vrouw

Inez: ‘Ik steel weleens op mijn werk’

Inez (39) is alleenstaande moeder van drie kinderen (Fleur van 15, Simon van 13 en Koen van 11) en ze werkt parttime in een supermarkt. Ze steelt weleens op haar werk. “Het begon in een opwelling, maar het lijkt wel een verslaving.”

Inez: “Zeven jaar geleden ging de vader van mijn kinderen er vandoor met een moeder van het schoolplein. Zoiets is je grootste nachtmerrie. Iedereen in het dorp wist ervan en op school werd ik door alle andere ouders aangekeken. Wat ze dachten, weet ik niet. Ze zullen misschien wel medelijden met me hebben gehad, maar het kijken en het ongetwijfeld ook veel achter mijn rug om over me kletsen, voelde vooral als sensatiezucht. Als ik eerlijk ben, had ik er, als het om iemand anders was gegaan, zelf ook van gesmuld. Maar nu betrof de roddel mijzelf en dan is de lol er snel vanaf. Bart had nergens last van, zo leek het. Die was verliefd en bouwde met die andere vrouw, alsof het de normaalste zaak van de wereld was, een nieuw leven op. De kinderen van school halen, wilde ik niet. Ze hadden al zo veel te verduren, een andere school wilde ik ze niet ook nog eens aandoen. Met financiële hulp van mijn ouders en de overwaarde van ons huis wist ik een klein afgeleefd appartementje te kopen. Daar zit ik nu nog.
Ik heb er altijd mijn best voor gedaan de band tussen Bart en mij goed te houden. Dat lukt slechts ten dele. Die andere vrouw bemoeit zich maar wat graag met de opvoeding van onze kinderen en dat moet ze niet doen. Ze hebben samen een prachtig huis gekocht en leven het leven dat ik ooit had. Er zijn ongewild toch meer spanningen ontstaan dan ik me van tevoren had voorgenomen. De kinderen voelen dat en zijn het liefst bij mij, zeggen ze alle drie. Van de co-ouderschapsregeling die we hadden, komt weinig terecht. Als de kinderen vragen of ze bij mij mogen zijn, stem ik daar altijd mee in. Ze zijn niet gelukkig bij Bart en bij zijn vriendin en haar kinderen, dus wat moet ik? Bart vindt het allang best. We hebben alleen destijds de alimentatie wel vastgesteld met in gedachten dat we de zorg fiftyfifty zouden verdelen. Ondanks dat ik zuinig leef en vier dagen in de week werk, kom ik iedere maand geld tekort. Het leven is de laatste jaren ook zo duur geworden. Ik snap niet hoe andere mensen het doen…”

Opwelling

“Ik werk als assistent-bedrijfsleider in de supermarkt waar ik ooit als tiener begon als vakkenvuller. Ik zit er al zo lang, ik behoor tot het meubilair, zeg ik weleens. Mijn baas is ontzettend op me gesteld. Ik kom nooit te laat, meld me vrijwel nooit ziek en als er een keer een dienst geruild moet worden, zal ik nooit ingewikkeld doen. Dat ik weleens wat steel op mijn werk, weet niemand. Niemand vermoedt dat ook, denk ik. Het past zo niet bij wie ik ben en wat ik uitstraal.
Het begon een paar jaar geleden in een opwelling en een beetje uit nood. Het was laat, ik zou de kinderen bij Bart ophalen en ze zouden bij mij eten, maar ik was vergeten gehakt te halen voor de pasta die ik wilde maken. Het was mijn idee het nog even snel te kopen voor ik naar Bart zou rijden, maar toen ik het wilde afrekenen, ontdekte ik dat ik mijn portemonnee vergeten was. Ik had het gehakt in mijn handen, keek om me heen, zag niemand en liet het pakje zo in mijn tas glijden. Daar schrok ik van. ‘Morgen reken je het alsnog af’, zei ik tegen mezelf, toen ik de winkel uitliep. Dat is er echter nooit van gekomen. Het ging zó makkelijk en het gaf me gek genoeg nog een kick ook. ‘Waarom doe je dit niet eens wat vaker?’, zei een stemmetje in mijn hoofd. Ik vond dat dat best kon. Ik werkte keihard, moest altijd alle eindjes aan elkaar knopen en wat zou mijn baas er nou van merken? Het weekend voor ik mijn eerste keer iets stal, had hij zijn dochter een paard cadeau gedaan. Ik kon voor Fleur niet eens een paardrijles betalen… Met zulke gedachten praatte ik goed wat ik gedaan had. En ik maakte een begin met wat tegenwoordig regelmatig gebeurt.”

