Anja: ‘De waarheid over mijn dochters dood moet boven tafel komen’

Anja: ‘De waarheid over mijn dochters dood moet boven tafel komen’

Was het zelfmoord, toen Dascha (16) bijna vier jaar geleden in Hilversum werd aangereden door een trein? Haar ouders Anja (59) en René leggen zich niet neer bij die snelle conclusie van de politie. “Het klopte gewoon niet. Ze had ons zoiets nooit aangedaan.”

Anja: “Het is bijna vier jaar geleden dat de zestienjarige Dascha op zaterdagavond de deur uitliep en niet meer terugkwam. Toch voelt het voor moeder Anja alsof het gisteren was. Twintig jaar zou haar jongste dochter dit jaar zijn geworden. Soms fantaseert ze erover hoe ze er nu zou hebben uitgezien. Zonder beugel. Had ze nog thuis gewoond? Studeerde ze? De hogere hotelschool misschien? Het zijn vragen waar Anja geen antwoord meer op krijgt. De witte fiets waarmee Dascha overal naartoe ging, staat nog altijd in de tuin bij haar ouders. En ook binnen herinnert, ondanks twee verhuizingen, het een en ander aan Dascha. Op de witte piano bijvoorbeeld staat een grote foto van Anja’s lachende puberdochter en erboven hangt een groot hart van geprepareerde rode rozen.

“Het is het boeket dat op haar kist lag tijdens de uitvaart”, vertelt Anja, die soms nog altijd niet kan bevatten dat haar dochter er niet meer is. “Rationeel weet ik dat ze is overleden en niet meer terugkomt. Maar zo voelt het niet altijd. Ik vind het onwerkelijk wat er is gebeurd. Bizar, is misschien een beter woord. Dat komt voor een deel omdat we met zo veel vragen zijn blijven zitten, maar ook doordat we niet goed afscheid hebben kunnen nemen van Dascha. Haar lichaam hebben we niet meer kunnen zien. Daardoor voelde het voor mij niet echt. Ik heb na haar dood heel lang het gevoel gehad dat ze met een lange vakantie was. En dat ze zomaar elk moment binnen kon lopen. Dan keek ik overdag naar de klok en dacht ik: ze zit op school of ze is nu op haar werk, om direct daarna te beseffen: o nee, ze is er niet meer.”

Lees ook: Mirjam verloor haar babyzoontje met Down: ‘Florian was perfect zoals hij was’

Foute boel

“Ik weet nog precies wat ze zei toen ze op 27 november 2015 de deur uitging om te chillen bij vriendinnen. Ik was op dat moment boven en zei: ‘Moet je morgen korfballen?’ ‘Ja,’ antwoordde ze, ‘en nog Sinterklaascadeautjes kopen.’ Met een ‘Doei’ is ze vetrokken. Tegen twaalf uur hebben we nog even contact gehad via Whatsapp. Waar ben je? vroeg ik haar. Ze zat toen nog bij een vriendin thuis, maar ging misschien nog naar Hilversum voor een zestien-plus-feestje.  Doe je voorzichtig?  appte ik. Komt goed mam.  Dat waren haar laatste woorden aan mij.

Om kwart voor drie belde een van haar vriendinnen met de mededeling: ‘We zijn Dascha kwijt.’ Ik dacht meteen: dit is foute boel. Ik heb René wakker gemaakt, een joggingbroek en een trui aangetrokken en we zijn naar Hilversum gegaan. Naar het politiebureau aan de overkant van het zestien-plus-feestje. René probeerde de politie zover te krijgen haar telefoon te traceren. Die nam ze namelijk niet op. Helaas konden ze dat niet doen. Protocol. Pas om acht uur mochten ze haar telefoon uitpeilen, tot die tijd hielden ze alle opties open. ‘Misschien is ze al thuis, ligt ze in bed. Of is ze bij een jongen en komt ze straks weer boven water’, zei de politie.

Later zijn er camerabeelden vrijgegeven waarop Dascha is te zien. Je ziet haar lopen over straat. Zonder jas in de ijzige kou. Dat moet ongeveer op hetzelfde moment zijn geweest als waarop wij op het politiebureau zaten. Als ik mijn hoofd uit het raam had gestoken, had ik haar misschien wel gezien. Hemelsbreed liggen de twee plekken niet ver van elkaar. Het was op loopafstand. Dat weten, vind ik lastig en moeilijk te verkroppen.”

