Canva1 2023 11 13t113612.527

Jeanine viel van de trap: ‘Hadden we maar 112 gebeld…’

Welke dag zal jij nooit vergeten? Elke week vertellen lezeressen over een bepaalde dag in hun leven die ze altijd bij zal blijven. Deze week is dat Jeanine (38) die drie jaar geleden van de trap viel. Hoewel ze in eerste instantie dacht dat het wel ging, kreeg ze door de klap later alsnog last van heftige klachten.

Jeanine: “Even een extra kussen pakken. Dat is wat ik dacht toen ik op 7 maart 2020 in ons vakantiehuisje in Hoenderloo naar boven liep. Ik was er samen met mijn man en we zaten net klaar voor een aflevering van Wie Is De Mol?.
Nadat ik het kussen had gepakt, klemde ik hem onder mijn arm vast en liep de trap weer af. Maar halverwege miste ik een traptrede, waardoor ik van vier meter hoogte opeens naar beneden viel. Tijdens de val draaide ik ook nog om mijn eigen as. Ik probeerde me ergens aan vast te grijpen, maar helaas zonder succes. En voordat ik het wist, landde ik onderaan de trap op mijn rug, terwijl ik met mijn achterhoofd de klap opving. Ik huil bijna nooit, maar die avond begon ik van de schrik direct te huilen.”

Grote blauwe plek

“Ook mijn man was geschrokken. Hij rende meteen naar me toe en vroeg of het ging. Een vraag waar ik even over na moest denken, want in gedachten ging ik eerst mijn lichaam af om te checken waar ik pijn had. Al snel bleef ik hangen bij mijn rechterelleboog. Daar zat een grote blauwe plek die enorm pijnlijk was. Omdat ik mijn elleboog verder goed kon bewegen, had ik niet gevoel dat ‘ie gebroken was. En wonder boven wonder was ik ook nog bij bewustzijn. Daardoor dachten mijn man en ik dat het wel meeviel. Zo snel als ik kon, stond ik dus weer op. En daarna gingen we verder met onze laatste avond in het huisje alsof er niks gebeurd was. Nu denk ik: hadden we toen maar meteen 112 gebeld…”

Lange wandeling

“De volgende ochtend zat er een grote, zwarte plek op mijn elleboog. Ook op mijn rechterheup had ik een donkere bloeduitstorting. Hoewel ik nog steeds pijn had, ging het op zich wel. Ik bedoel: ik kon gewoon lopen en voelde me redelijk goed, dus daarom maakten we nog een lange wandeling voordat we onze spullen weer inpakten.”

Intens wit

“Pas in de auto onderweg naar huis merkte ik dat ik me toch een beetje anders voelde dan normaal. Zo vond ik de wolken in de lucht veel witter dan gewoonlijk. In mijn beleving waren ze zo intens wit dat het bijna pijn deed om naar te kijken.
‘Misschien heb je een hersenschudding’, zei mijn man toen ik hem erover vertelde. Het klonk inderdaad aannemelijk, dus daarom gingen we, eenmaal thuis, naar de huisartsenpost. Na een kort onderzoek concludeerde de dienstdoende dokter dat ik door de val van de trap een lichte hersenschudding had opgelopen. Volgens haar moest het vanzelf overgaan. Het was dus niet nodig om me op mijn werk (ik werkte als helpende in een ziekenhuis) ziek te melden.
Gelukkig had ik een heel fijne leidinggevende die wél vond dat ik eerst goed moest herstellen. Daarom bleef ik thuis, maar helaas werden mijn klachten daarna alleen maar erger.”

Te veel

“Van de televisie tot het uitruimen van de vaatwasser: alle geluiden klonken plotseling veel harder en intenser dan ooit. Ze leidden tot fysieke pijn bij mij en ik wist niet meer waar ik het zoeken moest. Bewegen maakte mij alleen maar misselijk en simpele dingen zoals naar de wc gaan of een broodje maken, duurde ineens twee keer zo lang. Omdat we een jonge hond hadden, moest ik overdag een aantal keer met hem naar buiten, maar eigenlijk was dat veel te veel voor mij. Het leek net alsof ik in slow motion leefde.”

