Vrouw (21)

Romy stopt met zichzelf wegcijferen: ‘Het is tijd om nee te zeggen’

Zolang iedereen gelukkig is, ben ik dat ook, was jarenlang het motto van Romy (35). Haar pleasegedrag liep zo de spuigaten uit, dat ze uiteindelijk besloot het roer om te gooien. “Nu ben ík aan de beurt!”

“Laatst kreeg ik bijna ruzie met een vriendin over wie de rekening ‘mocht’ betalen. We hadden samen een hapje gegeten bij haar thuis en hadden afgesproken om te splitten. Maar omdat zij krap bij kas zat, pinde ik stiekem het hele bedrag toen ze even naar de wc was. Toen ze dat ontdekte, pakte ze meteen contant geld uit haar portemonnee en stopte dat in mijn tas. Wat ik vervolgens weer in háár jaszak propte. Dat hielden we nog een tijdje zo vol, tot ik inzag hoe belachelijk dit ‘gevecht’ eigenlijk was. Ik realiseerde me opeens dat mijn vriendin er waarschijnlijk gelukkiger van werd als ze ook kon bijdragen aan de leuke avond. Dus accepteerde ik haar geld. Zij blij, dus ik ook blij.

Bij vrijwel alles wat ik doe, denk ik eerst aan de belangen van de ander. Vraagt iemand of ik liever Italiaans of Thais wil eten, dan breekt het zweet me uit. Stel dat ik zeg dat ik zin heb in een lekkere curry, terwijl de ander stiekem gehoopt had op pizza? Dat zou jammer zijn, want pizza vind ik óók lekker. Mijn verjaardag vier ik steevast niet, omdat ik tijdens zo’n feestje toch niet van de avond kan genieten. Ik ben dan alleen maar bezig met opletten of mijn gasten het wel gezellig hebben met elkaar. Bovendien zou ik uren in de keuken staan om te zorgen dat zowel mijn vriendin die glutenvrij eet als de vegetariërs en de zwangeren van de hapjes kunnen eten. En dan zou het zomaar kunnen dat ik allerlei dingen op tafel zet, die ik zelf niet eens lekker vind…”

Hoge eisen

“Hoe ben ik eigenlijk zo’n extreme pleaser geworden? Deels is het waarschijnlijk erfelijk bepaald: mijn vader kan er ook wat van. Het komt door hem dat ik nooit met lege handen ergens op bezoek ga, maar me wel hoogst ongemakkelijk voel als iemand iets voor mij heeft meegenomen. Mijn vader is ook iemand die liever geeft dan krijgt. Ik hoorde hem nooit nee zeggen als iemand voorstelde langs te komen, ook al had ik hem even daarvoor nog horen klagen over hoofdpijn. En als er ergens verhuisd of geklust moest worden, was hij altijd de eerste die zijn hulp aanbood. Ook al betekende dat hij daarna tot diep in de nacht bezig was om zijn eigen werk af te krijgen. Bedankt, pap, dacht ik toen ik laatst op mijn knieën plinten aan het leggen was in het nieuwe appartement van een vage kennis. Mijn eigen huis is namelijk nog steeds gedeeltelijk plintloos. En ik woon er al twee jaar.

Gek genoeg was het juist mijn vader die ik vroeger altijd het meest probeerde te pleasen. De hoge eisen die hij zichzelf oplegde, golden ook voor mijn broertje en mij. Een zeven was bij ons thuis nooit voldoende. Dat moest minstens een acht zijn, en het liefst nog een negen. En omdat mijn broertje uitblonk in sport terwijl ik nog geen bal kon vangen, had ik constant het gevoel dat ik op een andere manier hard mijn best te doen om zijn goedkeuring te ‘winnen’. Ik werd niet alleen een meisje dat hard werkte en hoge cijfers haalde, maar ook het liefste meisje van de klas, degene die altijd voor anderen klaarstond en die je moeilijk níet aardig kon vinden.”