Beschadigen

“Meerdere keren per week neem ik iets uit de winkel weg wat ik niet afreken. Ik kies daarbij vaak voor de wat duurdere producten: kaas of vleeswaren bijvoorbeeld. Maar ik laat ook weleens een pak lekkere koeken van de bakkerij in mijn tas glijden of een pot pindakaas of pasta. Ik heb mijn tas achter staan en daar kijkt nooit iemand in. Waarom zouden ze? En dat ik met een product in mijn handen naar het magazijn loop, vindt helemaal niemand gek. Een keer liep ik door naar de personeelsruimte, waar op dat moment mijn baas met iets bezig was. Ik schrok, maar liet niks merken. Ik pakte een lippenbalsem uit mijn jaszak, maakte even kort een praatje met mijn baas en maakte terloops een opmerking over het blok kaas in mijn handen: ‘Deze streepjescode werkt niet. Ik ga zo eens kijken of het bij de andere blokken ook zo is, maar eerst even mijn droge lippen insmeren.’ Mijn baas keek totaal niet verbaasd en ik weet ook zeker dat hij er geen seconde iets achter gezocht heeft.
Wat ik ook soms doe, is een verpakking met opzet beschadigen. Dan neem ik het mee onder het mom dat het nu toch niet meer verkoopbaar is, mijn baas vindt dat prima. Maar uiteraard is ook dat gewoon diefstal natuurlijk. En ik kan me daar ook nog steeds weleens ontzettend schuldig om voelen. Het lijkt wel een beetje een verslaving. Ik wil wel stoppen, maar het lukt me niet. Ik doe het makkelijker als ik vind dat iets heel oneerlijk is, dat Bart en zijn vriendin een weekendje weg gaan samen, bijvoorbeeld. Het verdooft een beetje het rotgevoel dat ik dan heb. Zij iets extra’s, ik iets extra’s. En ik vind het fijn dat op die manier mijn kinderen qua eten en drinken niet snel iets tekortkomen. Ga maar eens voor drie pubers broodbeleg halen, ze vreten je failliet, zeg ik regelmatig.”

Geld tekort

“Veel mensen hebben er geen idee van hoe moeilijk het is om als alleenstaande moeder het hoofd boven water te houden. Ik kan financieel op niemand terugvallen. Mijn ouders hebben mij geholpen met mijn huis en daar ben ik ze eeuwig dankbaar voor. Ik moet er niet aan denken nu ook nog eens mijn hand te moeten ophouden voor mijn huishoudelijke uitgaven. Ze zijn juist zo trots op me dat ik het in mijn eentje rooi. Ik doe niets geks, echt niet. Op vakantie gaan we al jaren niet meer en ik pak voor vrijwel alles de fiets. Ik kan me niet heugen dat ik voor mezelf nieuwe kleding heb gekocht. Bart neemt de kinderen gelukkig eens in het half jaar mee voor een nieuwe outfit en Fleur heeft sinds een klein jaar een baantje waarmee ze voor zichzelf de dingen koopt die ze echt heel graag wil hebben. In mijn huis staan voornamelijk tweedehandsmeubels of kringloopvondsten en toch, ondanks de zuinige leefstijl, kom ik vrijwel iedere maand geld tekort. Ga dan een dag meer werken, zullen mensen misschien denken. Dat heb ik ook zeker wel overwogen, maar ik heb drie kinderen om voor te zorgen. Ze hebben alle drie zo hun eigen uitdagingen en ik wil er als moeder ook voor ze zijn. Ik wil niet altijd maar aan het werk zijn en ze aan hun lot overlaten. Opvoeden kun je maar een keer doen en dat wil ik niet verknallen door afwezigheid.”

Knalrood hoofd

“‘Jij moet je alimentatie opnieuw laten vaststellen’, heeft mijn broer al een paar keer gezegd. Hij kan er echt woest om worden dat Bart daar niet uit zichzelf over begint. Ik merk aan mezelf alleen dat ik er niet de energie voor heb die strijd aan te gaan. Ik ben er namelijk bang voor dat het dat gaat worden: een strijd. Ik wil dat niet, niet voor mezelf en niet voor de kinderen. Dus doe ik wat ik nu doe. Ik maak het leven op financieel vlak wat aangenamer door met diefstal de druk op mijn wekelijkse boodschappen te verlichten.
Een tijdje terug ben ik een grens over gegaan door ook eens geld uit de kassa weg te nemen. Het ging maar om vijftig euro, maar toch, het was niet mijn vijftig euro. Ik zat die dag zelf niet achter de kassa, maar was heel even bijgesprongen. Het kasverschil werd ontdekt en er is tegenover al het personeel melding van gemaakt. Het gebeurt wel vaker alleen dit keer was ik degene die het veroorzaakte. Dat ik een knalrood hoofd kreeg toen het werd besproken, is waarschijnlijk niemand opgevallen. Maar het gevoel dat ik daar toen had, wil ik echt nooit meer hebben. Ik sliep die nacht slecht en heb het geld met buikpijn uitgegeven bij de fietsenmaker, waar Simons fiets ter reparatie stond. Van tevoren had ik gedacht dat het doel de middelen zou heiligen: ik deed het om mijn kind weer op weg te helpen. Ik ga dat alleen nooit meer op die manier doen. Het liefst stop ik ermee. Wat als ik een keer betrapt word? Ik heb pas écht een groot probleem als ik mijn baan kwijtraak. De ellende is alleen dat ik vrijwel zeker weet dat ik nooit betrapt word. Ik kan me er altijd uitpraten, denk ik. Ik maak gebruik van de goodwill die ik in al die jaren trouwe dienst heb opgebouwd en dat maakt het des te slechter, vind ik zelf. Ik weet zeker dat ik niet de enige ben die dit doet. Onlangs werd bekend dat er zo ontzettend veel wordt gestolen bij de zelfscanners. Het is al een paar keer gebeurd dat ik daar mensen op betrap. Je weet echt wel wanneer iemand per ongeluk iets niet gescand heeft en wanneer iemand het doelbewust heeft gedaan. Tegen de richtlijnen in, ben ik voor vrijwel iedereen die het overkomt mild. Je kent het verhaal erachter niet. Misschien is het, net als ik, wel iemand die het hoofd anders niet boven water kan houden. Ergens voelt het ook alsof de supermarkten met die torenhoge prijzen van ons stelen… Je hoort het al, ik heb echt allemaal smoesjes die mijn honderd procent slechte gedrag proberen te rechtvaardigen.”

Tekst: Hester Zitvast. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.