Aan Vriendin

Marieke: ‘Ik dank mijn leven aan Grietje en haar overleden man’

Mariekes (55) leven werd gered door een longtransplantatie. Een half jaar geleden ontmoette ze Grietje (65), de vrouw van haar donor.

Marieke (55): “Zes jaar geleden had ik afscheidsbrieven geschreven voor mijn man Herman en onze drie kinderen Linda, Bart en Yvette. Ook mijn begrafenis had ik geregeld. Ik voelde dat mijn einde naderde. Doordat mijn longen nog maar voor veertien procent werkten, had ik nergens energie voor. Als mijn vriendinnen langskwamen, zetten ze zelf thee en hielden zij het gesprek gaande. Praten putte me uit, net als het ervaren van emoties. Omdat ik mijn krachten moest sparen, keek ik zelfs geen lachfilms meer.

Gelukkig had ik wel momenten van tevredenheid. Omdat we niet meer op vakantie konden, hadden Herman en ik een mooie serre laten bouwen aan de achterkant van ons huis. Daar zat ik graag. Ook vond ik het fijn in de tuin te zitten en naar onze vijver te kijken. Aan het einde van de tuin kwam ik nooit. Daarvoor was mijn zuurstofslang te kort.”

Hoop doet leven

“Vanaf mijn 35ste was ik erg benauwd en gingen mijn longen elk jaar verder achteruit. Een oorzaak werd niet gevonden. Donorlongen zouden mijn enige kans op beterschap zijn, vertelde mijn arts. Ik was niet boos of verdrietig over mijn lot. Dat hielp me niet verder. De gedachte dat ik misschien donorlongen zou krijgen wél. Vanwege mijn zeldzame bloedgroep was de kans op een match klein. Toch durfde ik te dromen van een transplantatie. Hoop doet echt leven, ervoer ik toen.

Op een avond, net toen ik mijn medicijnen aan het inhaleren was, ging de telefoon. Het was mijn arts die vertelde dat er donorlongen beschikbaar waren. Diezelfde avond werd ik per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Herman en onze kinderen Bart en Yvette reden achter me aan. Onze oudste dochter Linda, die destijds door Australië reisde, brachten we telefonisch op de hoogte dat ik een longtransplantatie zou krijgen. Ze vond het ontzettend moeilijk dat ze niet bij ons kon zijn. Aanvankelijk twijfelde ze ook of ze wel op reis moest gaan omdat het zo slecht met me ging. Ik overtuigde haar dat ze de wereld in moest trekken. Ik wilde dat onze kinderen verder gingen met leven. Mijn longaandoening legde al zo veel stil.”

Het allermooiste cadeau

“Na de acht uur durende operatie had ik zo veel complicaties dat mijn situatie kritiek was. Een week lang werd ik in slaap gehouden. Toen ik eindelijk ontwaakte en de betraande gezichten van Herman, Bart en Yvette zag had ik geen idee waarom ze zo ongelofelijk opgelucht waren. Ik dacht echt dat ik net was bijgekomen uit de narcose. De periode die volgde was heel onwerkelijk. Omdat ik beademd werd, kon ik niet met mijn man en kinderen praten.

Dagenlang was het niet zeker of mijn lichaam de donorlongen accepteerden. Maar heel vreemd, op de meest angstige momenten leek het alsof mijn donor mijn hand vastpakte en me moed insprak. Hij wenste dat ik door zou zetten en niet op zou geven. Ik voelde ook heel sterk dat mijn donor een man was. Dat kon ik onmogelijk weten omdat bij wet is vastgelegd dat de identiteit van de donor en de ontvanger niet bekend mogen worden. Verklaren kan ik het niet, maar mijn donor voelde de eerste weken na de operatie heel dichtbij. Ik putte kracht uit die momenten. Ik voelde me verbonden met hem. Mijn donor had me het allermooiste cadeau geschonken dat ik ooit had gekregen. Ik was hem ongelofelijk dankbaar. Tegelijkertijd vond ik het verdrietig dat hij was overleden.

Drie weken na de operatie huilde ik van geluk. Douchen was altijd een uitputtingsslag voor me geweest. Toen ik in de doucheruimte van het ziekenhuis de spiegel zag beslaan, maar kon blijven ademen, wist ik dat mijn nieuwe longen waren aangeslagen. In de periode die volgde was ik vaak euforisch van blijdschap door alle kleine dingen die ik weer kon, zoals hardop lachen en kleine stukjes lopen. Ik lééfde weer.”

Donorcodicil

Grietje (65): “Marieke kreeg de longen van mijn man Albert. Zes jaar geleden overleed Albert volkomen onverwacht aan een hersenbloeding. Op de avond voor mijn verjaardag voelde hij zich ineens niet lekker. Toen ik zag dat zijn gezicht wat scheef hing, belde ik 112. Albert vond dat aanvankelijk niet nodig. De ambulanceverpleegkundige, die een kennis bleek te zijn, werd amicaal door hem begroet. Albert zei geen pijn te hebben. Hij had een hoge pijngrens. In het ziekenhuis raakte Albert buiten bewustzijn. Een scan wees uit dat zijn hoofd vol bloed zat. Zijn leven kon niet meer worden gered. Het was alsof de grond onder mijn voeten werd weggeslagen.

