vrouw

Renate heeft ruzie met haar buurvrouwen: ‘Het is uit de hand gelopen’

Renate (33) ligt al sinds haar verhuizing in de clinch met twee buurvrouwen. “Het is nu zover gekomen dat ik me in mijn eigen huis echt niet meer veilig voel.”

Renate: “Het frustreert me ontzettend dat ik een conflict heb met mijn twee bovenbuurvrouwen. Hoewel je het misschien niet eens echt een ruzie kunt noemen, want wat mij betreft is er geen probleem. Ik hou er ook niet van om op alle slakken zout te leggen, in een flat leef je nu eenmaal dicht op elkaar. Maar met deze buurvrouwen is het helemaal uit de hand gelopen. Soms durf ik niet eens in mijn eigen tuin te zitten en ben ik het zo zat, dat ik wel zou willen verhuizen. Maar dat kan niet. Ik zit in een rolstoel en dit huis is speciaal voor mij aangepast. Ik kan hier dus niet weg. Daarom blijf ik hopen dat de situatie verbetert, dat er op zijn minst een neutrale sfeer kan heersen. Ik vind dit juist zo verdrietig omdat ik ook weet hoe het is om fantastische buren te hebben, waar je echt op terug kunt vallen. In de straat waar ik vroeger woonde, hebben een groot aantal mensen ervoor gezorgd dat ik toch in mijn appartementje kon blijven wonen toen ik in een rolstoel terecht kwam. Zonder hen had ik nu nog in een verpleeghuis gezeten.”

Rijk bezit

“Acht jaar geleden kreeg ik een bizar ongeluk: ik trok een vlizotrap naar beneden en dat ging mis. Het ding belandde op mijn gezicht, waardoor ik mijn neus brak en mijn nek verbrijzelde. De verwonding aan mijn nek was zó heftig, dat de artsen het niet aandurfden te opereren. De kans was te groot dat ze nog meer schade aan zouden richten. Alles was kapot, precies op de plek waar alle zenuwbanen elkaar kruisen. Het gevolg hiervan is dat vanuit de zenuwbanen in mijn nek alles langzaam afsterft. Ik krijg steeds minder kracht en gevoel in mijn lichaam en ik zal ook geen tachtig worden. De eerste jaren na het ongeluk ging het geleidelijk slechter. Ik woonde in een maisonnette in Groningen en had door omstandigheden geen contact meer met mijn ouders. Op hen kon ik helaas niet terugvallen toen het fysiek slechter en slechter met me ging. Mijn beste vriend Maarten hielp me waar hij kon, maar die kon ik niet én mijn huishouden laten doen, én het zijne en dan nog eens drie keer per dag mijn hond Pip uitlaten. In overleg is toen besloten dat ik tijdelijk naar een verzorgingshuis zou gaan. Maar ik zat daar niet op mijn plek en daardoor ging mijn lichamelijke conditie ook hard achteruit. Een buurvrouw die op bezoek kwam, zag dat. ‘Jij hoort hier echt niet, je kwijnt weg’, zei ze. Maar wat moest ik dan? Ik kon op dat moment weinig, mijn flat was niet aangepast aan een elektrische rolstoel en ik had een hond die zichzelf niet kon uitlaten. Dat ging ze regelen, zei ze. En zo geschiedde. Met een team van 22 mensen uit de buurt werd een rooster opgesteld om me te helpen. Regelmatig kwamen er mensen langs met wat eten of voor een praatje en voor Pip werd met liefde gezorgd. Als ik naar het ziekenhuis moest, ging er iemand mee, ze tilden me de trappen op en af. Dat heeft me zo ontzettend blij gemaakt, goede buren zijn echt een heel rijk bezit. Zonder hen had ik in dat verpleeghuis moeten blijven en nu kon ik weer fijn in mijn eigen huis zijn. Dat deed wonderen voor mijn humeur en ook voor mijn gezondheid.”