Alleen maar pleasen

“Lange tijd heb ik niet doorgehad dat ik mezelf op die manier compleet naar de achtergrond verbande. Doordat ik altijd probeerde mezelf zo ideaal mogelijk te gedragen, heb ik in de loop der jaren niet alleen trotse ouders, maar ook een groot sociaal netwerk om me heen verzameld. Ik heb bergen vrienden en vriendinnen, van wie er vijf mij ook nog eens als hun beste vriendin beschouwen. Dat levert veel gezelligheid op in de goede tijden, maar in de slechte tijden ook veel extra zorgen. Had een vriendin liefdesverdriet? Dan hing ik urenlang met haar aan de telefoon en reed ik midden in de nacht naar haar toe om bij haar in bed te slapen. Was een goede vriend zijn baan kwijt? Dan hielp ik mee zoeken naar vacatures en deed ik de boodschappen als zijn bankrekening leeg raakte. En toen een vriendin ging scheiden en zich geen raad wist met al het ingewikkelde papierwerk omdat ze de Nederlandse taal niet goed spreekt, nam ik dat uiteraard op mijn schouders.

Natuurlijk zouden ze dat andersom allemaal ook voor mij hebben gedaan. Maar dat was nu net het probleem: dat liet ik niet toe. Onbewust was ik namelijk zo bezig met anderen pleasen, dat ik mezelf wegcijferde. Ik weet nog dat ik een keer ernstig door mijn rug ben gegaan, waardoor ik een paar dagen echt helemaal niets kon. Verschillende vrienden boden aan langs te komen om boodschappen te doen of voor me te koken, maar dat wimpelde ik meteen af. Zij hadden immers zelf al genoeg problemen, ik wilde niemand tot last zijn.”

Logisch werd raar

“De wake-upcall kwam toen ik afgelopen zomer, na vier jaar vrijgezel te zijn geweest, een nieuwe vriend kreeg. Ik had vaker relaties gehad, maar zo verliefd als op hem, was ik nog nooit geweest. Dat wakkerde mijn pleasegedrag alleen maar verder aan: ik deed alles om het hem naar de zin te maken. In het begin vond hij het heerlijk dat ik hem zo verwende met romantische etentjes, weekendjes weg en lange massages, maar na een tijdje begon het hem te irriteren hoeveel ik voor hem deed. Was hij zijn telefoon vergeten mee te nemen uit de auto, dan liep ik meteen naar buiten om die voor hem te halen. Vond hij het gerecht dat hij besteld had in een restaurant niet zo lekker, dan ruilde ik zijn bord met het mijne. Op een gegeven moment vroeg hij waarom ik altijd hem op één zette, in plaats van mezelf. Vond ik mezelf die eerste plek soms niet waard? Die opmerking kwam zo hard bij me binnen, dat de tranen me in de ogen sprongen. Misschien had hij gelijk, en probeerde ik onbewust de liefde van anderen te verdienen door me zo dienstbaar mogelijk op te stellen. Hij zei dat hij van me hield om wie ik was, en niet om al die extra dingen die ik voor hem deed. Dat opende mijn ogen. Vanaf dat moment werd het zijn missie om me constant te wijzen op mijn pleasegedrag. ‘Waarom ga je eigenlijk nog steeds om met die ene oud-collega over wie je altijd klaagt?’, vroeg hij bijvoorbeeld. Met het schaamrood op mijn kaken moest ik bekennen dat ik dat alleen deed omdat zij al zo weinig vrienden had. Het was voor mij toch een kleine moeite om af en toe iets met haar te gaan drinken? Als mijn vriend vervolgens een wenkbrauw optrok, wist ik het antwoord al. Nee dus: het was blijkbaar geen normaal gedrag om met iemand af te spreken uit medelijden. En waarom ging ik eigenlijk altijd met mijn vriendinnen naar de tennisbaan, terwijl ik helemaal niet van tennissen hou? ‘Ja maar, dat vinden zíj zo leuk!’ Ik had het altijd logisch gevonden dat ik mezelf aan hen aanpaste, maar opeens klonk het raar. Hoe meer ik erbij stilstond waarom ik bepaalde dingen deed, hoe meer het me opviel dat ik volledig uit het oog verloren was wat ik eigenlijk zelf wilde. Natuurlijk is het logisch dat je af en toe iets doet voor een ander. Als je oma haar negentigste verjaardag viert of je lievelingsnichtje haar A-diploma haalt, doe je natuurlijk moeite om daar bij te zijn. Ook al had je op dat moment liever met een pak koekjes op de bank gehangen. Maar bij mij was de balans zoek: ik kon me niet eens meer heugen wanneer ik voor het laatst mijn eigen belang boven dat van een ander had gesteld.” 

