Astrid: ‘Mijn dieren zijn mijn wereld, mijn kinderen, mijn vrienden, mijn alles’

Astrid (48) is single en woont samen met haar vijf katten, twee konijnen en drie cavia’s. “Zij oordelen niet, vinden niet dat ik zeur of klaag, laten me niet in de steek.”

Astrid: “Hier in de buurt noemen ze me het kattenvrouwtje. Soms roepen kinderen me na op straat: ‘Kijk, daar heb je het gekke kattenvrouwtje.’ Dat vind ik niet leuk, maar het verbaast me niet dat de buren me raar vinden. Een vrouw op middelbare leeftijd die alleen woont, maar wel met een hoop dieren… Ik kan ook niet ontkennen dat ik veel beestjes heb. Naast mijn vijf katten heb ik nog twee konijnen, drie cavia’s en een aquarium vol vissen. Ze zijn mijn wereld, mijn kinderen, mijn vrienden, mijn alles. Mijn ouders hadden vroeger al een bordje aan de muur hangen: Als je de mensen leert kennen, ga je van dieren houden. Ik kan niet anders zeggen dan dat het in mijn geval helemaal klopt. Als ik moet kiezen, heb ik liever een kat dan een vriend.”

Fijne jeugd

“Ik heb een fijne jeugd gehad met lieve ouders. Ik was hun enig kind en letterlijk het lichtpunt in hun leven. Helaas werd ik al jong half wees. Mijn vader overleed toen ik zeven was, aan de gevolgen van slokdarmkanker. Ik heb niet zo heel veel echte herinneringen aan hem, wel dat hij me altijd meenam naar dierentuin Blijdorp en de kinderboerderij. De liefde voor beestjes kreeg ik dus met de paplepel binnen.
Na zijn dood bleven mijn moeder en ik alleen achter, in hetzelfde huis als waar ik nu nog woon. Mijn moeder is nooit meer hertrouwd, heeft zelfs nooit meer een andere relatie gehad of überhaupt een keer afgesproken met een man. Ze had genoeg aan het zorgen voor mij én onze dieren, zei ze altijd. We hadden in die tijd naast katten en konijnen, ook nog honden. Ze werkte niet, dus had alle tijd hen drie of vier keer per dag uit te laten. Tot mijn grote verdriet kreeg ook zij kanker. Ze was een fervent roker en is tien jaar geleden gestorven aan de gevolgen van longkanker. Ik heb me nog nooit zo rot gevoeld als toen en het heeft jaren geduurd voordat ik haar dood een plek kon geven.”

Pech

“Zelf heb ik wel relaties gehad, alleen had ik daar veel pech mee. Eén keer heb ik zelfs op het punt gestaan om te gaan trouwen en samenwonen, maar dat is op het laatste moment niet doorgegaan. Ik was 27, kende de man al een jaar, maar ontdekte vlak na onze verloving, toevallig door berichtjes op zijn telefoon, dat hij een enorme player was en er meerdere vrouwen op na hield. De grond zakte letterlijk onder me weg. Al was ik blij dat ik er nu achter kwam en niet pas als we al lang en breed getrouwd waren, ik was er stuk van. Ik heb er maanden verdriet van gehad, ook omdat ik in gedachten mijn hele toekomst voor me had uitgestippeld.
Gelukkig was ik nog maar half bij hem ingetrokken en kon ik gewoon bij mijn moeder blijven wonen. Zij is ook degene geweest die mij heeft opgevangen – naast de katten en honden die we destijds hadden. Ze luisterde en troostte me waar ze kon. Ze was een schat. Daarna ben ik nog een jaar of vijftien bewust vrijgezel gebleven. Ik had het even gehad met mannen.
Uiteindelijk werd ik toch weer verliefd. Dit keer op een gescheiden vader, zijn dochter zat op de opvang waar ik werkte. We maakten altijd een kletspraatje als hij zijn dochter kwam ophalen. Op een gegeven moment vroeg hij me mee uit. Ik stemde er gelijk mee in. We zijn een paar keer wat gaan drinken en uit eten gegaan, we hebben een keer gebowld met zijn dochter erbij en ik ben zelfs een heel weekend bij hem geweest. Ik dacht echt dat hij de man van mijn dromen was. Hij was zo lief en vriendelijk.
Maar van de ene op de andere dag hoorde ik niks meer van hem. Zijn dochter kwam niet meer naar de opvang en hij reageerde niet meer op mijn berichtjes. Als ik hem belde, nam hij niet op. Zelfs als ik langs zijn huis reed en licht zag branden, gaf hij geen sjoege. Ik snapte er niks van. Zo bizar. Uiteindelijk kreeg ik na een maand of vier een kort berichtje: Sorry As, het ging te snel. Verder geen enkele verklaring. Ook niet op de 256 berichtend die ik hem daarna stuurde met Waarom? en Geef het alsjeblieft een kans en Laten we nog een kop koffie drinken.
Het stomme is dat ik nog een sjaal bij hem heb liggen. Het is geen dure, maar hij is wel van mijn moeder geweest en daarom voor mij dierbaar. Ik vind het redelijk asociaal dat hij die niet even heeft opgestuurd of langsgebracht. Ik vind het wel allemaal naar en koud, maar vooral onvolwassen. Als hij eerlijk gezegd had dat hij nog niet toe was aan een nieuwe relatie, had ik het gewoon begrepen.”

