Linda hoopte na vijf zoons op een dochter: ‘Onze droom is uitgekomen’
10 april 2024
Linda (38) en Hein (41) kregen zoon na zoon, heerlijk. Toch zou een dochter ook wel héél leuk zijn. Toen ook nummer 5 een jongen werd, rees de vraag: stoppen of doorgaan?
Linda: “Hoera, onze band heeft eindelijk een zangeres! Dat was de juichende tekst op de voorkant van het geboortekaartje van onze dochter Livia. Om nieuwsgierige vragen voor te zijn, maakten we zo zelf maar duidelijk dat we héél erg hoopten op een meisje en dat die droom dus was uitgekomen. Natuurlijk was het ’t belangrijkst dat we een gezond kind kregen, maar na vijf jongens was het verlangen naar een andere ‘smaak’ wel heel groot.
Om de verrassing nog groter te maken, hadden we niemand in onze omgeving verteld dat het een meisje werd. En dat was gelukt. Ik denk dat er drie jaar geleden in ons hele dorp geen roze ballonnen, bloemen, muisjes, kaarten en rompers meer te koop waren. Onze woonkamer was één grote roze wolk van cadeaus en attenties. Het leek wel of iedereen het ons enorm gunde!”
Vier werd vijf, vijf werd zes
“Ik heb altijd een groot gezin gewild. Ik ben zelf enig kind en heb dat altijd erg eenzaam gevonden. Vooral in vakanties als iedereen uit de buurt weg was en ik mezelf zes weken lang alleen moest vermaken, omdat mijn moeder geen geld had om met mij weg te gaan.
Ik ben alleen opgegroeid met mijn moeder. Mijn vader is er op mijn tweede vandoor gegaan en uit mijn leven verdwenen. Mijn moeder is nooit hertrouwd. Ik heb veel liefde gehad, maar het was wel altijd alleen ‘mama en ik’. Dus toen ik Hein leerde kennen en het zo serieus was tussen ons dat we over kinderen spraken, zei ik meteen dat als het ons gegeven was, ik het er niet bij één of twee wilde laten. Minstens drie, het liefst vier kinderen.
Dat het er nu zes zijn, had ik van tevoren nooit bedacht. Eerlijk gezegd denk ik ook niet dat het er zes waren geworden als de verhouding jongens-meiden iets beter verdeeld was. De eerste drie zwangerschappen maakte het geslacht mij eigenlijk niet uit. Een jongen, weer een jongen, en daarna wéér een jongen: prima. Leek me vooral gezellig voor ze, zo dicht op elkaar qua leeftijd.
Maar bij zwangerschap nummer vier begon het opeens te kriebelen. Ik fantaseerde over een mini-me en stond kwijlend bij schattige roze jurkjes en rokken te kijken in kinderkledingwinkels. Aan vriendinnen zag ik hoe leuk het was om naast bergen Lego en auto’s, ook poppen, paardjes en Barbies in huis te hebben en ‘te tutten’.”
Lees ook: Lydia en haar man hebben tien kinderen: ‘Een elfde is net zo welkom’
Weer een piemel
“Ik verdiepte me in alle bakerpraatjes om de kans op een meisje te vergroten. Ik moest veel melk drinken, groene bladgroenten zoals spinazie eten en absoluut geen zout tot me nemen. Hein en ik moesten geen seks hebben tijdens mijn eisprong, maar juist drie dagen ervoor, omdat mannelijke zaadcellen korter leven. Dus at ik me gek aan zoutloze spinazie en andijvie en ging ik temperaturen en klokken.
Maar ja, ik ben blijkbaar zo vruchtbaar als maar zijn kan. Al de eerste maand dat ik met de pil stopte, was het raak. Ik had niet eens de tijd gehad om te kijken wanneer mijn eisprong was. Hein en ik grappen altijd dat we elkaar alleen maar hoeven te zoenen of ik ben alweer zwanger. Het manipuleren had dus niets uitgehaald. Ook nummer vier werd een heerlijk mannetje, dat we voor geen goud zou willen missen, maar eerlijk is eerlijk: het was wel een teleurstelling om weer een piemel te zien op de echo.
