gevangen-in-huwelijk

Anita: ‘Ik zit gevangen in mijn huwelijk’

Wat als je wilt scheiden, maar dat om financiële redenen eigenlijk niet kunt? Anita (41) wil weg bij haar man, maar vindt dat ze haar zoons (15 en 13) dan niet voldoende kan bieden. Anita: “Ja, ik ben ongelukkig. Dat klinkt misschien dramatisch, maar iets anders kan ik er nu niet van maken. Toch weet…

Wat als je wilt scheiden, maar dat om financiële redenen eigenlijk niet kunt? Anita (41) wil weg bij haar man, maar vindt dat ze haar zoons (15 en 13) dan niet voldoende kan bieden.

Anita: “Ja, ik ben ongelukkig. Dat klinkt misschien dramatisch, maar iets anders kan ik er nu niet van maken. Toch weet ik dat ik op dit moment niet voor mezelf kan kiezen, ook al wil ik dat het allerliefste. Als ik mijn hart zou volgen, ging ik vandaag nog bij mijn man weg, maar daar zijn mijn zoons niet bij gebaat. Dus probeer ik het nog maar even uit te zingen. Ik weet alleen niet hoe lang ik dat volhoud.

Ik ben al sinds mijn negentiende samen met John. We kenden elkaar via wederzijdse vrienden en het klikte. Dus maakten we een paar keer een afspraakje en kregen we verkering. In het begin was het allemaal nog niet zo serieus, ik kan me ook niet herinneren dat ik ooit stapelverliefd op hem ben geweest. Als je me die eerste twee, drie jaar had gevraagd of ik dacht dat we voor altijd bij elkaar zouden blijven, had ik je zeker gezegd dat dat niet ging gebeuren. Maar de tijd verstreek en er was niet echt een reden om het uit te maken. We konden met elkaar praten en lachen, hadden een grote vriendengroep, konden met elkaars familie overweg. Kortom: het was allemaal best gezellig en toen John me na vijf jaar ten huwelijk vroeg, zei ik dus ja.”

Kop in het zand

“In de aanloop naar de bruiloft bekroop me weleens een gevoel van paniek. Moest ik dit wel doen? Was John wel de man voor mij? Maar ik drukte die gedachten zo ver mogelijk weg. Ik moest niet zeuren: iedereen vond dat we goed bij elkaar pasten, John was duidelijk hartstikke gek op mij en we hadden het goed samen. Wat had ik nou nog meer te wensen? We trouwden toen ik 25 was, het was een prachtige dag met alles erop en eraan en ik genoot er echt van. Het leek wel of ik de twijfels eindelijk van me af kon schudden. Vlak daarna raakte ik in verwachting en precies een jaar na de bruiloft beviel ik van onze oudste zoon Pim. Ik was meteen helemaal verkikkerd op dat kleine mannetje. Pim was een heerlijke baby en John genoot zichtbaar van zijn vaderrol. Er brak een fijne tijd aan, ik voelde me vertrouwd en geborgen en was echt gelukkig. We wilden al snel nog een kindje en twee jaar na de oudste kregen we nog een zoon: Thomas. Jarenlang ging alles zijn gangetje. Toen Pim geboren werd, was ik gestopt met werken en af en toe knaagde het aan me dat ik alleen ‘echtgenote van…’ en ‘moeder van…’ was. Dus op het moment dat Thomas naar de kleuterschool ging, was ik het thuismoederen echt zat en besloot ik weer een baan te zoeken.

Van John hoefde het niet, hij verdiende voldoende om de boel draaiende te houden, maar ik stond erop. Nu de jongens naar school waren, had ik geen idee wat ik de hele dag moest doen thuis. Gelukkig werd ik al snel aangenomen als secretaresse bij een makelaarskantoor dicht bij huis. Eerst voor twee dagen per week, maar al snel werden dat er vier. Ik voelde me er heerlijk bij, had voor het eerst sinds jaren weer echt iets voor mezelf. John vond het in het begin fi jn voor me dat ik het zo naar mijn zin had, maar hij stond er eigenlijk niet achter dat ik vier dagen ging werken. Toch heb ik dat gedaan. Met de kinderen was het goed te regelen. Ik bracht hen naar school en ging daarna direct door naar kantoor. Met de buurvrouw had ik afgesproken dat zij de jongens ’s middags uit school mee naar huis nam. Ik werkte tot half vier en als ik dan thuiskwam, kwamen zij meestal ook net thuis. Op woensdag was ik vrij. Pim en Thomas leden er dus absoluut niet onder dat ik werkte en zelf voelde ik me helemaal opbloeien.”

