Stefanie

Stefanie: ‘Je hoort je kind met je voelsprieten’

‘Steef?’ Dirk duwt tegen mijn arm. ‘Hu?’ ‘Adriana roept je.’ ‘O, ik hoorde het niet.’ Ik ga uit bed en loop naar de kamer van Adriana.

‘Steef?’ Dirk duwt tegen mijn arm.
‘Hu?’
‘Adriana roept je.’
‘O, ik hoorde het niet.’
Ik ga uit bed en loop naar de kamer van Adriana.

‘Wat is er?’ fluister ik.
‘Ik moet plassen.’
Ik ga met Adriana mee naar het toilet, want ze vindt het spannend om alleen te gaan.
‘Kom je bij mij liggen?’ vraagt Adriana, als we weer boven zijn.
Ik kruip knusjes bij mijn meisje in bed en voel me goed, totdat Adriana mij ineens verwijt: ‘Papa hoort mij ’s nachts altijd en jij nooit.’
Au! Dat komt aan.
‘Ik hoor jou soms ook wel,’ verdedig ik mezelf, ook al vind ik dat ik mijn dochter had moeten horen.

Voelsprieten

Oké, ik slaap met oordoppen in en er zit doofheid in onze familie, maar dat heeft er niets mee te maken. Je hoort je kind namelijk met je voelsprieten. In de speeltuin onderscheid je dat ene woordje ‘mama!’ van al dat andere mamageroep. Je herkent de manier van huilen, de kuchjes, lachjes en pijntjes. Een moeder moet alles horen, weten en aanvoelen, zodat ze altijd op het juiste moment beschikbaar is, als een hoger aangeschreven mens, dat niet mag falen.

Lees ook: Stefanie: ‘Ik voel dat ik vijf kinderen heb, ook al is er bij twee van hen afstand’

Ongeschreven wetten

Het is tegen de ochtend. Adriana valt weer in slaap. Ik kan de slaap niet meer vatten en wacht tot het tijd is om op te staan. Als ik mij gedoucht heb, roep ik Dirk. Dan vul ik in de keuken onze broodbakjes.
Tegen half zeven ga ik Adriana roepen. Ze slaapt op haar rug met een pluche lammetje tegen zich aangeklemd. Zo lief. Ik denk niet meer aan vannacht, toen ik als moeder tekortschoot.
‘Adriana?’
Het blijft stil.
Ik aai over de wang van mijn dochter. Ze slaapt rustig verder.
‘Adriana?’ Zachtjes schud ik aan haar arm.
‘Kom je? Het is tijd!’
Geen respons.
Het licht aanknippen helpt ook niet.
Dan gebruik ik de barbaarse truc: het dekbed van haar aftrekken.
Mijn dochter doet haar ogen open. Eindelijk. Wat verweet zij mij vannacht ook alweer…
Ik zwijg erover, want ik ken de ongeschreven wetten:
– moeders houden zich op het juiste moment stil, maar zijn wel eindeloos beschikbaar
– kinderen geven ongeremd kritiek en zijn op het juiste moment niet altijd beschikbaar

Als Adriana naast haar bed staat, knuffelt ze mij en zegt met een schor ochtendstemmetje:
‘Mama, ik vind je lief.’
Mijn favoriete, ongeschreven wet: moeder en kind vinden elkaar eindeloos lief, ook al faalt mama of geeft dochter genadeloos kritiek.

Lees ook: Stefanie: ‘Perfectionisme kan ook een valkuil zijn’