Canva1 2022 04 13t133031.873

Liekes baby overleed kort voor de bevalling: ‘Ik wil iedereen over Elias vertellen’

Lieke (30) en haar man Wessel zijn ouders van drie kinderen, alleen zullen ze er één nooit op zien groeien. Maar Lieke zal over hem blijven vertellen: “Elias’ naam noemen is het enige wat ik voor hem kan doen.”

Lieke: “Het is 4 februari 2019. ‘Hello new day’ staat er op het schattig gele babytruitje dat ik samen met een wit broekje heb meegenomen naar het ziekenhuis. Het is het eerste pakje dat ons kind straks zal dragen. Omdat mijn man Wessel en ik nog niet weten wat we krijgen, een zoon of een dochter, heb ik gekozen voor de kleur geel, dat is vrolijk en neutraal. Wessel en ik kijken ontzettend uit naar de komst van de baby.
Onze twee oudsten, Elin van vijf en Dex van vier, zijn bij opa en oma. Als ze straks naar huis gaan, zullen ze hun broertje of zusje voor het eerst ontmoeten. Spannend! Wessel en ik hebben er vertrouwen in dat ook deze bevalling goed zal gaan. Ik ben 38 weken zwanger. Omdat ik diabetes type 1 heb, wordt de bevalling uit voorzorg ingeleid, precies zoals bij Elin en Dex. Die bevallingen verliepen voorspoedig.”

Angstig voorgevoel

“Als Wessel en ik het ziekenhuis binnenlopen, zien we veel bekende gezichten die naar ons lachen. Wessel werkt als verpleegkundige in het ziekenhuis op nog geen tien meter afstand van de afdeling verloskunde. Ook voor mij is het bekend terrein. Ik werkte in het ziekenhuis voordat ik als verpleegkundige in de ouderenzorg aan de slag ging. Het voelt heel warm om hier te zijn. We zijn in goede handen.
Op de afdeling aangekomen legt de verloskundige eerst uit hoe het inleiden zal verlopen. Daarna maakt ze een hartfilmpje. Ze kan de hartslag van de baby niet horen en probeert via een echo de hartslag te vinden. Als ze zegt dat ze de gynaecoloog gaat halen, weten Wessel en ik dat het fout zit. Maar we negeren ons angstige voorgevoel. Ons kind gaat straks gezond geboren worden. De gynaecoloog probeert ook de hartslag van de baby te vinden, maar het blijft stil. Als ze zegt dat ze slecht nieuws heeft, schreeuw ik het uit: ‘Hoe kan dit?’ Alle controles en echo’s waren goed. Ons kindje kan niet overleden zijn. Wessel en ik zijn ontroostbaar.”

Boze droom

“Vanaf dat moment gaat alles langs ons heen. Het liefst wil ik er niet meer zijn en niets meer voelen. De verloskundige en gynaecoloog laten ons even alleen. Ze zeggen dat ze dichtbij blijven en dat Wessel en ik op de rode alarmknop kunnen drukken als we vragen hebben. We zijn totaal uit het veld geslagen. De gedachte dat ik moet bevallen van een doodgeboren kindje is niet te bevatten. We kunnen alleen maar huilen. Ik weet niet hoe lang Wessel en ik in dat kamertje hebben gezeten, maar op een gegeven moment drukken we op de rode knop.
Als ik moet bevallen, wil ik dat niet bewust meemaken. Het is te pijnlijk, te hartverscheurend. De gynaecoloog legt uit dat een keizersnee onder algehele narcose, zoals ik wil, voor de verwerking niet goed is. En ook niet voor mijn lichaam. Ze zegt dat ik over een paar dagen op de uitvaart van mijn kind moeten kunnen staan. Bizar! Ik hoop dat ik snel uit deze boze droom ontwaak.
Een paar uur voor de geboorte bereiden we ons voor op het afscheid. Volgens de verloskundige komt er straks als ons kind er is zo veel op ons af, dat we nu al zo veel mogelijk moeten regelen. Terwijl ik wacht tot de medicatie die de weeën moet opwekken werkt, belt Wessel onze familie en vrienden. Ze verwachten blij nieuws en nemen vrolijk op, maar al snel is onze nachtmerrie ook hun nachtmerrie geworden. Wat is dit zwaar…”

Ongelooflijk trots

“Na een paar uur beginnen de weeën. De pijn in mijn hart is zo groot dat ik de lichamelijke pijn van een bevalling er niet bij kan hebben. Ik krijg een ruggenprik. Heel vreemd, maar Wessel en ik blijven hoop houden dat de artsen het tóch bij het verkeerde eind hebben en ons kind nog leeft, ook al weten we beter. Om zeven over zes wordt onze zoon Elias geboren. Een prachtige jongen met blonde haartjes wordt op mijn borst gelegd. Hij voelt warm aan en het lijkt alsof hij ieder moment kan gaan huilen. Onze emoties gaan alle kanten op. Wessel en ik zijn ongelooflijk trots op ons mooie kind en tegelijkertijd intens verdrietig. We kunnen niet ophouden met huilen.
De verpleegkundige maakt foto’s. Omdat Wessel en ik weten dat we op dit moment geen rationele keuzes kunnen maken, hebben we ingestemd met alles wat het ziekenhuis voorstelt om de herinnering aan Elias vast te leggen. Er worden gipsafdrukjes gemaakt van Elias’ perfecte voetje en handje. Ze zijn zo groot dat ze niet in de mal passen. Elias is een flinke kerel van 4690 gram. Wessel wil Elias in bad doen, maar zijn huidje is zo teer dat het kapot kan gaan.
Wessel doet Elias met veel tranen en pauzes heel voorzichtig zijn gele truitje met het witte broekje aan. We laten onze familie en vrienden weten dat Elias is geboren. Mijn vader en moeder komen maar kort langs, want er is nog veel te regelen. De gynaecoloog vraagt of we Elias willen laten onderzoeken om te achterhalen wat de doodsoorzaak is, maar dat willen Wessel en ik niet. We krijgen onze zoon er niet mee terug en we hebben geen kinderwens meer. We zijn veel te bang, stel dat het weer mis gaat. We willen dit nooit meer meemaken.”

