Vrouw (4)

Lezeressen: ‘Eindelijk durfde ik mijn geheim te vertellen’

Sommige geheimen zijn zo genant of heftig, die durf je gewoon niet op te biechten. Maar als je dat tóch doet, lucht dat vaak op.

‘Ik loog dat ik geen alcohol lust omdat ik bang was haar te verliezen’

Ellen (34): “Bijna iedere student drinkt veel. Maar waar dat bij de meeste mensen een fase is, bleef ik er ook na mijn studententijd in hangen. Zo erg, dat ik niet meer functioneerde. De helft van de week had ik katers, de andere helft was gehuld in een nevel waarin ik dingen zei en appte waar ik later geen weet meer van had. Ik besloot hulp te zoeken, en na drie maanden therapie was ik nuchter. Eén regel: ik zou nooit meer mogen drinken.

Mijn vriendin houdt wel van een wijntje. Doodsbang haar kwijt te raken als ze zou horen dat ik een nuchtere alcoholist ben, loog ik vanaf onze eerste date – nu drie jaar geleden – dat ik gewoon geen alcohol lust. Zoiets valt niet vol te houden. Mensen bléven me drankjes in handen duwen met een ‘Kom op, doe niet zo ongezellig!’ Een kwelling, die ze nooit in hun hoofd zouden halen als ze wisten dat ik verslaafd ben, en altijd zal blijven. Hoe langer de leugen tussen ons in stond, hoe groter hij voelde. Dus nam ik mijn vriendin een paar weken geleden in vertrouwen, en zette me schrap voor het eind van onze relatie. ‘Wat ben jij een ijzersterk wijf’, kuste ze me. ‘Wil jij dit vanaf nu nooit meer alleen doen?’”   

‘Ik loog over mijn cv omdat ik me geneerde’

Marjan (47): “Mijn man heeft een succesvol eigen bedrijf. We wonen riant en dat ik werk, is in financieel opzicht nergens voor nodig. De prestigieuze manege waar ik zo graag wilde paardrijden, konden we makkelijk betalen, maar hield een pittige ballotage. Daar was ik op alleen de functie en het inkomen van mijn man prima doorheen gekomen, maar gegeneerd door mijn afhankelijke positie, loog ik een cv vol vrijwilligerswerk en benefietacties voor grote organisaties bij elkaar. Nog altijd sta ik er met knikkende knieën op borrels, bang dat iemand me zal vragen of ik die-en-die ken door mijn verzonnen weldoenerswerk. Maar als ik het nu opbiecht, kan ik me er al helemaal nooit meer vertonen.”

‘Pluisje was misschien ‘weggelopen’ naar zijn vriendjes’

Rianne (36): “Oké, het was niet de meest pedagogische oplossing. Maar toen onze dochter –  zes op dat moment – een dode egel vond in onze achtertuin, die mijn man en ik onder haar zwaar betraande toeziend oog begroeven, durfden we twee dagen later niet op te biechten dat ook ons konijn het loodje had gelegd. Er is maar zoveel dat een kinderhart kan verdragen, dacht ik praktisch toen ik Pluisje ‘s ochtends stijf in zijn tuinhok vond.

Koortsachtig bedacht ik hoe ik dit moest vertellen zonder haar hart te breken, toen mijn blik op het openstaande luik viel. Als Pluisje nu eens gewoon was ‘weggelopen’ naar zijn vriendjes in de wei achter ons huis? ‘Het kan gebeuren schat, dat konijnen liever in de vrije natuur willen zijn’, vertelde ik na schooltijd. Mijn dochter was teleurgesteld en een beetje verdrietig, maar slikte het voor zoete koek.

Tot het hele voorval een jaar geleden per toeval op tafel kwam, en ze – inmiddels twaalf – plotseling kritisch vroeg: ‘Maar mam, wie had het deurtje eigenlijk open gelaten? Jij voerde hem ’s avonds altijd.’ Ik had de schuld op me kunnen nemen en het verhaal kunnen laten zoals het was, maar op dat moment achtte ik haar oud genoeg voor de waarheid, die op deze leeftijd misschien ook wel positiever was dan de leugen. Niemand had een fout gemaakt, hij was gewoon overleden. Na een ontsteld ‘Nou, mám!’ heeft ze de rest van de avond met haar vader in een deuk gelegen. Je snapt dat ik het niet in mijn hoofd haal in ons huis óóit konijn te serveren; de grappen zouden niet ophouden.”

Lees ook: ‘Pas na zijn aanzoek vertelde ik over mijn soa’

‘Ik kreeg een huis op basis van een vervalst echtscheidingsconvenant’

Sharon (54): “Ja, het is illegaal. Maar toen ik mijn ex-man verliet, verdiende ik te veel om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning met mijn kinderen, en te weinig om in mijn eentje een huis in de vrije sector op mijn naam te krijgen. ‘Wat heb je het toch goed voor elkaar, Shar’, zeggen vriendinnen nog altijd goedkeurend als ze mijn huis binnenstappen. Maar behalve een goede vriendin weet niemand dat ik mijn vrijesectorwoning heb bemachtigd door mijn echtscheidingsconvenant te vervalsen en er een fictief, exorbitant hoge partneralimentatie aan toe te voegen om mijn inkomen op te krikken. Ik kan de huur van zestienhonderd euro kaal per maand betalen in mijn eentje, de verhuurder heeft nergens last van. Wat niet weet, wat niet deert; een dak boven ons hoofd gaat boven alles.”