Na de geboorte van Gene, die in principe de rij zou sluiten, begon ik toch over een vijfde. De laatste. Dat kon toch niet weer een jongen zijn? Elke zwangerschap was de kans fiftyfifty, het moest toch eens de andere kant op vallen? Hein was het met me eens. Ook hij droomde over een dochter die hij heerlijk kon vertroetelen. En zelfs onze oudste jongens riepen dat ze best een zusje wilden. Mijn meisjeswens was dus ineens een gezinswens geworden. Gene was nog geen jaar, toen ik met de pil stopte en vrijwel direct zwanger bleek van nummer vijf. Zou het deze keer wel lukken?”
Not done
“We hadden allemaal goede hoop dat het een meisje zou worden. Zelfs mijn verloskundige vond mij ‘anders dragen’ en de echoscopist kon niet precies zien wat het geslacht was. Deze baby hield zijn beentjes bij elkaar. ‘Een meisje dus’, riepen wij in koor als we weer eens voor niets voor een geslachtsecho waren geweest.
Maar helaas, ook Mick was zo mannelijk als maar zijn kan. Dat klinkt naarder dan ik bedoel. We zijn ongelofelijk happy met hem en Hein en ik prezen ons gelukkig met onze vijf kerngezonde jongens. Want hoe dubbel het ook klinkt: de wens voor een meisje betekent niet dat we niet van jongens houden. Of niet blij waren met onze kinderen. Ik ben stapel op mijn boys en zou ze voor geen miljoen willen ruilen, tegen welk meisje dan ook.
Ik snap hoe bijzonder het is om überhaupt moeder te mogen worden. Ik snap het taboe als je klaagt over het geslacht. Dat is not done, zeker niet als er zo veel mensen zijn die het niet gegund is kinderen te krijgen en jij er al vijf hebt. Maar het verlangen naar een meisje werd steeds sterker. Meestal hield ik dat voor me. Ontkende ik het als de buitenwereld daar iets over zei, want dat gebeurt wel vaak. Vaak in het bijzijn van de kinderen. Je krijgt echt veel semi-belangstellende vragen: ‘Had je niet liever een meid gehad?’ Of: ‘Jullie gaan zeker door tot een meisje, hè?’ Nee hoor, riep ik altijd, laat mij maar lekker een jongensmoeder zijn.
Ik deelde mijn wens alleen met goede vriendinnen en met mijn moeder. En ik keek met een schuin oog naar Victoria Beckham. Zij was een voorbeeld. Zij had vier zoons, maar kreeg uiteindelijk toch een meisje. Zij bewees dat de aanhouder wint.”
Lees ook: Irene is gelukkig zonder kinderen: ‘Ik moet het altijd uitleggen’
Echt de állerlaatste
“Toch heb ik heel lang nagedacht over een zesde kind. Want waar leg je de grens? Wanneer stop je? Zou dit kind dan toch de laatste worden of zouden we daarna nóg een poging wagen? Wanneer leg je je erbij neer dat het leven niet maakbaar is? Die vraag hield me heel lang bezig.
Financieel was het geen punt. Na nummer vier merkten we al snel: daar waar er vier zijn, kunnen er ook vijf zijn. Of zes. Of acht. We hadden ook regelmatig vriendjes over de vloer die mee-aten. Dat was altijd goed. Die paar aardappelen meer kosten ons de kop niet en we hebben een grote boereneettafel waaraan plek genoeg is. Hein en ik hebben een agrarisch bedrijf. Ik help hem wel, maar ben voornamelijk thuis bij de kinderen. We hebben dus geen dure opvangkosten en kleding en spullen gaan van zoon op zoon. We redden het makkelijk met de kinderbijslag, al is dat echt niet de reden om veel kinderen te hebben.
Vooral Hein begon steeds vaker over een zesde. ‘Ah joh, laten we het nog een keer proberen’, riep hij als we seks hadden. Zijn wens was bijna nog groter dan die van mij. Het grappige is dat we ook vijf echte jongens-jongens hebben die het liefst de hele dag in een overall rondbanjeren. Het zijn rauwdouwers die voetballen, crossen met hun fiets en in de modder spelen. Er blijft geen fiets heel, ik moet elke week weer nieuwe kniestukken op broeken naaien en ze kunnen geen dag zonder douche, want ze zijn ’s avonds van top tot teen zwart. Bij vriendinnen zag ik van die schattige meisjes die urenlang keurig kleurden en knutselden. Dat leek me toch zo zoet.
