Fleur verloor haar grote liefde: ‘We geloofden dat we de wereld zouden veranderen’

Fleur verloor haar grote liefde: ‘We geloofden dat we de wereld zouden veranderen’

Fleur zou met haar partner Julian in alle 22 landen trouwen waar twee vrouwen dat mogen. Op een positieve manier gelijke huwelijksrechten onder de aandacht brengen, dat was hun doel. Maar na het vierde huwelijk kreeg Julian de diagnose dat ze agressieve hersentumoren had. Zes weken later stierf ze.

Fleur zou met haar partner Julian in alle 22 landen trouwen waar twee vrouwen dat mogen. Op een positieve manier gelijke huwelijksrechten onder de aandacht brengen, dat was hun doel. Maar na het vierde huwelijk kreeg Julian de diagnose dat ze agressieve hersentumoren had. Zes weken later stierf ze.

“Julian ademt niet meer. Verdriet, paniek, angst, pijn en de tijgerhaai duiken in mijn hoofd als ik haar aankijk. Voelde ik net nog haar energie, dan heb ik nu schrik van het gebrek aan leven, van de lege huls die ik in mijn armen hou en waar ooit mijn mooie vrouw in zat. Een diepe liefde voor wat is verdwenen en een onredelijke angst voor wat er nog is. Met een rilling laat ik haar voorzichtig los en open een raam. Waarom ik dat doe weet ik niet, maar ik weet wel dat het heel belangrijk is. Ik durf niet meer naast haar te gaan liggen en ga op mijn knieën naast het bed zitten, leg mij hoofd op haar buik en huil.” Uit: Julian

Fleur: “Ik heb Julian niet de grote begrafenis gegeven die ze verdiende. Ik kon het niet. Julian overleed op 22 januari 2018 om dertien minuten voor elf in een klein Frans dorpje. Twee dagen later werd ze om 11 uur gecremeerd. Het leek mij een goed excuus om geen grote uitvaart te organiseren. Ik was in Frankrijk. Niemand kon komen. Misschien geloofde ik het zelfs op dat moment. Maar ik was gewoonweg niet in staat om troost te ontvangen. Laat staan om te praten met andere mensen. Ik was alleen met mijn moeder.

Diep verdriet is fysiek. Dat heb ik toen ervaren. Dubbelgeklapt van de pijn heb ik naast haar kist gestaan. En ook de weken daarna kon ik nauwelijks uit bed komen. Ik kwam er alleen uit om naar het toilet te gaan of in een warm bad te liggen. Mijn lijf zat vast. Mijn leven was voorbij. We hadden zeven jaar lang het grootste geluk beleefd. Nu was alles donker. Toen ze stierf nam ze al het licht met zich mee.”

Opnieuw uitvinden

“Ze zeggen dat het tweede jaar erger is dan het eerste jaar. En dat is ook zo. Het eerste jaar was ik verdoofd. Toen was ik helemaal gefocusseerd op het verlies, op het trauma. Nu denk ik een paar keer per dag: dit gaat zij nooit meer meemaken. Het wordt veel realistischer.

Bij haar was ik een fijn mens. Ik was graag mezelf bij haar. We waren 24 uur per dag samen. Nu moet ik mezelf opnieuw uitvinden: wie ben ik zonder haar? Een vriendin gaf mij laatst een boekje en zei: ‘Schrijf eens op wat jij nog allemaal wilt doen in je leven.’ De volgende ochtend dacht ik: de helft van wat ik heb opgeschreven is niet waar. Ik schreef bijvoorbeeld: veel op reis gaan. Dat hebben wij altijd gedaan. Maar nu denk ik: goh, ik zit hier in Antwerpen wel even op mijn gemak. Ik wil kunnen nesten.

Ik weet het allemaal even niet. En dat is oké. Iedereen heeft tegenwoordig een mening. Over alles. Het liefst van 140 letters, zoals op Twitter. Ik hoef het niet allemaal te weten. En ik hoef niet op alles een pasklaar antwoord te hebben.”