Niet mijn probleem

“Dat ik mijn gedrag nu herkende, betekende niet dat ik er ook zomaar mee kon stoppen. Pleasen was zo’n tweede natuur geworden, dat ik niet altijd zag waar het fout ging. Dan zat ik gerust weer een heel weekend achter de computer, omdat ik werk van een collega had overgenomen. ‘Als ik het niet doe, heeft zij straks een burn-out’, gaf ik als verklaring aan mijn vriend. Waarop hij terugkaatste: ‘Is het jouw probleem dat zij niet goed kan plannen?’ Daar had ik niet van terug. Want ik ben natuurlijk lang niet de enige vrouwelijke pleaser: mijn collega kon zelf inderdaad ook nooit nee zeggen en nam daardoor veel te veel hooi op haar vork. Ik hielp haar dan uit de brand, maar eigenlijk kwam ik daardoor zelf in het nauw. Maar ja, het was wel mijn favoriete collega… Ik was bang dat ze me minder aardig zou vinden als ik haar niet zou helpen.  Ik kon op maandag toch niet met droge ogen vertellen over mijn gezellige vrije weekend, terwijl zij alleen maar had zitten ploeteren? Wat dat betreft was de mannelijke blik van mijn vriend een eyeopener. ‘Typisch iets voor jullie vrouwen’, zei hij. ‘Ik zou dat mijn collega’s nooit kwalijk nemen.’ De eerstvolgende keer dat mijn collega voorzichtig informeerde of ik toevallig tijd had in het weekend, gaf ik aan ik dat ik al plannen had. Ik hield mijn hart vast voor haar reactie, maar die bleef uit. Ze haalde haar schouders op en concludeerde dat de baas maar iemand anders moest vragen. Had ik hier nu zo moeilijk over gedaan?”

Voelt goed

“Inmiddels oefen ik steeds vaker met het stellen van mijn grenzen. Keer op keer ben ik verbaasd als de wereld gewoon blijft draaien als ik nee heb gezegd. De buurvrouw groet me nog even vriendelijk, zelfs nadat ik aangaf dat ik te druk was om haar zieke hond te vervoeren naar de dierenarts. Mijn broertje vond het geen enkel probleem dat ik zijn verjaardag dit jaar oversloeg omdat ik een vakantie had geboekt. En mijn vriendinnen bleken prima open te staan om wat vaker naar een rustig cafeetje te gaan, in plaats van naar een hippe dansclub. Sterker nog: eenmaal daar verzuchtten ze dat ze dat stiekem veel relaxter vonden, omdat we eigenlijk niet meer de leeftijd hadden om tot diep in de nacht te stappen. Het voelt goed om wat vaker voor mezelf op te komen. Het levert me niet alleen zeeën aan extra tijd op, stiekem is het ook best leuk om af en toe jezelf op één te zetten. Een avondje bioscoop met mijn lief is toch een stuk fijner als niet alleen hij geniet van de film, maar ik ook. Nog steeds ben ik vaak best bang om iemand teleur te stellen door nee te zeggen. Wat als ze me niet meer aardig vinden?, spookt dan door mijn hoofd. Maar die gedachte probeer ik meteen om te draaien: wat zou ik ervan vinden als iemand anders dit bij mij zou doen? Dat blijkt ontzettend te helpen. Want natuurlijk weet ik zelf ook wel dat je niet meteen een egoïstische trut bent als je af en toe voor jezelf kiest. Voor de mensen die ik liefheb, sta ik nog steeds klaar. Dag en nacht. Maar als er geen noodsituatie is, heb ik toch liever dat ze me gewoon laten slapen.”

Lees ook: Elsbeth: ‘Mijn man vindt me niet aantrekkelijk meer’


Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.