Totaal ontredderd

“Ons werd vriendelijk verzocht naar huis te gaan. Dat konden we niet. Wat moet je daar doen als je kind spoorloos is? We zijn rondjes gaan rijden in een verlaten Hilversum. Overal waar ik dacht iets te zien, zijn we gestopt, uitgestapt en hebben we rondgekeken. Uiteindelijk kwamen we om een uur of zeven thuis. Maar konden we pas om acht uur opnieuw naar het politiebureau bellen. Dan duurt wachten lang. Terwijl mijn ongerustheid alleen maar groter werd. Na drie telefoontjes zei een agent om negen uur: ‘Er komen nu mensen naar u toe.’ Dan weet je: die komen niet op de koffie. Dit is ernstig.

Er kwamen twee mensen van de politie, die bij binnenkomst direct zeiden: ‘Er is iets vreselijks gebeurd met uw dochter. Ze heeft zelfmoord gepleegd. En we doen geen onderzoek meer.’ Ik slaakte een oerkreet en zakte door mijn knieën. Een tijdje heb ik op de grond gelegen, totaal ontredderd. Ik geloofde het niet, wilde haar zien. Dat was dus niet mogelijk.

Nog geen kwartier later kreeg ik een tas vol spulletjes ter identificatie onder ogen. Een schoen die ik wel honderd keer had gezien, een riem die ze van mij had gekregen en een ringetje dat van mijn moeder was geweest. Het pareltje dat erin hoorde, ontbrak. Ik wist dat het haar spullen waren en toch durfde ik het niet te bevestigen. Alsof ze daarmee echt dood zou zijn. Ik wilde niet dat het Dascha was die ze hadden gevonden bij het spoor. Daarom zei ik maar: ‘Ik geloof het wel.’”

Lees ook: Ouders van overleden Tim maken film over choking challenge

Geen genoegen nemen

“Ik kon er niet bij met mijn verstand dat ze zelfmoord zou hebben gepleegd. Dat paste niet bij haar. Ze stond zo vol in het leven, was vrolijk, een lachebekje, had vriendinnen, toekomstplannen. Het klopte gewoon niet. Vlak voor haar dood pleegde iemand uit onze omgeving zelfmoord. Dascha vond dat verschrikkelijk en is nog bij de familie op bezoek geweest. Ze kon zich niet voorstellen dat iemand dat dierbaren aandeed. Zij zou ons dus zoiets nooit aandoen. Daar komt bij: ze was niet depressief. Tuurlijk had ze haar buien, gooide ze weleens met deuren of was ze boos. Er is ook geen afscheidsbrief gevonden of ook maar een spoor dat erop wees dat ze hiermee bezig was.

Met de conclusie van de politie konden we dan ook geen genoegen nemen. Niet voor onszelf, maar zeker ook niet voor Dascha. Ze wist dat ze met alles bij ons terechtkon en me altijd kon bellen. Hoe laat ook. En dat deed ze. Het klopte domweg niet. Maar kom maar eens af van het stempeltje zelfmoord. Als dat eenmaal op een zaak is geplakt door de politie en het OM, sta je meteen al met honderd-nul achter.

Er zijn altijd mensen die denken: ze kunnen de dood van hun dochter niet accepteren, ze willen het niet zien. Gelukkig is er ook familie, zijn er vrienden en andere mensen die zich in deze zaak verdiepen en net als wij voelen dat het echt niet klopt.

Vader René zet een dag na haar dood een berichtje op Facebook waarin hij iedereen die iets weet, of die haar misschien in die bewuste nacht heeft gezien, vraagt om informatie. “We vonden: als de politie het niet onderzoekt, gaan we de waarheid zelf halen.” René krijgt al vrij snel hulp van onder meer Joey Roelofs en andere gedreven onderzoekers die zich vrijwillig inzetten voor de familie en voor Dascha. Samen richten ze Team Dascha Onderzoek op en ontdekken ze het een en ander. Op de vrijgegeven camerabeelden van die nacht loopt Dascha niet naar het spoor, zoals werd aangenomen, maar in de richting van de discotheek. Bovendien klopt de route die ze lopend zou hebben afgelegd niet met de tijd die daarvoor nodig is. Er wordt gesproken over een ruzie met haar vriendinnen in de discotheek, maar daarvan is niets te zien op camerabeelden. “Dat en nog meer – want er zijn ook dingen naar boven gekomen die we nog niet kunnen delen – moet worden onderzocht. Ik ben trots op het onderzoeksteam en blij met wat ze al hebben achterhaald. Ik realiseer me dat er veel ouders zijn in soortgelijke situaties die nooit verder komen. Daarom moet er ook een wet komen, de Dascha-wet, die ervoor zorgt dat er altijd gericht onderzoek wordt gedaan.” Er komt nu een nieuw forensisch onderzoek waarbij wordt gekeken naar de wijze waarop ze om het leven is gekomen. “Voor ons betekent dat eindelijk erkenning, we worden eindelijk gehoord. Hopelijk is de uitkomst straks aanleiding om toch ook een volledig onderzoek te starten. Dit onderzoek moet daarvoor een opstapje zijn. Tegelijkertijd is het ook een drempel. Want vinden ze geen aanleiding, dan zijn we terug bij af.”

