Woman Organizing Emergency Supplies In The Kitchen For Preparedness

Eten, dekens, medicatie, zaklampen; zij zijn extreme ‘preppers’

Een allesverwoestende modderstroom, cyberaanval of wekenlange stroomuitval: deze vrouwen zijn overal op voorbereid. “Pas als ik weet dat ik volledig voor mezelf kan zorgen, heb ik rust.”

‘Een moderne oorlog wordt niet gevoerd met wapens’

Bertien (58): “Mijn man kijkt graag oorlogsfilms, met veel wapengekletter, tanks, loopgraven en helden die het meest heftige geweervuur overleven. Spectaculair, maar moderne oorlogen zullen niet zo worden gevoerd, daarvan ben ik overtuigd. Tanks en wapens zijn zichtbaar, in tegenstelling tot het hypermoderne wapentuig: ddos, ransom, biochemische wapens. Hierbij vergeleken is wapengekletter kinderspel. In mijn omgeving ben ik de enige – mijn man uitgezonderd – die hierover nadenkt. Mensen zijn kortzichtig: mooie dag, zonnetje schijnt, het zal wel loslopen allemaal. Ja, tot je identiteit is gestolen, al je systemen gehackt, het ziekenhuis platligt en je geen water meer hebt. Nee, dan liever mijn schuur vol voedsel, medicijnen, lampen op batterijen of zonne-energie, brandstof, kaarsen, lucifers. Ik heb overal over nagedacht en doe niet aan kant-en-klare pakketten. Die bieden schijnzekerheid en je hebt er hooguit een week wat aan. Een serieuze aanval legt ons land maanden plat, en het geeft me heel veel rust te weten dat ik daarop ben voorbereid.”

‘Mijn kinderen zitten verplicht op scouting’

Suzette (40): “Elke week is het weer discussie: mijn zonen van tien en acht jaar zitten op scouting en hebben nooit zin om te gaan. Haal ze eraf, zou je zeggen, maar ik heb een goede reden om ze minstens één, maar liever nog twee jaar of langer lid te houden. Los van dat ze er vrienden maken, leuke spellen doen en moeten samenwerken, leren ze er essentiële vaardigheden – en daar gaat het mij om. Toen ze lid werden, konden ze nog geen lucifer afstrijken. Nu leren ze er de basis van jezelf redden: vuur maken, hutten bouwen, binnenkort gaan ze zelfs op survival-weekend en moeten ze zelf vis vangen in een beekje. Ikzelf heb me ook aangemeld voor een cursus om zulke vaardigheden te leren en al hebben we er ruzie over: mijn man moet mee. Het is naïef te denken dat de supermarkten altijd vol zullen liggen en de verwarming het zal blijven doen. Je moet jezelf kunnen redden en als de lichten eenmaal uit zijn en je rilt van de kou, is het te laat om daarmee te beginnen.”

‘Sinds de modderstromen in Valencia ben ik voorbereid op noodweer’

Adrie (68): “Vorig jaar hadden we een vakantie naar Spanje geboekt. Net voor het noodweer in Valencia zouden we vertrekken, ons appartement lag in het getroffen gebied. Als we twee weken eerder waren geweest, hadden we midden in dat kolkende water kunnen zitten, midden in een modderstroom. Of we hadden onderweg kunnen zijn met de auto. Daar wil ik niet aan denken, maar het is natuurlijk wel duizend keer door mijn hoofd gegaan. En nu was het in Spanje, maar waarom zou dit noodweer ons niet kunnen overkomen? Met die klimaatverandering weet je het maar nooit. Hoe veilig zijn we dan? Mijn man en ik zijn gaan nadenken: ons huis ligt relatief laag, we zouden echt grote problemen hebben. En dus hebben we afgelopen jaar zandzakken in de schuur gelegd en zijn we nu bezig ons kelder te verstevigen, zodat we daar eventueel kunnen schuilen voor modder en overstromingen. Onze buren praten over ons, dat merk ik wel. Die denken dat we gek zijn geworden, tot de modder door de straat stroomt en iedereen in onze kelder wil. Dan lachen ze niet zo hard meer.”

