eveline villa verte

Eveline: ‘De kassalade was open en onder een zaklamp betaalden we’

Eveline (52) en haar partner Emiel raken op vakantie betoverd door een veel te vervallen villa. Na lang twijfelen besluiten ze dat hun toekomst in Frankrijk ligt. Dat betekent wel dat er enorm veel op ze afkomt.

In Vriendin deelt ze elke week hoe het ervoor staat met hun paleisje.

Behangstomer

“Wat dacht je ervan?” Emiel zwaait naar me met de behangstomer die al honderden meters in Villa Verte heeft gemaakt. “Zullen we beginnen aan het oude kantoor van meneer Coquillaud?” Blij huppel ik voor hem uit. Het vergeelde behang uit 1945 flappert troosteloos omlaag. Het prachtige houten bureau en de Empire-lampen van de oude heer staan verstoft tussen verhuisdozen, rollen plastic en potten verf. We bedekken de houten vloer en scheuren repen behang af. Stukken muur komen mee. Jakkes. Er moet dus wéér een stukadoor komen.

Stroom

Op het moment dat Emiel de behangstomer aanzet, floept de stroom eraf. Alles is donker. Ook de kachel stopt ermee. “M’n diepvries!” piep ik, want ik herinner me ons laatste avontuur. Ik app Super-Kevin, onze elektricien. Emiel belt aan bij de buren. Die zitten ook in het donker, net als de rest van Saint-Mathieu. Met het schaamrood op z’n kaken komt Emiel terug. “Die stomer kan de kliko in!” “Het energiebedrijf zegt dat er een storing is. Die duurt nog zeker vier uur.” Kevin kijkt bedremmeld. “Houd je vriezer maar goed dicht!”

‘Heel romantisch’

“Koffie?” vraagt Emiel. Ik grimas. Geen stroom is geen kachel is geen licht is geen koffie. We lunchen met chocomel en een boterham met een blik haring in tomatensaus. Na de lunch wil Emiel poolshoogte nemen in het dorp. Misschien kan hij nieuwe koffie kopen, want die is bijna op. En croissantjes voor als de storing langer gaat duren?
Schaterlachend komt hij terug. Bij de ingang van de supermarkt waarschuwde een caissière dat je alleen contant kon betalen. Binnen was het pikkedonker. In het duister flikkerden zo’n twintig telefoonlampjes van mensen die winkelden. “Het was heel romantisch”, lacht Emiel met de koffie en chocoladebroodjes in zijn hand. “De kassalade was open en onder een zaklamp betaalden we.” Binnen is het ijskoud. Gelukkig zat er nog warm water in de boiler waardoor ik nu knorrend rondloop met een kruik onder mijn trui. Overal branden kaarsjes. We drinken lauwe sinas. Dit is Frankrijk. ‘C’est normal.’

Een boom

Op onze telefoon lezen we dat het lokale restaurant die avond de diners heeft afgezegd. Te koude ruimtes, geen werkende machines en bedorven koelkastkip.
Uren later slaat onze oliekachel aan. De magnetron piept. We hebben stroom! “Het was een boom!” zegt de buurman. “Die knapte doormidden over de draden van een mast.” Het immense schuldgevoel glijdt van Emiel af. Het was niet zijn schuld!

De volgende dagen stomen we tot de muren kaal zijn. Het nieuwe behang kan besteld, maar eerst bellen we onze stukadoor. Stukje bij beetje wordt het wel wat hier. De diepvries ronkt weer. De koffie is heet. De lichtjes maken ons dankbaar voor de kleine dingen die in Nederland allemaal zo normaal waren. Als de laatste vuilniszak vol nat behang is opgeruimd, knuffelen Emiel en ik elkaar. Behangen lukt ons straks wel zonder stroom. De behangstomer kan eindelijk met welverdiend pensioen!

Meer lezen van Eveline? Je leest haar columns elke week in Vriendin. Volg haar ook op Instagram @villaverte87.