‘Ik zou haar trui echt maar één dagje dragen, sprak ik af met mezelf’

Anjali (45): “Alles wat mijn twee jaar oudere zus had of deed was tien keer stoerder dan mijn leven, vond ik toen ik veertien was. Dus toen ze voor haar verjaardag een door haar felbegeerde trui van Naf Naf kreeg, superhip in die tijd, keek ik stikjaloers toe. Mijn zus hield haar kledingkast altijd nauwkeurig vergrendeld, liefdesbrieven van jongens en ander geheims veilig opgeborgen tussen haar T-shirts en truien.

Toen ze op examenreis ging, een survivaltrip in de Ardennen waarbij mooie kleding vooral thuis moest blijven, zag ik mijn kans schoon. Ik zou haar trui maar één dagje dragen om de blits te maken, sprak ik af met mezelf, en na schooltijd meteen weer terugleggen. Tot ik, mijn rugzak over één schouder, van lokaal wisselde, en mijn tas op mijn bureau slingerde. Ontsteld tikte mijn beste vriendin me op mijn schouder. ‘Anj, je zij!’ Vlak boven mijn heup, precies waar mijn rugzak had gehangen, prijkte een gigantische inktvlek van een lekkende vulpenvulling. In blinde paniek propte ik de trui bij thuiskomst in een container in de vuilstortruimte van onze flat.

Natuurlijk kreeg ik eerst de schuld toen mijn zus na haar reis haar trui nergens meer kon vinden, maar al snel bedacht ze dat de fout wel bij onze moeder moest liggen, die had hem immers gewassen. Het raadsel van de verdwenen trui raakte in de vergetelheid, tot het een paar jaar geleden tijdens Kerst als anekdote weer ter sprake kwam. Dat mijn moeder nog steeds de schuld kreeg, kon ik niet langer verdragen, dus biechtte ik op wat er gebeurd was. ‘Jij rotkind, ’ reageerde mijn zus, ‘dat is precies waar ik jouw gesloopte Lolo-bal gedumpt had, jaren eerder.’ En ik maar denken dat die van het balkon was gewaaid. We stonden quitte, en daarmee waren de mysteries én geheimen voor eens en altijd de wereld uit.”

‘Ik liep naar mijn voordeur alsof er niets gebeurd was’

Quirine (42): “Mijn kinderen – pubers van twaalf en veertien – weten het inmiddels: ik ben de koningin van het inparkeren, maar als ik ongesteld ben, bak ik er niks van. En zo kwam het dat ik na een etentje bij mijn moeder mijn stationwagon kramperig drie keer achter elkaar een kilometer van de stoep parkeerde. Terwijl de kinderen gierend van de lach op de achterbank zaten, waagde ik een vierde en laatste poging mijn auto in het pikkedonker strak in het parkeervak te zetten.

Geërgerd door het gejoel van mijn kinderen en overmand door hormonen, gaf ik een flinke dot gas in z’n achteruit, toen ik een doffe tik hoorde. Geen rotklap, het kon niets ernstigs zijn, dacht ik. ‘Shit mam, je hebt de auto van de buurman in puin gereden’, mompelde mijn oudste bedremmeld. ‘Mond dicht!’ siste ik – om met een hartslag standje-cardio naar mijn achterbumper te lopen. Mijn trekhaak had zich door het kunststoffen gedeelte van de voorbumper van mijn buurman geboord alsof het een pakje boter was.

Ik was net gescheiden, de kosten van het eigen risico van mijn autoverzekering kon ik er écht niet bij hebben. ‘Poeh, niks aan de hand’, loog ik tegen de kinderen. ‘We staan gewoon een beetje krap. Ik gooi hem wel even aan de overkant.’ Minstens honderd meter verderop, op een parkeerplaats waar een vrachtwagen in paste, zette ik de motor uit en liep naar mijn voordeur alsof er niets gebeurd was.

Drie dagen passeerde ik de auto van de buurman met het schaamrood op mijn kaken. Op de vierde dag hield ik het niet meer van het schuldgevoel en belde aan om het verhaal op te biechten. ‘Ik zag geen schade toen het gebeurde, maar nu liep ik net langs en zag een deuk’, jokte ik, om het stilhouden van de schade te verklaren. ‘Misschien heeft iets anders dat veroorzaakt, maar het kán zijn dat ik het was.’ ‘O, gooi maar een schadeformuliertje door de brievenbus’, knipoogde mijn buurman. Het hele geintje kostte me uiteindelijk nog geen honderdvijftig euro, de stress van mijn geheim was het niet waard geweest.”

Lees ook: ‘Voor hem was ik niets meer dan een minnares’

Foto: Getty Images