‘De oorlog kan elk moment beginnen’

Marina (40): “Ik kom van oorsprong uit Kosovo en weet hoe snel de situatie in een land kan escaleren: ik groeide immers op in de Joegoslavië-oorlog. Het ene moment was ons leven zorgeloos en goed, het volgende moment was er oorlog. Uiteindelijk zijn we gevlucht, naar Nederland. Daar leerde ik weer wat veiligheid was, maar de angst ben ik nooit vergeten.
In Nederland zijn er maar weinig mensen die geloven dat hier oorlog kan uitbreken. Word wakker, wil ik dan roepen. Het kan ook hier elk moment beginnen. Vanaf Nederland rijd je in zo’n 2300 kilometer naar Oekraïne. Iedereen denkt: dat is ver. Maar heen en weer naar de Costa Brava is verder.
Ik ben voorbereid op oorlog: ik heb veel lang houdbaar voedsel in huis, water in flessen en zuiveringstabletten. Maar ik ben ook voorbereid om ineens te vertrekken. Ik woon niet zo ver van de grens. Eens in de zo veel weken rijd ik de vluchtroutes die ik heb uitgestippeld, eentje naar Duitsland, eentje naar België. Allemaal over binnenweggetjes uiteraard. Als het moet, kan ik de auto achterlaten en ga ik lopend verder, mijn spullen zitten niet voor niets in een backpackersrugzak, inclusief tent en matje. Het enige waar ik nog geen oplossing voor heb, is mijn paard. Soms denk ik: ik kan beter op zijn rug vluchten dan met de auto. Het is een scenario dat ik serieus wil gaan uitwerken. Als er geen voedsel voor hem is, eet hij onderweg gras, dat zal er altijd zijn. Iets wat je van benzine nog maar moet afwachten.”

‘Elke paar maanden oefenen we het black-out-scenario’

Nanda (45): “Sinds de oorlog in Oekraïne ben ik doodsbang dat Rusland ook ons zal pakken. Niet met tanks, maar via internet. Een cyberaanval waarbij alles plat komt te liggen is geen onrealistisch scenario. Dat is ongemakkelijk om over na te denken, of doodeng, en daarom doen veel mensen het niet. Maar het kán, ik geloof oprecht dat er heel slimme cyberkoppen zijn die vanuit het buitenland dagelijks proberen onze systemen aan te vallen. En ik ben er ook van overtuigd dat het ze op een dag zal lukken. En dan? Geen internet, geen stroom, geen water, het land zal echt plat liggen. Daar wil ik op voorbereid zijn. Ik heb voor elk gezinslid – we zijn met z’n vijven – vijftig liter water in de schuur, ik heb zuiveringstabletten, een paar duizend euro cash, zaklampen met heel veel extra batterijen, eten voor drie maanden in blikken. Ik wil nog een moestuin beginnen, dan hebben we ook verse groenten tot onze beschikking. Er zijn maar weinig mensen die me begrijpen. Mijn familie denkt dat ik gek ben, alleen op Facebook vind ik gelijkgestemden met wie ik tips uitwissel. Tegen de rest wil ik zeggen: ja, het is allemaal zeer overdrijven, tót het zo ver is. Dat is wat anderen maar niet willen inzien. Valt de stroom een keer uit, dan is binnen een kwartier de hele buurt in rep en roer. Maar als je dan zegt ‘dit kan maanden duren’, dan kijken ze: heb je haar weer. Nou, ze doen maar, ik ben blij dat mijn gezin en ik voorbereid zijn. Elke paar maanden oefen ik met mijn kinderen het ‘black out-scenario’: een middag geen stroom, geen internet, zelf water zuiveren. Ze worden er steeds beter in.”

‘Je moet verder kijken dan eten en drinken’

Lia (55): “Eten en drinken inslaan voor een langere periode vind ik geen preppen, dat is volgens mij gewoon logisch nadenken. Je kunt niet vertrouwen op internet en overheid, die tijd is voorbij. Ik vind het ongelooflijk naïef om geen voorraad van eerste levensbehoeften te hebben. Maar preppen gaat verder dan zorgen dat je water, eten en warmte hebt. Het hele idee is, volgens mij, vooruitkijken en de gevaren die mogelijk komen nu al opvangen. Honger en dorst kan een mens tot waanzin drijven, dingen laten doen waarvan je nu zegt: dat zou ik nooit doen. En dus ben ik ook daarop voorbereid. We hebben ons huis laten beveiligen met extra sloten, net als onze tuindeuren. Onze voorraden liggen in de kelder, ook weer beveiligd. Als er plunderingen komen, kun je ons huis overslaan, je komt er echt niet in. Pas toen we al dat extra hang- en sluitwerk hadden aangebracht had ik het gevoel: ik ben voorbereid op wat er komen gaat.”

