaartjes had voor Lowlands. Daar zou ze naartoe gaan met een vriendin. Ze verheugde zich er enorm op. Op haar Facebookpagina heb ik geschreven dat ik haar zo miste en haar graag zou willen horen.”

Spijtbetuiging
In die periode ontving Dana een brief van de veroorzaker van het ongeluk. “Hij schreef dat hij het vreselijk vond wat er was gebeurd en dat hij zich schuldig voelde. Hij wilde ook graag langskomen in het ziekenhuis. Ik kon het toen niet aan om erop te reageren. Ik was te boos op de situatie. Boos omdat Sharon in het ziekenhuis lag door wat hij had aangericht. Na het lezen van die brief dacht ik: ja leuk allemaal, maar onze dochter ligt wel in coma.
Natuurlijk wist ik dat hij het niet expres had gedaan en geloofde ik dat hij echt spijt had, maar mijn hoofd stond helemaal niet naar contact. Ik legde de brief opzij, omdat ik Sharon belangrijker vond.” Op 26 februari kwam Sharon langzaam weer bij kennis.

Huilen als een baby
Sharon: “Het eerste woordje wat ik zei, was ‘peer’. Vreemd, want ik at niet eens vaak peren. Van die eerste tijd weet ik niet veel meer, maar ik herinner me wel dat ik vanuit het ziekenhuis naar revalidatiecentrum De Trappenberg in Huizen ging. Mijn vader sliep ’s nachts bij me, omdat ik zo onrustig was. Hoewel ze me hadden verteld wat er was gebeurd, snapte ik er niets van. Het beangstigde me dat ik ineens in een rolstoel zat, niet meer gewoon naar school kon en in een totaal andere omgeving verbleef. Ik dacht steeds dat ik in een nachtmerrie was beland en heb meerdere keren geprobeerd te ontsnappen.

Pas toen artsen mij foto’s van het ongeval lieten zien, drong tot me door dat ik een scooterongeluk had gehad. Dat besef maakte me ontzettend verdrietig. Mijn vader en ik hebben ’s nachts jankend als baby’s in bed gelegen. Mijn leven was in één klap zo veranderd. Ik zat op school, deed veel leuke dingen met vriendinnen, ging vaak stappen en had volop plannen. Voorlopig kon ik niets. Ik moest alles opnieuw leren: praten, eten, lopen, zwemmen, traplopen. Gelukkig ging dat vrij snel, omdat alles nog in mijn hoofd zat. Bovendien wilde ik ontzettend graag weg uit dat revalidatiecentrum en leuke dingen doen, dus ik deed enorm mijn best.” Dana is daar trots op. “Sharons vechtlust is zo groot. Ze heeft zich geweldig ingezet om weer de dingen te kunnen doen die ze altijd deed.”

Anderhalf jaar na de aanrijding dacht Sharon steeds vaker aan de veroorzaker van het ongeluk. “Ik wist dat hij psychische hulp had gekregen. Voor hem is het ook niet niks geweest. Ik wilde hem geruststellen door te laten zien dat het beter met mij gaat. Door hem te zeggen dat ik hem niets verwijt en mijn leven weer had opgepakt, hoopte ik dat hij zich minder schuldig zou voelen. Om die reden wilde ik hem graag ontmoeten.”

Ook Dana dacht daar inmiddels zo over. “Later, toen het wat beter ging met Sharon, stuurde hij nog een tweede brief. Ik merkte dat ik daar een stuk milder op reageerde. Ik kon er toen waarschijnlijk beter mee omgaan. De brieven heb ik aan Sharon voorgelezen toen zij nog in De Trappenberg verbleef.”

Toch een gesprek
“In de tweede brief vroeg hij of zij hem wilde ontmoeten als ze daaraan toe was. Dat voorstel kwam op dat moment te vroeg. Sharon zat nog volop in haar revalidatie en had andere dingen aan haar hoofd. Toen ze aangaf dat ze hem toch graag wilde zien, hebben we dat aan Perspectief Herstelbemiddeling, een organisatie die slachtoffers en daders bij elkaar brengt, laten weten. We hebben eerst een gesprek gehad met een bemiddelaar. We vertelden haar waarom we de veroorzaker graag wilden zien. Zij sprak vervolgens ook met hem. Uiteindelijk hebben we afgesproken op een neutrale plek.”

Dood vogeltje
Sharon: “Ik was daar heel zenuwachtig voor en had geen idee wat ik moest verwachten. Toen we aankwamen, was hij er al met zijn vrouw en de bemiddelaar. Toen hij me een hand gaf, voelde ik dat ook hij nerveus was. Ik zou beginnen met vertellen, maar ineens begon ik te huilen. Het was heel emotioneel om hem te zien. Hij had het er duidelijk ook moeilijk mee. Het moet ook vreemd voor hem zijn geweest. Hij had mij op straat zien liggen als ‘dood’ vogeltje. Daarna is hij in shock geraakt. Nu zag hij wie ik eigenlijk was en hoorde hij hoe mijn leven eruitzag. Steeds benadrukte hij dat hij me écht niet had gezien en het zo erg vond.”

Dana was onder de indruk van het gesprek: “Het was verhelderend om zijn kant van het verhaal te horen. Zo hadden wij in een vroeg stadium van de politie gehoord dat hij ons niet wilde ontmoeten, omdat hij bang was dat we kwaad zouden zijn en aan zijn deur zouden komen. Mede daarom werd ik destijds boos om zijn brief. Dat bleek helemaal niet zo te zijn. Hij was erg met ons begaan en wilde juist wél contact. Hij vertelde dat hij zelf jonge kinderen had en direct aan hen had moeten denken toen hij Sharon had aangereden. In het gesprek probeerde ik zijn schuldgevoel weg te nemen door te zeggen dat zoiets iedereen kan overkomen, dat hij door moest gaan met zijn leven.”

Sharon is blij dat ze het ruim anderhalf uur durende gesprek heeft gehad. “Het was voor mij een goede manier om het af te sluiten. Ik raad iedereen die met een ongeluk te maken krijgt aan dit te doen. Maar alleen als je er aan toe bent.”

Wil je meer weten over herstelbemiddeling? Kijk dan op Perspectiefherstelbemiddeling.nl.