Angéla had een bijna dood-ervaring: ‘De geboorte van mijn tweeling kostte me bijna mijn leven’

Een medische fout na de geboorte van haar twee zoontjes werd Angéla (43) bijna fataal. “Gelukkig was het mijn tijd nog niet en ben ik teruggekomen bij mijn prachtige gezin.”

Een medische fout na de geboorte van haar twee zoontjes werd Angéla (43) bijna fataal. “Gelukkig was het mijn tijd nog niet en ben ik teruggekomen bij mijn prachtige gezin.”

Kritieke moment

Angéla: “Laatst vond ik foto’s op onze computer van mezelf op het kritieke moment. Ik wist niet dat die gemaakt waren. Een verpleegkundige had vastgelegd hoe ik afscheid nam van mijn man en onze pasgeboren tweeling. Ik schrok van wat ik zag. Mijn lijkbleke gezicht, met een traan op de wang. Mijn kinderen die bij me liggen. En mijn man, die liefdevol naar me kijkt. Ik kreeg er kippenvel van. Eens te meer besefte ik dat het echt menens is geweest. Ik was bijna dood. Dat is bijzonder en heftig. Ik wist het wel in mijn herinnering en van gesprekken met mijn man. Maar mijn eigen sterfelijkheid op foto’s zien, maakte het voor mijn gevoel nog echter.”

Tweeling

“Mijn lijf heeft het tien jaar flink te verduren gehad. In mijn vorige relatie kreeg ik door een bloedstollingsafwijking zeven miskramen. Daarna verloor ik een tweeling na vier maanden zwangerschap, doordat de navelstrengen verstrikt zaten. Uiteindelijk werd ik moeder van een dochter en daarna van een zoon. Ik dacht aldoor dat ik nog een tweeling zou krijgen, en dat klopte. Met mijn huidige partner Feije, die ook al twee kinderen had, werd ik zwanger van onze tweeling. De avond voor mijn geplande bevalling, nu drie jaar geleden, kreeg ik een naar voorgevoel. Mijn dochter en zoon, toen vier en drie jaar, liepen de trap op om naar bed te gaan. Ik zei hen welterusten en keek hen na. Opeens overviel mij de gedachte: ik zie hen nooit weer… Het was nergens op gebaseerd, maar ik moest heel erg huilen.”

Geen slim idee

“De bevalling verliep goed. Lars en Timo werden op de natuurlijke manier geboren en alles was in orde. Omdat het al laat was, moesten we een nachtje in het ziekenhuis blijven. Rond half één ’s nachts gaf een verpleegkundige mij een injectie met bloedverdunners. Die had ik tijdens mijn zwangerschap vanwege mijn bloedstollingsafwijking ook gekregen, maar na de bevalling waren ze niet meer nodig. Ik ben zelf verpleegkundige en op dat moment leek het mij geen slim idee. Maar de gynaecoloog had ze voorgeschreven, en daarom gebeurde het toch. Een half uur later kreeg ik vreselijke pijn, alsof er een mes in mijn buik sneed. De verpleegkundigen drukten op mijn buik, waarna er een groot bloedstolsel loskwam en de pijn verdween. Twintig minuten later begon de ellende van voren af aan. Weer pijn, weer duwen, weer stolsels. Vervolgens raakte ik in een shock. Ik begon heel erg te rillen en te zweten. Ik verloor te snel te veel bloed. Mijn baarmoeder was door de tweelingzwangerschap ver uitgerekt en trok niet goed meer samen. De wond die vanbinnen zat, bleef bloeden en de bloedverdunners die ik gekregen had, verergerden dat. Ik werd in aluminiumfolie gepakt en moest met spoed naar de OK. ‘Bel haar man’, hoorde ik een verpleegkundige zeggen. ‘Die komt niet meer op tijd’, antwoordde een ander.”