Stapelverliefd

“Thuis leek alles goed te gaan, maar langzaam maar zeker kwam dat knagende gevoel van voor mijn huwelijk weer terug. Is dit het nou? dacht ik steeds vaker. Onze relatie dutte compleet in. Van lichamelijke intimiteit was bijna geen sprake meer: als we eens in de maand seks hadden, was het veel. Ik had ook niet het idee dat John daar nog heel erg naar taalde, volgens mij vond hij het ook allemaal wel best. Waar ik er vroeger altijd van overtuigd was geweest dat John gek op mij was, werd ik daar steeds minder zeker van. Ik denk dat in die tijd zijn gevoel voor mij ook al begon af te nemen. Maar voor de buitenwereld leken we nog steeds het perfecte stel: leuke kinderen, allebei een goede baan en als klap op de vuurpijl kochten we in 2009 een ander huis. Van een rijtjeshuis gingen we naar een vrijstaande woning aan het water. Ik stortte me op de inrichting en dacht vooral niet aan hoe het nu verder moest. En toen kwam daar twee jaar geleden een nieuwe collega, Gerben. Op het moment dat ik aan hem voorgesteld werd, stokte mijn adem. Hij is niet eens overweldigend knap, maar iets in zijn uitstraling maakte dat ik op slag verliefd op hem was. Compleet in de war ging ik naar huis.

De maanden die volgden, waren aan de ene kant heerlijk maar aan de andere kant een marteling. Ik zag Gerben elke dag en voelde me in de zevende hemel. Ik stond ’s morgens een stuk langer voor de spiegel dan voorheen. Het viel anderen ook op dat er iets aan me veranderd was: ik kreeg vaak te horen dat ik er zo goed uitzag en dat ik straalde. Ik was nog nooit in mijn leven zó verliefd geweest, zo helemaal in de ban van een man. Elke gedachte die ik had, draaide om Gerben. In mijn hoofd speelde ik hele fantasieën over hem af. Maar de verliefdheid was niet wederzijds, dat merkte ik meteen. Gerben was gelukkig getrouwd, had drie kinderen en stond totaal niet open voor een ander. Hij was altijd ontzettend aardig, maar ik denk dat hij niet eens door heeft gehad dat ik me suf flirtte met hem. Mijn gevoel was in die tijd heel dubbel: ik wilde zo veel mogelijk bij Gerben in de buurt zijn, maar tegelijkertijd vond ik het moeilijk zo te verlangen naar iemand die mijn gevoelens niet beantwoordde.”

Lees ook: Geld besparen op je boodschappen? Zó doe je dat

Crisis

“Ik werd steeds verdrietiger over de hele situatie. De enige uitweg die ik nog zag, was afstand nemen van Gerben door een andere baan te zoeken. Ik ging aan de slag bij een bedrijf in de bouwsector. Helaas hadden ze daar maar werk voor achttien uur per week, maar op dat moment vond ik alles beter dan de hele dag met een onbeantwoorde liefde worden geconfronteerd. Tegen John zei ik dat ik toe was aan een nieuwe uitdaging. Hij vroeg niet verder. Zoals hij nooit meer dieper inging op zaken die met mij te maken hadden. Ik sprak met niemand over mijn verdriet en verwarring, durfde geen vriendinnen in vertrouwen te nemen. Want als ik ze zou vertellen dat ik smoorverliefd was op een collega, moest ik ook toegeven hoe het er thuis aan toe ging. Dat mijn gevoelens voor Gerben direct samenhingen met de twijfels over mijn huwelijk, was voor mij namelijk meteen duidelijk. Als tussen John en mij alles goed had gezeten, was ik nooit zo stapelverliefd geworden op een andere man. Mijn ogen waren voor eens en voor altijd geopend, ik kon de onvrede waar ik al jaren mee liep niet meer in een hoekje wegstoppen. Maar eigenlijk was ik te laat, want we zaten inmiddels met een torenhoge hypotheek en door de crisis daalden de huizenprijzen als een gek. Om ons heen klaagden bekenden dat ze hun huis wilden verkopen, maar het aan de straatstenen niet kwijtraakten. Zelfs als ze zakten met de prijs, was de belangstelling maar minimaal. Buren met eenzelfde soort huis als wij lieten hun woning taxeren. De waarde zat bijna 70.000 euro onder wat wij betaald hadden. Zouden we ons huis nu willen verkopen, wat bij een scheiding onvermijdelijk is omdat we het geen van beiden alleen kunnen betalen, dan zouden we er waarschijnlijk zwaar op verliezen. Daar komt bij dat ik nu gewoon niet genoeg verdien om mezelf en de jongens te onderhouden.