Lees ook: Simones man overleed plotseling toen zij zwanger was

Nooit huilen

“Toen Julian stierf dacht ik: ik moet me niet honderd procent laten gaan. Want dan kom ik er nooit meer uit. Dus ik besloot: in publiek ga ik nooit huilen. Thuis mag ik doen wat ik wil, maar ik ga me niet altijd en overal laten gaan. Dat vond ik een gezonde beslissing. Het heeft mij gesterkt.  Het gevoel van: ik heb wel een keuze. Ik kan huilen. Of niet. Ik kan blijven liggen. Of ik kan gaan rechtstaan. Het is een kleine keuze. Maar het is er wel één.

Ik zat op Facebook in verschillende groepen van weduwen. Ik dacht: zij weten iets wat ik nog moet leren. Iemand schreef: ik ben weer een week niet buiten geweest. Een ander vroeg: hoe lang is het nu geleden? Ze schreef: 22 jaar. Toen dacht ik: of ik maak er nu een einde aan, of ik ga door, want dit wil ik niet meer zeggen over 22 jaar. Toen besloot ik recht te staan, en die keuze maak ik nog iedere ochtend.”

“Ik ontmoette Julian op een evenement in Amsterdam. Er werd over feminisme en gender gepraat en een pornoactrice hield een lezing. Een zwangere pornoactrice om precies te zijn. Ze zou praten over haar plaats als vrouw in een wereld die bijna uitsluitend door mannen wordt geregeerd. Ik lag half verkouden op mijn sofa in Antwerpen, maar besloot mijn nieuwsgierigheid te volgen. Later vroeg Julian of we daar geen ander verhaal van konden maken. Ze vond het wat plat om te zeggen dat wel elkaar hadden ontmoet bij een lezing over porno. Ik stemde in: we hadden elkaar ontmoet op een feest. Simpel. De realiteit was echter zo overweldigend dat ik ons fantasieverhaal steeds vergat en ik met de pornoactrice voor de dag bleef komen.

‘Sorry!’ zei ik dan.

‘Geef niets’, zei ze. ‘Volgende keer beter.’

Zelf vertelde ze dat ze op slag smoorverliefd was. Dat ze ter plaatse alles voor mij uit haar handen wilde laten vallen. Ze vertelde ook dat ik een bontjas droeg met een kort jurkje. Ik heb nooit een bontjas gehad of gedragen. Maar zij herinnerde zich dat jasje precies. Hoe betrouwbaar zijn herinneringen. Hoe betrouwbaar is alles wat ik hier neerschrijf?”

Uit: Julian

Wat dan nog?

“Julian en ik spraken de hele dag met elkaar. Soms buitelden de woorden over elkaar heen. Zelfs ’s nachts kon ik Julian wakker maken omdat ik weer iets had bedacht. ‘Geef niets’, zei ze dan met een glimlach. Ik kon zelden wachten tot de volgende ochtend. Alles was belangrijk.

We begonnen een eigen magazine: Et Alors. Het betekent: en wat dan nog? Toen de Franse president Mitterand werd gevraagd of hij een buitenechtelijke dochter had, gaf hij dat antwoord aan de journalist. Ik vond dat schitterend. Julian en ik zouden schrijven over gender, drag, feminisme en kunst. En we besloten zelf op de cover te gaan staan voor het eerste nummer. Als we andere mensen zouden vragen zich bloot te geven, moesten we dat zelf toch ook doen. Ik met witte handschoenen. Julian met half ontblootte borsten en een baard. Het magazine was heerlijk om te doen, het werd onze eigen speeltuin. Een noodzakelijke. Dat wel.”

Juichen

“Toen ik verliefd werd op Julian behoorde ik ineens tot de gay-community. Daarvoor was ik getrouwd geweest met een man. Ineens realiseerde ik me nog zoveel meer dat liefde niet altijd vanzelfsprekend is. Ik was altijd al een feminist geweest, in de ogen van sommige mensen radicaal. Maar nu kwam alles nog zoveel dichterbij. Er zijn nog altijd twaalf landen waar er doodstraf staat op homoseksualiteit. Het is in 71 landen illegaal. Mensen krijgen stokslagen en levenslange gevangenisstraf. Er zijn veel jongeren die zelfmoord plegen omdat ze worden gepest. Of er niet voor uit durven komen. En wie kent niet de beelden van mannen die van een toren werden gegooid? Verschrikkelijk. Wanneer we hoorden dat het homohuwelijk werd toegestaan in een nieuw land, had ik de neiging om de champagne open te trekken. Julian zei dan altijd: ‘Waarom zou je juichen voor iets dat zo normaal zou moeten zijn?’ Waarna we toch maar een fles opentrokken.