Verwaterde contacten

“Wat het extra lastig maakte, was dat ik nadat het met deze man uitging mijn pijn met niemand  kon delen. Mijn moeder was er niet meer, ik heb geen echt goede vrienden. De vriendinnen die ik op de middelbare school had, zijn inmiddels allemaal uit mijn leven verdwenen. De meeste kregen een relatie, trouwden, kregen kinderen terwijl ik nog volop single was. Ze hadden weinig tijd om nog iets af te spreken of te gaan stappen. Die contacten zijn allemaal verwaterd.
Een tijdlang heb ik regelmatig afgesproken met een collega. Dan gingen we op zaterdag samen naar de film of een keer winkelen. Ze is een flink stuk jonger en niet iemand bij wie ik mijn hele hart kan uitstorten, maar ik vond het toch gezellig. Helaas gaat zij nu meer om met een andere collega.  Ik heb af en toe het idee dat ze achter mijn rug om over mij praten of om me lachen. Ik heb daarom ook niet zo heel veel zin om nog energie te steken in dat soort contacten. Ik doe aardig, maar geen voorstellen meer iets af te spreken en zij ook niet.
Verder heb ik nog wel wat online vriendinnen, met wie ik in bepaalde speciale groepen op Facebook zit. Aardige mensen uit de diverse kattenclubjes met wie ik foto’s en filmpjes van mijn vijftal uitwissel. Heel leuk, maar ik ben niet zo close met ze dat ik mijn verdriet met ze deel. Mijn hart en tranen uitstorten doe ik altijd zonder woorden, in de vachten van mijn dieren; mijn levende knuffels.”

Onder een dekentje op de bank

“Ik heb mijn leven helemaal op mijn dieren aangepast. Speciaal voor mijn dieren ben ik op een buitenschoolse opvang gaan werken. Eerder werkte ik vier dagen op een kinderdagverblijf, maar toen mijn moeder overleed vond ik het zielig om ze hele dagen alleen achter te laten. Nu ik de voor- en naschoolse opvang doe, kan ik als de kinderen op school zitten tussendoor naar huis fietsen en er voor ze zijn.
Door mijn baan en de zorg voor mijn dieren is mijn leven doordeweeks best druk, maar in het weekend zie ik weinig mensen. Als mijn collega’s of ouders van de kinderen op vrijdagmiddag mij en elkaar een fijn weekend toewensen, weet ik dat zij meteen de laatste mensen zijn die ik spreek tot en met maandagochtend. Misschien dat ik nog een keer naar een winkel ga, maar tegen de kassière zeg ik niet meer dan ‘dankjewel’ en ‘tot ziens’. Dat zijn geen gesprekken.
Meestal probeer ik wel iets leuks van het weekend te maken. Ik haal lekkere hapjes in huis, bestel een keer sushi en binge series op Netflix onder een dekentje met mijn katten om me heen. Ik verveel me amper, heb het gezellig met mijn dieren, maar het is toch anders dan als je een gezin hebt of een leuke relatie.”

Gemis

“Veel familie heb ik helaas ook al niet. Ik heb nog wel een aardige nicht, Sonja, de dochter van mijn moeders zus Agaath. Zij is van mijn leeftijd, is een alleenstaande moeder van een zoon van vijftien. Ze woont helaas 120 kilometer verderop en heeft weinig geld te besteden, dus ze kan niet mijn kant op komen, maar ik ga af en toe naar haar. Een dagje en dan weer terug met de trein. Ik blijf nooit ergens slapen, ga ook nooit op vakantie, omdat ik geen oppas heb voor mijn dieren en ze niet te lang alleen thuis wil laten. Sonja nodigt mij ook altijd uit om bij haar Kerst of Oud en Nieuw te vieren, maar dat doe ik niet vanwege het vuurwerk. In december wordt er hier in de buurt heel veel knalvuurwerk afgestoken en daar zijn twee katten van mij doodsbang van. Dan wil ik er voor ze zijn: om ze te gerust te kunnen stellen. Op Oudjaarsavond geef ik ze wat rustgevende druppeltjes. Dat maakt dat ik met Oudjaarsavond dus ook thuis ben, maar dat vind ik niet erg.
Afgelopen Kerst ben ik wel op Eerste Kerstdag ’s middags nog even bij tante Agaath in het verzorgingshuis langs gegaan met een kerststukje en krans. Toen ik op de terugweg langs al die huizen fietste waarin mensen allemaal bij elkaar zaten rondom de kerstboom of eettafel, vond ik dat toch moeilijk om te zien. Zo was het bij ons vroeger thuis ook, zo zat ik ook met mijn ouders. Dat mis ik heel erg.”

Geen oordeel

“Zeg nooit nooit, maar op dit moment wil ik geen relatie meer. De vorige twee mannen hebben me veel pijn gedaan en de breuk met hen heeft me veel stress opgeleverd. Dan blijf ik liever alleen. Heerlijk rustig. Want hoe zielig het misschien ook klinkt dat ik alleen mijn dieren heb, ik ben wel gelukkig. Ik krijg zo veel liefde van mijn katten en konijnen. Zij zijn altijd blij als ik weer thuiskom uit mijn werk. Mijn katten vechten wie er bij mij op schoot mag liggen. Mijn dieren oordelen niet, vinden niet dat ik zeur of klaag, laten me niet in de steek. Dankzij hen heb ik veel om handen en ben ik nooit eenzaam.”  

Tekst: Joan Makenbach. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​
Foto: Getty Images

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.