Ik heb bij mijn baas geïnformeerd of ik meer uren zou kunnen maken, desnoods in een andere functie, maar dat zit er niet in. Het bedrijf verkeert door de crisis ook in zwaar weer en of het volgend jaar überhaupt nog bestaat, is maar de vraag. Uitgeven aan salariskosten is dus geen optie. Ik wil absoluut geen partneralimentatie van John – als ik zelf besluit een einde aan dit huwelijk te maken, wil ik niet nog steeds financieel van hem afhankelijk zijn. Maar zelfs al zou hij wel een bijdrage voor Pim en Thomas betalen, dan nog wordt het alle eindjes aan elkaar knopen. Dat wil ik mijn zoons niet aandoen. Ze hebben op dit moment een fijn leven. Allebei een eigen kamer, ze kunnen sporten en met vrienden naar de bioscoop of het zwembad.

Pim is nu vijftien, en begint zich heel erg bewust te worden van zichzelf. Hij vindt het opeens belangrijk hoe hij eruitziet en ja, daar hoort ook een jas of schoenen van een bepaald merk bij. Niet dat ik mijn zoons alles geef waar ze om roepen, maar ik zou het vreselijk vinden als ik ze nooit meer een extraatje kan toestoppen. Als ze van judo of voetbal af moeten omdat het te duur is, als ze een kamer moeten delen omdat ik niet meer ruimte heb en als Thomas alleen nog de afdankertjes van Pim kan dragen. Ik weet dat dat slechts materiële zaken zijn en voor mezelf zou ik zonder enige vorm van luxe kunnen als dat zou betekenen dat ik weer ‘vrij’ zou zijn, maar ik wil die keuze niet maken voor mijn kinderen. Ik wil ze gewoon meer kunnen bieden op dat vlak.”

Eenzaam

“Ik denk niet dat mijn zoons heel veel merken van de verwijdering tussen mij en hun vader. We maken namelijk geen ruzie, daarvoor zijn we gewoon te onverschillig naar elkaar toe geworden. Er wordt niet geschreeuwd, niet gescholden, er vliegen geen verwijten over tafel. En John is nog steeds enorm gek op de jongens, aan aandacht voor hen is er absoluut geen gebrek. Daardoor valt het ze denk ik ook niet echt op dat papa en mama elkaar niets meer te vertellen hebben. Ik heb wel eens een poging gedaan om er met John over te praten, door te vragen hoe hij zich voelde en hoe hij de toekomst zag. Maar daar kreeg ik niet echt een antwoord op. Ik weet niet of hij nog echt van mij houdt, ik kan het me bijna niet voorstellen. Maar ik denk dat het voor hem niet zo’n probleem is. Dat hij het wel fijn en vertrouwd vindt op deze manier. Zijn ouders hebben volgens mij net zo’n relatie als wij. Zolang John en ik samen zijn, heb ik ze nog nooit een keer echt lief tegen elkaar zien doen. Het zijn schatten van mensen hoor, voor de kinderen zijn ze de meest grandioze opa en oma en ook naar mij toe zijn ze altijd ontzettend hartelijk geweest, maar je ziet gewoon dat er tussen hen weinig liefde bestaat.

Dat ons huwelijk net zo geworden is, vindt John misschien niet eens vreemd, hij weet gewoon niet beter. Voor mijn zoons probeer ik het dus nog even vol te houden. In ieder geval tot ik er zelf financieel beter voorsta. Ik hoop dat de huizenmarkt snel aantrekt en ik misschien een andere baan voor meer uren kan vinden. Tot die tijd zit ik voor mijn gevoel gevangen in dit huwelijk. Zo langs elkaar heen leven is eigenlijk eenzamer dan alleen zijn. Soms heb ik het gevoel dat ik mezelf tekortdoe. Zolang ik in deze situatie blijf hangen, kan ik niet beginnen met het leven dat ik eigenlijk wil leiden. Ik hoop ooit weer een man tegen te komen waar ik net zo veel voor voel als ik voor Gerben deed. En ik hoop dat er voor John ook zo iemand rondloopt. Iedereen verdient een grote liefde. Niet alleen ik, hij ook.”

Lees ook: Ingrid: ‘Door al die schulden ben ik nu mijn beste vriendin kwijt’