Ook wij wilden trouwen. Ze had me gezegd: ‘Ik wil dolgraag met je trouwen. Volgens mij ben jij prachtig in een witte jurk. En ik wil voor altijd bij je blijven, dat ook.’ Dus we trouwden in Frankrijk. Een week vol zon, vriendschap en champagne. Ik droeg een witte jurk en stond op blote voeten. Dat had ik altijd gewild: trouwen op blote voeten.”

Lees ook: Joyce, Gaby en Janneke verloren hun vriendin aan borstkanker

Stel je voor dat…

“Op een nacht in New York spraken we weer tot diep in de nacht met elkaar. Daar werd Project 22 was geboren. Ik zou met mijn vrouw symbolisch trouwen in alle landen waar het homohuwelijk was toegestaan. Dat waren er toen 22. We zeiden tegen elkaar: hoe mooi zou het zijn als er steeds een land bij zou komen. Stel je voor dat wij ogen kunnen openen. Discussies op gang kunnen brengen. Liefde verspreiden. Positief activisme. Dat vonden we zo’n fantastisch idee.

Vanaf dat moment wilden we er helemaal voor gaan. Dat betekende dat we alles op zouden geven, ook ons huis in Spanje. We begonnen te rekenen. Te plannen. Het was vreemd want voor die tijd leefden we van dag tot dag. Nu moesten we ineens 22 huwelijken vooruitkijken. We besloten alles te verkopen. En dan zie je hoeveel je verzamelt in een paar jaar. Leuke vintage asbakken bijvoorbeeld. Terwijl we niet rookten.

In New York vertelden we mensen onze plannen. Iedereen vond het geweldig. Dat is zo leuk daar: iedereen is enthousiast over wilde ideeën. De pers sprong er bovenop. We kregen overal support. We zouden een kunstproject maken met foto’s en videoreportages. Wij geloofden op dat moment dat wij de wereld zouden veranderen. Vier huwelijken. Dat is wat wij kregen. New York, Amsterdam, Antwerpen, Parijs. En toen stopte het.”

Verder leven

“Ik ben iemand die er de kantjes nogal vanaf kan lopen. Het is voor mij al gauw goed. Maar nu: ik wilde het allerbeste boek schrijven. Voor haar. Ons werk voortzetten. Wat ik nog voor Julian kon doen, heb ik gedaan. Ik schreef het boek dat ik nooit had willen schrijven. En dat ik waarschijnlijk nooit meer ga herlezen. Ik deed het zodat Julian verder kon leven via mijn werk.

Het is nu twee jaar geleden. De rouw is alleen maar erger geworden. Het verhaal van tijd, helen en wonden, ik weet niet wie dat heeft verzonnen. Ik heb hard gewerkt, ook om te overleven. Inmiddels heb ik twee boeken geschreven: Julian en Love around the world, mijn kinderboek dat net in Amerika is uitgekomen. Over twee vrouwen die overal in de wereld gaan trouwen. Daarin gaat er niemand dood. Een boek van hoop en liefde. Dat vond ik belangrijk.

Door Julian leerde ik intens liefhebben. Haar, én andere mensen. Daar is nu een groot mededogen bijgekomen. Ik kon vroeger makkelijk zeggen: wees niet zo’n slachtoffer. Dat oordeel is weg. Net als de stelligheid. Ik zeg niet: ik zal nooit meer liefhebben. Want ik weet dat het bestaat; zo’n extreme liefde. Dan zou je vertrouwen moeten hebben.  Ik kan me er nu nog niets concreet bij voorstellen. Misschien komt het nooit meer. En dan is dat ook oké. Ik heb mijn zeven perfecte jaren gehad. Ik ben niet alleen. Ik heb veel vrienden. Ik ben eenzaam zonder Julian. Maar ik ben niet alleen.

Soms vragen mensen me: doet het je pijn als je andere mensen gelukkig hand in hand over straat ziet lopen? En dan zeg ik: het is niet dát beeld dat pijn doet. Maar juist: mensen die kwaad zijn op elkaar, ruzie maken, vol verwijten zitten. Die mensen wil ik door elkaar schudden: hou op! Heb elkaar lief.”

Tekst: Christine Pannebakker. Foto’s: Ruud Hoornstra. Visagie: Lisette Verhoofstad.