Heel sereen

“De volgende morgen werd ik wakker op mijn ziekenhuiskamer. Mijn man zat naast mijn bed. In mijn baarmoeder was een ballon geplaatst om de wond dicht te drukken en ik kreeg weeënopwekkers, waardoor mijn baarmoeder zich zou samentrekken. Mijn lijf wilde persen. Volgens de gynaecoloog hoorde dat erbij. Maar het ging opnieuw mis, ik kreeg weer die hevige pijn. Ondanks de ballon ging het bloeden gewoon door. Ik raakte weer in shock, de ballon werd met spoed verwijderd. Mijn bloeddruk daalde nog verder. Ik kreeg negen bloedtransfusies en zwol helemaal op van al het vocht dat ik kreeg toegediend. Mijn man stond naast me te huilen. Ik weet het nog tot in detail. ‘Wat is er?’, vroeg ik. ‘Waarom huil je?’ ‘Er is niks’, stamelde hij. Ik vroeg: ‘Wil je pap even bellen? En vraag of hij tegen mam zegt dat ik eraan kom.’ Mijn man keek naar de verpleegkundige met een blik van ‘hier klopt iets niet’. Met een zachte stem zei hij: ‘Haar ouders leven al een paar jaar niet meer…’ Op dat moment beseften we allemaal dat ik bezig was dood te gaan. Heel raar. De arts vroeg Feije toestemming om mijn baarmoeder eruit te halen. Het was het laatste redmiddel. Ik zag mijn overleden ouders in de kamer staan en voelde sterk hun aanwezigheid. Dat was heel fijn. Ik bleef rustig, ik was niet bang. Het was licht om me heen, heel sereen. Ik wist wel dat ik aan het sterven was, maar het was goed zo. Voordat ik opnieuw de OK in ging, werden Lars en Timo bij me gebracht om afscheid te nemen. Mijn gevoel voor humor was ik nog niet
kwijt.
Net voordat ik onder narcose ging, vroeg ik het medisch personeel of ze meteen even een tummy tuck (buikwandcorrectie, red.) bij me konden uitvoeren. Dat kon ik na
mijn tweelingzwangerschap wel gebruiken, vond ik. De verpleegkundigen wisten niet hoe ze het hadden: een stervende vrouw die lollig deed. Later vertelden ze dat mijn grapje de zware situatie voor hen had verlicht.”

Zo slap als wat

“Toen ik bijkwam uit de narcose, zag ik mijn man en kinderen weer en alles leek oké. Ik dacht amper na over wat er was gebeurd. Na twee dagen mocht ik naar huis en ging ik direct de sneltrein in van het dagelijks leven. Wel kreeg ik fulltime gezinshulp, want ik was zo slap als wat. En dat bleef zo. Ik was totaal mezelf niet meer. Ik kon niet rechtop staan of iets met de kinderen doen. Ik lag in een ziekenhuisbed in de woonkamer en verplaatste mezelf in een rolstoel. Ik hield heel erge bloedarmoede, wat niet met een transfusie was op te lossen. Mijn lichaam moest het zelf doen. Ik zag zo bleek als een doek.

Door onrustige benen sliep ik nauwelijks. Na twee jaar zat ik nog steeds voor het raam over de velden te staren. Kijk mij hier nou, dacht ik, ik had net zo goed dood kunnen gaan. Niet dat ik depressief was, maar ik was mijn situatie wel zat. Mijn klachten werden steeds erger. Ik slikte veertien soorten medicijnen en stevende af op een medicijnvergiftiging. Drie keer per dag kwam er een gezinshulp. Daarnaast hield Feije met hulp van buren en vrienden het huishouden draaiende. Wat hadden mijn kinderen aan zo’n moeder? Wat had mijn partner aan zo’n vrouw? Er moest echt iets veranderen. ‘Waarom ga je geen teff eten?’ opperde mijn man, die dit graan op zijn akkers verbouwt. Hij wist dat daar veel goede voedingsstoffen in zitten, zoals ijzer, magnesium, vitamine C, vezels en geen gluten. Het bleek precies wat ik nodig had. De oplossing voor mijn kwalen groeide gewoon in onze achtertuin.”