Moeilijk

“Helaas kon ik daar niet blijven wonen, dat was wel duidelijk: ik kon niet blijven leunen op de hulp van deze vrijwilligers. Dus ging ik op zoek naar passende woonruimte. Omdat er een tekort is aan rolstoelwoningen werd besloten dat ik op ‘gewone’ woningen van de woningbouw zou gaan reageren. Als ik er een toegewezen kreeg, zou die voor mij worden aangepast, zodat ik er met mijn elektrische rolstoel kon leven. Ik vond een prachtige benedenwoning en was helemaal blij. Maar op dat moment kon ik nog niet vermoeden dat twee verschillende bovenbuurvrouwen hard hun best zouden gaan doen om mij het leven zuur te maken. Nog voordat ik dit huis toegewezen had gekregen, ben ik gaan kijken. Ik stond hoog op de lijst en had er vertrouwen in dat ik de flat zou krijgen. Daar op de stoep ontmoette ik de eerste buurvrouw, Katja. Meteen kreeg ik van haar te horen dat de buurvrouw die boven haar woont, Daniëlle, ook op het appartement had gereageerd. En dat de hele flat wilde dat zij het huis zou krijgen en dat ze dus vooral hoopte dat ik hier niet zou komen wonen. Daarbij: het huis was toch te groot voor een vrouw alleen, dus wat had ik er te zoeken? En mocht ik de flat in het ergste geval toch toegewezen krijgen, dan moest ik eerst de planten en struiken in de tuin maar eens flink gaan snoeien. De toon was gezet. Ik heb niet eens zo veel teruggezegd, was eigenlijk vooral verbaasd. Ik besloot me er niet te druk over te maken, dit was vast een incident. Tot mijn vreugde kreeg ik de woning toegewezen. Echt een droomhuis: makkelijk toegankelijk op de begane grond, in de buurt van winkels en lekker groot, zodat er voor Pip, mij en mijn rolstoel voldoende ruimte is om te kunnen bewegen. Daarnaast heb ik een heel fijne tuin vol bloeiende planten en bomen, je kunt er heerlijk zitten.”

Kopje suiker

“Helaas duurde de verbouwing van het huis door een aantal tegenslagen wat langer dan verwacht, bijna een jaar heb ik moeten wachten tot ik erin kon. In die tijd ben ik wel af en toe gaan kijken. Zo kwam ik voor het eerst Daniëlle tegen, die het huis dus niet gekregen had. Op het moment dat ik de voordeur open wilde maken, stormde zij in haar pyjama de trap af, draaide de hand om waarmee ik net de sleutel in het slot stak, stapte over mijn benen heen en liep naar binnen. ‘Zo, nu wil ik wel eens even zien wat hier allemaal gebeurt’, verklaarde ze. ‘Die verbouwing duurt en duurt maar, waarom is dat eigenlijk?’ Ik stond perplex, maar durfde niet te zeggen dat ik haar gedrag een beetje vreemd vond, want ik wilde niet meteen al op slechte voet met haar staan. En misschien hadden ze wel last van de klussers? Dus besloot ik mijn buren wat beter op de hoogte te houden van het reilen en zeilen in mijn huis. Ik maakte een postertje waarop ik mezelf kort voorstelde, met daarbij een tekst over de verbouwing en dat als ik wist wanneer er werklui zouden komen, ik dat op dat postertje zou aangeven. Boven de tekst schreef ik in grote letters ‘Kopje suiker?’ en samen met vijf als cadeautjes ingepakte pakken suiker zette ik dat op de galerij neer, naast mijn voordeur. Ik vond het wel een ludieke manier om kennis te maken, aangezien ik lichamelijk niet in staat ben bij iedereen aan te bellen om mezelf voor te stellen. Nog geen half uur later was alles weg: het werk van Katja. Op dat moment begon me wel te dagen dat het moeilijk zou worden om een leuk burencontact met deze dame op te bouwen.”

Lees ook: Bewezen: een goede band met de buren maakt écht gelukkiger

Waterrekening

“Wat er in de tussentijd met beide buurvrouwen allemaal is voorgevallen, is eigenlijk te veel om op te noemen. Het gaat van kleine pesterijtjes, zoals andere mensen tegen mij opstoken, chloor in mijn planten gooien en afval, voorwerpen en water vanaf het balkon in mijn tuin laten vallen, tot grotere dingen die mij echt schade berokkenen. Zo kreeg ik toen ik nog niet eens verhuisd was al een gigantisch hoge waterrekening. Ik snapte er niets van, maar later hoorde ik van een andere buurvrouw, die het té zielig voor mij vond worden, dat de glazenwassers in de buurt dagelijks een aantal grote tanks water vulden vanuit mijn buitenkraan. En laat de echtgenoot van Katja nu net glazenwasser zijn… Tienduizenden liters water hebben ze op die manier ‘gestolen’, waar ik de rekening voor kon betalen. Beide buurvrouwen hebben al diverse gênante scènes geschopt in mijn voortuintje aan de weg. Daniëlle ging een keer helemaal uit haar dak omdat ik pinda’s en vetbolletjes voor de vogels in mijn tuin heb hangen. Dat mocht volgens haar niet en ze zou me wel even gaan aangeven bij de woningbouwvereniging. Ik probeerde redelijk te blijven, maar dat maakte geen verschil. Daarom zei ik op een gegeven moment dat ze zich maar gewoon niet met mij moesten bemoeien, omdat ik me ook niet met hun zaken bemoei. En toen kwam het. ‘Bemoeide je je maar eens met je bovenburen!’, beet Daniëlle me toe. ‘Jij houdt nooit rekening met ons, je bent zo asociaal!’. Ik vond het bijna zielig, misschien is ze wel hartstikke eenzaam. En als dat zo is, zou ik graag eens een kopje koffie bij haar komen drinken, maar op deze manier maakt ze toch geen vrienden? Vanaf het begin hangt er een rotsfeer. Was dat niet zo geweest, dan hadden we misschien wel goed contact gehad. Met de vele fijne ervaringen met mijn vorige buren nog vers in het geheugen zou ik dat best leuk vinden, maar na alle incidenten het afgelopen jaar kan ik me dat nu heel lastig voorstellen.”

