VROUW

Isis werd op haar eigen bruiloft verliefd op een ander

Tijdens haar superromantische bruiloft schuift Isis (34) dolblij de trouwring aan de vinger van haar echtgenoot Nando. Hun geluk duurt precies zeventig minuten. Dan schudt ze de hand van bruiloftsgast Marcel. En ze weet direct: “Wij horen bij elkaar.”

Isis: “In de woonkamer van Marcel en mij hangt een groot hart. Erop staat een spreuk, in zwierige letters. Elke keer als ik ernaar kijk, denk ik: ja, zo is het. Er staat: ‘Luister naar je hart, dat klopt.’ Zo mooi! En zo simpel. Toch is mijn les om dit te ontdekken hard geweest. Ik heb veel mensen gekwetst. Langzaam begint de rust terug te keren en voor het eerst in mijn leven voel ik me intens gelukkig. Ik ontmoette Marcel twee jaar geleden. Op werkelijk het slechtste moment: tijdens mijn bruiloft. Mijn perfecte bruiloft, waar tien maanden voorbereiding aan vooraf waren gegaan. Achteraf weet ik dat ik zo intensief met de buitenkant bezig was omdat de binnenkant niet helemaal goed zat. Ik gaf veel om Nando, de man met wie ik trouwde. Heel veel. Maar hij alleen kon mijn bruiloft niet tot de dag van mijn leven maken. En dan is het dus foute boel. Een fluisterstemmetje zei dat allang tegen mij, maar ik bande het uit mijn hoofd. Want een betere vent dan Nando bestond er toch niet?”

Niemand is perfect

“Sinds mijn achttiende ben ik vrijwel non-stop aan de man geweest. Alleen duurden mijn relaties nooit langer dan een jaar, twee jaar. Na de verliefdheidsfase bleek er telkens weinig meer te zijn. Dan kwamen we in een sleur terecht. Soms ontstond er dan veel ruzie, of werd een van ons verliefd op een ander. Toen ik 28 jaar was, ben ik in therapie gegaan. Relatie nummer vijf was uit en ik was er klaar mee: waarom kon ik het niet? Wat deed ik toch verkeerd? Ik viel echt niet op foute mannen of zo. Er was er niet één die me sloeg, of die niet van de drank of drugs kon afblijven. Maar het was gewoon zo… leeg uiteindelijk. ‘Ik kan kennelijk niet echt van iemand houden’, vertelde ik mijn therapeut. Zij geloofde dat niet. ‘Jij bent gewoon de juiste nog niet tegengekomen’, zei ze. ‘Liefde kun je niet afdwingen. Heb geduld, blijf een tijdje single. En bind je pas als je volledig denkt: yes!’

Dat yes-gevoel had ik nog nooit gehad. Bij al mijn vriendjes had ik al aan het begin bedenkingen gehad. Maar dan zei ik tegen mezelf: niemand is perfect, ik ook niet. Dus ik probeerde er dan toch telkens wat van te maken. Tegen mijn onderbuikgevoel in. Helaas, hoewel ik vastbesloten was het advies van mijn therapeut op te volgen, viel ik na een tijd toch weer in mijn oude patroon. Op de verjaardag van een vriendin, waar iedereen met partner was en ik me eenzaam voelde, raakte ik in gesprek met een knappe man die als een blok voor mij viel. Hij nodigde me uit voor een etentje. Twee dagen later reed hij voor. In een bak van een auto, sexy in pak. Hij nam me mee naar een toprestaurant, hield de deur voor mij open, schoof mijn stoel aan. Alles was geweldig. Toch bekroop me een gevoel van twijfel toen hij me aan het eind van de avond probeerde te zoenen. Even overwoog ik zelfs mijn hoofd weg te draaien. Maar ik kuste terug. En eerlijk is eerlijk: het smaakte best.”