‘Mijn doel is om binnen een jaar zelfvoorzienend te leven’

Fenna (29): “Ik heb enge dromen waarin ik voor de supermarkt sta die gesloten is, al dagen of weken. Er zijn nog veel meer mensen die op de ramen bonken, maar de lichten zijn uit en de deuren gesloten. Of ik loop door de gangpaden van mijn vertrouwde Albert Heijn en alle schappen zijn leeg. Die dromen zijn zo echt dat ik trillend wakker word en pas rustig word als ik zie dat mijn voorraadkast helemaal vol staat. En mijn garage. En mijn logeerkamer. Naast voldoende eten en drinken om een jaar in leven te blijven, heb ik zonnepanelen en een thuisbatterij zodat ik de opgewekte stroom kan opslaan en later kan gebruiken. Ik wil een watertank, maar dat is nog lastig en duur. Mijn doel is om binnen een jaar zelfvoorzienend te leven, puur omdat het gevoel overgeleverd te zijn aan grote bedrijven, de overheid, het internet en wereldleiders die het slechtste met ons voor hebben me heel angstig maakt. Pas als ik weet dat ik volledig voor mezelf kan zorgen, heb ik rust.”

‘Ik was altijd al van het voorbereiden’

Mieke (39): “Als kind was ik al van het voorbereiden. Gingen we op vakantie, dan pakte ik drie weken van tevoren in. Dat doe ik nog steeds. Ik krijg onrust van onzekerheid en wil weten waar ik aan toe ben. In de huidige tijd is dat lastig, er zijn zo veel bedreigingen. Klimaatverandering die ik als het grootste gevaar en daar bereid ik me op voor. Sinds ik de film An Inconvenient Truth van Al Gore zag, heb ik al onrust over ons klimaat. De laatste jaren is daar natuurlijk nog veel meer aandacht voor gekomen. Het gaat snel en vooral: bergafwaarts. Stijgend water, extreme temperaturen, stormen waartegen geen huis bestand is – het ís geen fictie meer, het ontstaat en we doen er veel te weinig tegen. Het enige wat ik kan doen, is me voorbereiden op extreem weer en zorgen dat ik ook dan voor mijn gezin kan zorgen. En dus staat er voor elk van ons vijven een tas klaar die we in geval van nood zo kunnen grijpen. Eten, drinken, dekens, medicatie, zaklampen – alles zit erin. Ik leef elke dag met het idee: op een dag moeten we op de vlucht voor het monster dat we zelf hebben gecreëerd, het klimaat. Dat is geen fijn idee, maar je kunt er niet voor weglopen. Je moet de juiste keuzes maken, ook als dat pijnlijke keuzes zijn  Mijn kinderen willen graag een hond, mijn man ook. Ik ben ook dol op honden, maar het gaat niet gebeuren. Wat moeten we daar dan mee als we ineens moeten vluchten? Achterlaten kan niet, meenemen ook niet. Dus dan maar geen hond.”

‘Ik ben klaar voor een nieuwe pandemie’

Sien (69): “Ik heb veel meegemaakt in mijn leven, maar iets als de covid-pandemie sloeg voor mij alles. Ik was een risicogroep en kwam dus nergens meer, het was een heel heftige tijd. Dit alles heeft me aan het denken gezet. De medische wetenschap is zo ver, er kan al zoveel genezen worden wat vroeger een zekere dood betekende. Dat kan net zo goed de andere kant op slaan: covid was nog mild, er kunnen in laboratoria nog veel verwoestender virussen worden ontwikkeld. Sinds de pandemie ben ik overal op voorbereid. Ik heb astma en er staan in mijn kelder zuurstofflessen op voorraad. Ik haal telkens de maximale hoeveelheid medicatie bij de apotheek, ook al gebruik ik die niet. Wat ik te veel heb, bewaar ik. Daar zit een heel systeem achter, want ik wil niet met de houdbaarheidsdatum in de knel komen. Verder ben ik voorbereid op maandenlang thuisblijven. Er is eten en water genoeg, ik heb kilo’s hondenvoer op voorraad en ik heb zelfs kattengrit zodat ik mijn hond niet buiten hoef uit te laten als het niet kan. De vorige pandemie overviel ons allemaal. Een nieuwe pandemie kan, als ik om me heen kijk, het grootste deel van de mensen opnieuw overvallen zo weinig is men ermee bezig. Maar mij niet, ik ben er klaar voor.”

Om privacyredenen zijn de namen in dit verhaal gefingeerd.
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen

Uit andere media