Beangstigend

“Op dit moment is het zover dat ik bijna niet meer mijn tuin in durf. Want zodra ik daar ben, zitten de bovenbuurvrouwen voor het raam of op hun balkon en kijken ze me met priemende, boze ogen aan. Ook houden ze op luide toon gesprekken over wat er allemaal mis is met mijn huis. Mijn vloer is lelijk, de kleuren die ik voor mijn huis heb gekozen zijn niet mooi, mijn inrichting is gek, de tuin is niet goed. Ze vallen mijn thuiszorghulpen en Maarten ook lastig met hun geklaag. Ze denken écht dat ze alles kunnen maken, Katja heeft zichzelf zelfs een paar keer door de keukendeur naar binnen gelaten om commentaar te leveren. Ik kreeg haar dan met geen mogelijkheid meer weg. Dat vind ik beangstigend, want fysiek kan ik niets inbrengen tegen andere mensen. Ik heb de klink van die deur dus maar vervangen voor een knop, zodat ze er niet meer zomaar in kan. Ze komen ook in mijn tuin. Al diverse keren hebben ze zelf flinke delen van mijn planten weggesnoeid. Dat geeft ze nog gewoon toe ook. Laatst bereikte dat gezeur over mijn tuin echt een dieptepunt. In de wijk was de plantsoendienst van de gemeente bezig, en Katja zag haar kans schoon. Ze nodigde de snoeiers uit voor een kopje koffie een paar dagen later stonden ze ’s morgens vroeg opeens mijn struiken en bomen kort te wieken. Toen ben ik echt verschrikkelijk boos geworden. Na een flinke discussie over of het gemeentegrond was of mijn tuin, kwamen de hoveniers uiteindelijk met hun staart tussen de benen terug. Uit de tekeningen van het kadaster bleek inderdaad dat ze mijn planten hadden gesnoeid, de buurvrouw had ze verkeerd ingelicht. Ik kreeg wel een paar nieuwe planten, maar mijn tuin is nu een ravage.”

Ook interessant: Alicia heeft een vriend, maar is verliefd op haar nieuwe buurman

Onveilig gevoel

“Ik voel me gewoon niet meer veilig in en om mijn eigen huis, ben constant op mijn hoede. Want ook al wonen er hier in de buurt verder schatten van mensen met wie ik wel fijn contact heb en waardoor ik me een gezegend mens voel, deze twee dames verpesten mijn woongenot en dat levert me een boel stress op. En juist die stress kan ik met mijn gezondheid helemaal niet gebruiken. Ik heb al van alles geprobeerd. Van buurtbemiddeling tot maatschappelijk werk. Zelfs de politie is nu bezig met het opbouwen van een dossier. Ik zit helemaal niet te wachten op al dat gedoe. Het enige wat ik wil, is als volwassen mensen afspraken maken over hoe we met elkaar omgaan. En ons daar ook aan houden. Dat is voor iedereen toch fijner? Ik kan me niet voorstellen dat mijn buurvrouwen hier plezier aan beleven. Dat die het leuk vinden om constant met frustratie te leven. Volgens mij draait dit alleen maar om onwetendheid en misverstanden. Dat zou je met een goed gesprek uit de weg kunnen helpen, maar helaas hebben zij bij de buurtbeheerder nadrukkelijk aangegeven daar niet voor open te staan. Toch hoop ik uit de grond van mijn hart dat er snel een oplossing komt. Al spreken we alleen maar af dat we elkaar met rust laten. Misschien dat ik deze Vriendin wel bij ze door de brievenbus gooi, zodat zij kunnen lezen hoe ik me voel en dat ik geen kwade bedoelingen heb. Wie weet, helpt het.”

Alle namen zijn om privacyredenen veranderd.