Albert was nog maar 58 jaar. We hadden zo’n gelukkig huwelijk dat we bijna met elkaar waren vergroeid. Een leven zonder hem was voor mij ondenkbaar. Toen er over Alberts dood werd gesproken, werd ook gevraagd of hij een donorcodicil had. Dat had hij. Albert en ik vonden het een mooi idee dat we met onze organen anderen konden helpen en hadden ons jaren geleden laten registreren.”

Lees ook: Sabine: ‘Ik smacht naar dat verlossende telefoontje dat er een donorhart is’

Ontroerende kaart

”Albert bleef na zijn hersenbloeding nog ruim een dag in leven. Op zijn allerlaatste dag, mijn verjaardag, vertelden ik en onze drie kinderen alles wat we hem nog wilden zeggen. We zeiden dat we van hem hielden en bedankten hem voor alles wat hij voor ons had gedaan. Albert was een temperamentvolle, lieve man die door het vuur ging voor zijn kinderen en kleinkinderen. De dag voordat hij overleed, kroop hij nog met handen en voeten door de woonkamer met onze kleinzoon op zijn rug. Ze speelden paardje. Albert overleed in bijzijn van mij en onze kinderen. Vlak voor hij ging, omhelsde ik hem. Toen ik mijn armen om hem heen sloeg, zagen we op de monitor zijn hartslag omhoogschieten. Volgens de verpleegkundige voelde Albert dat wij bij hem waren en hoorde hij alles wat we tegen hem zeiden. Dat geeft nog altijd troost.

Nadat Albert overleed, was ik zo intens verdrietig dat ik eigenlijk niet meer verder wilde leven. Gelukkig steunden mijn kinderen me waar ze konden. Een half jaar na Alberts overlijden, stuurde het ziekenhuis een kaart door van Marieke. Omdat haar identiteit geheim moest blijven, had ze hem niet ondertekend. In de kaart verwoordde Marieke op ontroerende wijze dat ze haar donor ontzettend dankbaar was omdat hij haar het leven had gegeven. Sindsdien ontving ik elk jaar een kaart van Marieke.”

Loodzware periode afsluiten

“Vorig jaar, Albert was toen vijf jaar overleden, wilde ik Marieke ontmoeten. Ik was benieuwd naar haar geworden en ik wilde die moeilijke, loodzware periode vol verdriet afsluiten. Ik dacht dat een ontmoeting met degene die Alberts longen had gekregen daarbij zou kunnen helpen.

Toen ik mijn wens kenbaar maakte, verwees het ziekenhuis me door naar de stichting Donadona, een onafhankelijk platform dat contact tussen nabestaanden van orgaandonoren of donoren bij leven en getransplanteerden mogelijk maakt. Donoren, hun nabestaanden en ontvangers zijn altijd anoniem, maar als ze naar elkaar op zoek zijn, kunnen ze zich aanmelden bij de stichting. In geval van een match helpt Donadona bij de totstandkoming van een ontmoeting. Negen jaar geleden werd de stichting opgericht door Henk Bakker en Pieter van de Rest, die allebei een harttransplantatie ondergingen en graag de nabestaanden van hun donor wilden ontmoeten. Het schijnt vaak voor te komen dat getransplanteerden en de familie van de donor met elkaar in contact wensen te komen.”

Zo oneerlijk

Marieke: “Toen het ziekenhuis me vroeg of ik me wilde aanmelden bij stichting Donadona omdat de familie van mijn donor me wilde ontmoeten, vond ik dat best spannend. Maar ik stond er zeker voor open en ook ik wenste een periode af te sluiten. Hoewel ik zielsblij was dat ik een tweede kans had gekregen, voelde ik me vaak schuldig. Ik vond het zo oneerlijk dat mijn donor niet verder kon leven en ik wel.

Een half jaar geleden ontmoette ik Grietje en haar kinderen. We hadden afgesproken in een hotel. Toen ik binnenkwam, vielen Grietje en ik elkaar gelijk in de armen. Daarna hebben we elkaar drie uur gesproken. Voor mij was het heilzaam dat Grietje en haar kinderen uitspraken dat ik me niet schuldig hoefde te voelen. Alberts dood had niet voorkomen kunnen worden. Ze vonden het mooi dat hij mijn leven had kunnen redden, drukten ze me op het hart.”

Nieuw begin

Grietje: “Marieke en ik konden door onze ontmoeting allebei een periode afsluiten. Wat we allebei niet verwachtten, was dat onze ontmoeting óók een nieuw begin zou worden. We hadden zoveel overeenkomsten dat we na onze eerste ontmoeting niet waren uitgepraat. Marieke en ik wisselden telefoonnummers uit en spraken daarna vaker samen af. Hoewel we elkaar nog niet heel lang kennen, is Marieke nu een dierbare vriendin van me.”

Marieke: “Nog voordat Grietje en ik elkaar ontmoetten, voelde ik me verbonden met haar. Ze was vaak in mijn gedachten. Op de datum van mijn transplantatie, brandde ik altijd twee kaarsjes: een voor mijn donor en een voor zijn familie. Het is bijzonder dat Grietje en ik elkaar hebben ontmoet. Sinds mijn transplantatie ben ik me ervan bewust dat het leven een groot wonder is. Elke ochtend als ik wakker word, ervaar ik de dag als een cadeau dat ik mag uitpakken. En dat allemaal dankzij mijn donor. Ik blijf hem eeuwig dankbaar.”

Lees ook: Lotte vond een orgaandonor via social media

Tekst: Sonja Brekelmans. Foto’s: Ruud Hoornstra