Uiteindelijk heeft Hein me weten over te halen. Hij zei lachend: ‘Zes wordt ons geluksgetal’ en ‘Zes houdt de boel in evenwicht, dan hebben ze allemaal een speel- en slaapmaatje’. Hein beloofde: dit is echt de laatste. Alleen al uit praktisch oogpunt. We krijgen maximaal acht mensen in onze Citroën Jumpy en als we op vakantie gaan, passen we dan nog net in twee taxi’s!”
Mijn straf
“Toen ik stopte met de pil, was ik twee maanden later alweer zwanger. Ik schaam me er bijna voor hoe makkelijk het weer ging. Ik was wel veel misselijker dan bij de andere vijf. De eerste maanden heb ik alleen maar gespuugd, ik leefde op droge crackers. Daardoor dacht ik stiekem: dit moet een meisje zijn.
Hein en ik hadden afgesproken dat we samen naar de echo zouden gaan en de uitkomst geheim zouden houden. Op die manier konden we samen de teleurstelling verwerken als het weer een jongen was en wennen aan het idee. We waren door het dolle heen toen de echoscopist hard riep: ‘Ja hoor, dit keer is het raak! Zonder twijfel een echte meid.’ Zij was bijna net zo blij als wij. Alleen de oudste drie kinderen maakten we deelgenoot van ons Grote Geheim. Zij waren supertrots dat ze het mochten weten en beloofden hun mond niet voorbij te praten.
Ook de rest van de zwangerschap verliep heel anders dan de vorige. Vooral omdat ik constant bang ben geweest het kind te verliezen. De eerste maanden verloor ik af en toe beetje bloed en ik bleef erg moe. Ik dacht elke keer: zie je wel, dit is mijn straf voor mijn meisjeswens. Je zult zien dat dit nu een miskraam wordt.
Ik kocht ook amper iets meisjesachtig of roze voor de baby, alsof ik het pas zou geloven als zij er was. Daardoor dachten mensen in onze omgeving allemaal dat we weer een jongen zouden krijgen, want ik zag er helemaal niet blij uit. We gebruikten hetzelfde babykamertje als van de andere vijf. Die was wit met aquablauw.”
Lees ook: Schippersvrouw Jantina heeft zeven kinderen
Geen artiestennaam
“Livia is nu 3 jaar en het zonnetje in huis. Maar mijn verhaal is geen pleidooi voor anderen om maar door te gaan voor een meisje. Absoluut niet. Gezondheid is nog steeds het belangrijkst en je moet natuurlijk ook genoeg plaats en geld hebben voor zo veel kinderen. In ons gezin is een meisje duur, voor haar moet ik immers alles nieuw kopen. Ander speelgoed, kleding en ze is nog steeds stapel op roze. Gelukkig krijgen we ook veel van vrienden met dochters. Tweedehands vind ik net zo goed.
Onze jongens zijn allemaal vernoemd naar Amerikaanse rocksterren. Dat vonden Hein en ik leuk. Toby, de eerste, heeft dezelfde naam als een countryster die Hein bewondert en toen wij bij de tweede nadachten over een naam, vonden we Jimi naar Jimi Hendrix erg leuk. Daarna hielden we die traditie aan. Behalve bij Livia. Want ondanks dat we op ons geboortekaartje riepen ‘we hebben een zangeres in onze band’, heeft zij geen artiestennaam. Hein wilde door ‘Livia’ extra benadrukken hoe gewenst ze is.
Livia wordt bedolven onder de aandacht en kusjes van haar grote broers en is een echt papa’s kindje. Hein noemt haar altijd ‘lieffie’, de jongens zeggen liefkozend ‘zus’. Ze zijn bijna nog het blijst met hun zusje. Ik ben ook dolblij met haar, maar ze is me net zo lief als de andere vijf. Ik hou geen spatje minder van de jongens, maar Livia heeft ons leven wel verrijkt.”
Vriendin’s favoriet
De eerste 1001 dagen, gerekend vanaf de conceptie (!) zijn bepalend voor een mensenleven. Dit zwangerschapshandboek, van de makers van de bestseller Oei, ik groei!, bundelt alle kennis die er is over zwangerschap zodat je goed geïnformeerd je eigen keuzes kunt maken en optimaal van je zwangerschap kunt genieten. Voor meer informatie klik op onderstaande button.
Oei, ik groei! – Hét zwangerschapshandboek
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.