Klok van rouw

Terwijl René de afgelopen jaren helemaal in de zaak is gedoken met het team vrijwilligers en alles op alles heeft gezet om de waarheid boven tafel te krijgen, was Anja er voor de andere kinderen thuis. Bewust. Zij heeft geprobeerd de dagelijkse dingen door te laten gaan. “Dat we nog drie kinderen hebben van wie er twee nog thuis wonen, is een geschenk. Voor hen moet ik door en zet ik mijn verdriet opzij. Maar dat wil niet zeggen dat het er niet is. Het verlies van Dascha heeft een gat geslagen in ons leven, in ons gezin. Er is altijd die ene lege stoel. Als ik een vriendin van haar zie, denk ik: daar hoort mijn dochter bij. Waarom is ze er niet meer? Alles gaat door zonder haar. Moeilijk. Erover praten met elkaar is lastig. Je klok van rouw loopt namelijk nooit gelijk met die van een ander. Soms is de één verdrietig en heeft de ander net iets leuks meegemaakt. Dan benoemen we dat maar en proberen we rekening te houden met de ander. Uiteindelijk voelen we allemaal hetzelfde. Ik mis haar elke dag. Dat zal voor de rest van ons gezin niet anders zijn.”

Fijn om te horen

In de tuin vliegt een witte vlinder. “Kijk,” zegt Anja, “Dascha komt even buurten. Op zo’n moment heb ik het gevoel dat ze erbij is.” Ze wijst naar de vlindertattoo die ze heeft laten zetten na de dood van haar dochter. “Ik ben niet zo van de tattoos, maar ik vond het een mooie gedachte haar op deze manier dichtbij te hebben. Dascha was een vlinder. René associeerde haar daar altijd mee, zich niet realiserende dat een vlinder weliswaar mooi is, maar ook maar kort leeft . Hij schreef toen ze klein was een gedichtje voor haar: ‘Kind je zit op de schoot van je moeder. Kind je eet een appel. Kind je hebt een lach op je gezicht. Kind je bent een vlinder.’ Ze fl adderde door het leven. Als je haar ergens tegenkwam, kreeg je een glimlach en dan had jij de hele dag een fi jne dag, wie je ook was. Na haar dood hoorde ik van een moeder van een van haar beste vriendinnen dat Dascha de verbinder was: zij was degene die mensen bij elkaar bracht. Als er een nieuw meisje op school kwam, trok Dascha haar erbij. Dat wist ik niet en vond ik fi jn om te horen. We hebben een herdenkingsplek ingericht voor Dascha, vlak bij de plek waar ze is overleden. Ik kom daar een keer per maand, meestal op de 28ste, haar sterfdatum. Er komen ook veel andere mensen. Ook mensen die wij niet kennen. Iemand zorgt er bijvoorbeeld al tijden voor dat het lichtje in het lantaarntje blijft branden. Wie dat doet, weet ik niet. Maar ik vind het wel waanzinnig lief. René en ik willen haar leven blijven delen, altijd en overal. En anderen in de geest van Dascha aansporen: leef om te delen. Dat is voor ons een manier om door te gaan. Een toekomst te hebben. Maar zolang we nog altijd niet precies weten wat er met Dascha is gebeurd, blijft er een open wond. Die wond moet helen, alleen dan kun je echt verder. Zolang er nog vragen onbeantwoord zijn, blijft dat lastig. Daarom hoop ik dat we nu eindelijk meer duidelijkheid krijgen en dat de waarheid boven tafel komt. Vooral voor Dascha.”

tekst: Jolanda Hofland. foto’s: Marjolein Volmer. visagie: Lisette Verhoofstad.