Onzichtbaar ziek

“Na bijna drie weken thuis te zijn gebleven, ging ik weer aan het werk. Ik dacht dat het beter met me ging, maar helaas viel dat zwaar tegen. Alles op mijn werk was voor mij te hard, te fel en te druk. Wanhopig meldde ik me opnieuw ziek en voor de tweede keer besprak ik mijn klachten met de huisarts, dit keer mijn eigen dokter. Ook zij vond dat het allemaal wel meeviel. Na de val was ik immers niet bewusteloos geweest, dus een extra onderzoek was wat haar betreft niet nodig. Toch ging ze na veel aandringen alsnog overstag. Ik kreeg een CT-scan in het ziekenhuis, maar helaas wezen die resultaten niks uit. Ik voelde me echt onzichtbaar ziek.”

Neuroloog

“Het scheelde dat we in die tijd aan het verhuizen waren. Hierdoor kreeg ik een nieuwe huisarts en nadat ik met haar mijn klachten had besproken, werd ik wél doorgestuurd naar een neuroloog. Ook zij erkende mijn klachten en stelde een hersenschudding vast. Dat was voor mij zo’n fijn moment. Eindelijk trof ik iemand die mij wel serieus nam. Jammer genoeg kwam ik echter niet in aanmerking voor een revalidatiecentrum. Dat was alleen bedoeld voor mensen met zichtbaar hersenletsel en ik behoorde niet tot die groep.”

Langzaam verbetering

“Uiteindelijk waren mijn arboarts en mijn neuroloog mijn redding. Samen zorgden ze ervoor dat ik alsnog bij een ander, langdurig revalidatietraject terecht kon. Vervolgens werkte ik vijftien weken lang twee dagdelen per week aan mijn herstel. In het begin was het verschrikkelijk. Elke keer als ik bij het revalidatiecentrum was geweest, voelde ik me super ziek, misselijk en doodmoe. Het voelde alsof ik honderd stappen terug ging, maar na een paar weken merkte ik langzaamaan verbetering. Zo kon ik prikkels beter verwerken en wende ik ook weer aan mensen om me heen.”

Vrijheid

“Hoewel ik graag weer aan het werk wilde, ging dat helaas echt niet meer. Daarom besloot ik eind 2021 om zonder een vangnet van bijvoorbeeld het UWV of een WIA-uitkering te stoppen met werken. Iedereen verklaarde me voor gek, want hoe moest dat dan financieel, maar gelukkig had mijn man een goede baan. Bovendien was voor mij vrijheid belangrijker dan geld. De enorme stress die ik voelde om mij steeds weer te verantwoorden voor mijn letsel stond mijn herstel namelijk te veel in de weg. Ik was dan ook erg opgelucht dat ik eindelijk geen verplichtingen meer had.”

Trots

“Inmiddels gaat het beter. Oke, helemaal klachtenvrij zal ik nooit zijn (ik heb nog vaak veel hoofdpijn), maar ik heb ermee leren leven. Wel moet ik altijd nadenken wat ga ik doen. Als ik bijvoorbeeld een feestje heb, dan weet ik dat ik de volgende dag de rekening moet betalen met pijn, overprikkeling en misselijkheid. Spontaan iets doen, zit er voor mij dus niet meer in.
Toch ben ik trots hoever ik ben gekomen. Zo werk ik nu tien uur per week als bode bij een gemeentehuis en heb ik zelfs de ‘4 Mijl van Groningen’ gelopen.
Al met al ben ik dus best tevreden met mijn leven nu, maar soms denk ik wel: wat als ik die ene dag niet van de trap was gevallen? Hoe had mijn leven er dan uitgezien?”

Tekst: Renée Brouwer
Foto: eigen foto

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.