Warm thuis

“Zaten we maar met een huilende baby in de auto, denk ik als we Elias in de Max-cosi hebben gedaan om hem mee naar huis te nemen. Alles verloopt hetzelfde als toen Dex en Elin geboren waren, met als enige verschil dat het nu oorverdovend stil blijft. Tijdens de autorit ben ik bang dat Elias iets overkomt. Ik ben bezorgd om hem, net als om Dex en Elin. Wessel en ik zijn nu ouders van drie kinderen, alleen zullen we er één nooit op zien groeien. Ik ben verschrikkelijk boos, wat is dit oneerlijk.
Thuis leggen we Elias in zijn wiegje. In plaats van kruiken heeft de uitvaartverzorgster koelelementen in de wieg gelegd. Het raam van zijn kamertje staat open om de ruimte zo koel mogelijk te houden. Maar al is het in het kamertje van Elias koud, de sfeer in huis is liefdevol en warm dankzij onze familie en vrienden die langskomen om ons te steunen en Elias te zien. Wessel drukt ze op het hart om me te feliciteren omdat we in de eerste plaats trots zijn op ons kind.
We houden Elias vaak vast en knuffelen hem zacht. Onze tijd samen is kostbaar. Iedere seconde is waardevol. Op de eerste dag staat ons huis al vol bloemen en kaarten. Er wordt voor ons gekookt en er wordt aan ons gedacht. Karlien, een kraamverzorgende die al dertig jaar in het vak zit, is onze steun en toeverlaat. Ze vangt Elin en Dex fantastisch op. Ze vinden het maar vreemd dat hun broertje niet beweegt en geen geluid maakt. Elin wil Elias vasthouden, Dex niet. Het lijkt langs hem heen te gaan, maar de volgende dag staat hij in zijn pyjamaatje met Elin bij het wiegje van Elias. Samen zingen ze ‘Olifantje in het bos, laat je mama toch niet los’.”

Paniekaanval

“Wessel en ik willen en kunnen Elias niet loslaten. Nooit. Op de dag van de uitvaart, drie dagen na zijn komst, eten we taart met familie en vrienden. We komen samen in onze huiskamer. Een crematorium vinden we geen plaats voor een baby. Elias is geboren en ja, hij is ook overleden, maar we leggen de nadruk op zijn komst. Na de uitvaart stort ik in. Wessel houdt zich goed staande. Hij vindt uitdaging in zijn nieuwe baan als ambulanceverpleegkundige en thuis in het regelen van de zorg voor de kinderen en het huishouden.
Ik ben minder krachtig dan ik zou willen. Een paar maanden na het overlijden van Elias wil ik niet meer naar buiten en ben ik extreem somber en boos. Als ik in de supermarkt een paniekaanval krijg, besef ik dat ik hulp moet zoeken. Het overlijden van Elias is een trauma geworden. De stress en schrik die Wessel en ik voelden in het ziekenhuis gaan niet weg. Via een sessie EDMR-therapie wordt de herinnering als het ware van mijn kortetermijngeheugen in mijn lange termijngeheugen geplaatst. Ik weet niet hoe het kan, maar het werkt. Na de sessie voel ik me beter.”

Herinneringsdoosje

“Het verdriet om Elias blijft, maar ik ben niet meer uitsluitend boos. Er is weer ruimte voor plezier, voor leuke dingen doen met mijn gezin. Ik ga verder, maar wel als een andere Lieke. In de eerste plaats omdat Elias is geboren en ik nu moeder ben van drie. In het ziekenhuis gaf de verloskundige ons een herinneringsdoosje met lieve spulletjes, waaronder een opschrijfboekje. Omdat alles zo onwerkelijk was, raadde ze aan om straks alles op te schrijven. Ik heb haar advies ter harte genomen. Het lucht ontzettend op om te schrijven over Elias.
Ik zal zijn naam altijd blijven noemen en ik wil iedereen over hem vertellen. Het is het enige wat ik voor hem kan doen. Inmiddels is het schriftje vol en schrijf ik berichten op Instagram onder de naam Mamalieke. Ik wil ouders die hetzelfde hebben meegemaakt hiermee tot steun zijn. En ik wil graag dat mensen die niet weten hoe het is, beseffen dat een ouder van een overleden kind nog steeds een vader of moeder is, ook al zal het zijn of haar kind nooit zien opgroeien.”

Tekst: Sonja Brekelmans
Foto: Ruud Hoornstra
Visagie: Lisette Verhoofstad

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.