Een wedergeboorte

“Teff is het oudste graan ter wereld. Het is een grassoort met heel kleine korrels. Feije kweekt het al vijftien jaar voor afnemers in het buitenland, die het voornamelijk als meel doorverkopen. Het was nooit in me opgekomen om het zelf te eten. Ik stopte rigoureus met alle medicatie. Zonder overleg met artsen. Zelfs Feije wist het niet. Ik was ervan overtuigd dat dit voor mij de beste manier was. Een week lang had ik afkickverschijnselen, net als een junk. Rillen, spugen, zweten. Daarna was het klaar. Ik begon teff toe te voegen aan wat ik at. Al snel kreeg ik meer energie en kleur in mijn gezicht. Na een paar maanden ging ik minder suiker eten en meer bewegen. Ik snaaide niet meer, sliep beter en had geen last meer van opgeblazen darmen. En ik viel twintig kilo af.

Nu, na een jaar, voelt mijn lijf weer sterk en gezond. Als een wedergeboorte. Blijkbaar zijn mijn fysieke tekorten aangevuld. Mijn weerstand is enorm verbeterd. Ik krijg geen koortslip meer, heb weer sterke nagels, mijn haar groeit en glanst. Maar sla ik de teff een dag over, dan merk ik het direct. Niet dat ik nu niks anders meer eet. Ik heb een samengesteld gezin met zes jonge kinderen, dus het moet wel praktisch blijven. Soms bak ik pizza met een teffbodem, of muffins. Of ik roer twee lepels door de yoghurt. Met mijn werk als verpleegkundige ben ik gestopt. Ik heb de keus gemaakt om voor teff te gaan. Dit graan heeft mij zo goed geholpen; dat geluk wil ik met andere mensen delen. Het is geen wondermiddel dat alles geneest. Ik heb nog steeds artrose, reuma en een longziekte. Ik plan mijn bezigheden zorgvuldig, zodat ik mezelf niet uitput. Maar ik gebruik geen medicijnen meer die bijwerkingen geven. Ik leef weer voluit.”

Cadeautje

“Degene die de medische fout maakte, heb ik niet aangeklaagd. Die deed dat immers niet expres. Ik richt mijn aandacht liever op positieve dingen. Wat mij overkomen is, heeft me sterker gemaakt. Ik omarm het leven, ben blij dat ik er nog ben. Weet je wat bijzonder is? De geschiedenis lijkt zich te hebben herhaald. Mijn moeder had een bijna-doodervaring door een hartstilstand en werd door haar overleden vader teruggestuurd. Ik was toen drie jaar en mijn broer vier. Net zo oud als mijn oudste kinderen
waren. Misschien dat ik daarom iets voorvoelde, die avond voor de bevalling. Dat het leven zo kan lopen, raakt mij nog het meest. Al ben ik niet zweverig aangelegd, dit zegt mij dat er meer moet zijn. De dood is geen groot, zwart gat. Als je tijd gekomen is, wachten degenen die je mist op jou. Die gedachte maakt me heel blij.

Ik ben later pas gaan inzien wat een cadeautje mijn bijna-doodervaring is geweest. Ik leef nu veel vrijer. Voorheen was ik bang dat er iets naars zou gebeuren met mij of met de kinderen, nu niet meer. Ik ben heus nog wel bezorgd, maar ik ben verlost van mijn angstvisioenen. Het ergste wat mij kon overkomen, heb ik meegemaakt. Ik was aan de andere kant, bij mijn ouders, en het was er prachtig. Gelukkig was het mijn tijd nog niet. Ik ben teruggekomen bij mijn mooie gezin. Ik kan het leven meer zien als een feestje. Ik let meer op de leuke, blije dingen die gebeuren. Ik ben intens dankbaar voor waar ik nu sta en voor wat ik heb bereikt. Ik heb een bloeiende onderneming opgezet en ben weer fulltime moeder en partner.”

Lees ook: Catja had een bijna-doodervaring: ‘Ik was vlak bij dat witte licht’