Geweldige vangst

“We spraken vaker af, zoenen werd seks en al snel was ik continu bij hem. In zijn heerlijke huis, met het bad met sterrenhemel, zijn grote bank voor een giga-tv. Bij zijn katten, waar ik meteen verzot op was. Al mijn vriendinnen waren razend enthousiast. Ze vonden hem charmant, knap, lief: een vent uit duizenden. Ook mijn moeder dacht er zo over. Zij liet duidelijk merken dat ze Nando een geweldige vangst vond. En dat ze in hem een goede vader zag. Financieel zouden eventuele kinderen niets tekortkomen, en gezien zijn uiterlijk en intelligentie moest Nando zeker goede genen hebben. Zelf was ik ook blij. Toch bleef de twijfel af en toe de kop opsteken. Dan spookten de woorden van mijn therapeut door mijn hoofd. Ik miste nog steeds het yes-gevoel. Maar was ik niet te kritisch? Met Nando had ik het toch fijn? En toen mijn beste vriendin vertelde dat ze zwanger was, en ik meeging naar een echo, ging ik defnitief om. Ik hoorde dat hartje kloppen en dacht: dat wil ik ook. Ik kan wel eeuwig blijven zoeken naar de zogenaamde ware, naar mijn prins op het witte paard, maar ik moet me niet aanstellen. Met Nando kan ik een gelukkig gezin stichten. Klaar. Ik wist dat Nando graag wilde trouwen, maar dat hij voelde dat ik daar nog niet aan toe was. Daarom ben ik zelf op mijn knieën gegaan. Hij kreeg tranen in zijn ogen en omhelsde me stevig. Nog diezelfde avond, het was koopavond, kochten we ringen. En heb ik op Facebook in koeienletters gepost: ‘WIJ GAAN TROUWEN!’ Vervolgens heb ik me vol op de bruiloft gestort. Elk moment van twijfel drukte ik weg door het feest nog meer op te blazen. Nog meer mensen uit te nodigen. Een nog betere kapper te zoeken.”

Bizarre tinteling

“We trouwden in een prachtig landhuis. Met al onze vrienden, familie en bekenden. Het was superromantisch en overtuigd schoof ik de ring aan de hand van mijn man. Wij samen, voor altijd: zo was het goed. Hoe wreed kan het lot zijn. Zeventig minuten ben ik dolblij geweest. Maar een uur en tien minuten na onze eerste kus als man en vrouw schudde ik de hand van Marcel, de vriend van een oud-collegaatje van me. Ik keek naar deze man en het was net alsof alles om mij heen verdween. Al die mensen, zo’n honderdvijftig, die druk pratend van onze gigantische bruidstaart aten: ze losten op in het niets. Er ging een bizarre tinteling door onze handen, als een stekker die contact maakt met het stopcontact. Ik keek in zijn ogen en werd duizelig. Zijn blik voelde zo vertrouwd. Ik ben totaal niet spiritueel, maar op dat moment dacht ik: ik ken jou uit een ander leven. En wij horen bij elkaar. Ik besefte dat ik een grote fout had gemaakt. Ik had naar mijn therapeut moeten luisteren: er bestond wél een ware voor mij. Ik had hem alleen nog niet ontmoet. Nu stond hij voor me en feliciteerde hij me met mijn huwelijk met een ander! Hoe erg kan een situatie zijn? Totaal in de war vluchtte ik weg, naar het toilet. Daar zat ik lang op de klep. Daarna depte ik mijn gezicht met water, spoelde mijn polsen onder koud water. Ik keek naar mezelf en dacht: je haalt je iets compleet belachelijks in je hoofd, laat het los. Ik ben teruggegaan, heb mijn glimlach weer opgezet. Marcel zag ik gelukkig niet meer. Het diner was supergezellig en het lukte me bijna om de ontmoeting van eerder die middag te verdringen. Tot Marcel ’s avonds weer opdook op het feest. Opnieuw loste alles op, ik zag alleen zijn blik. En hij verloor mij ook niet uit het oog. Er zat niets anders op: ik heb het stevig op een drinken gezet. Pech voor mijn kersverse echtgenoot, maar in onze chique huwelijkssuite viel ik direct in slaap. De volgende ochtend had ik knallende hoofdpijn. En toen we thuiskwamen, had ik alleen maar zin om te huilen.”

Diepe gesprekken

“Drie weken heb ik geprobeerd Marcel uit mijn hoofd te zetten. Ik zei steeds tegen mezelf dat ik knettergek was, dat mijn verwarring op niets was gebaseerd. Tot ik het niet meer hield. Ik zocht mijn oud-collega op via Facebook en zodra wij gelinkt waren, stuurde ik Marcel, die tussen haar vrienden stond, ook een vriendschapsverzoek. Hij accepteerde me en we zijn gaan chatten. Eerst heel voorzichtig: ik vertelde niet wat er in mijn hoofd omging. Ook hij stelde zich puur vriendschappelijk op. Maar al snel hadden we dagelijks contact en onze gesprekken gingen heel diep. Over alles. Over het leven, onze dromen, onze jeugd. Avondenlang zaten we naar elkaar te tikken. Tot grote irritatie van Nando, die dan wel niet wist wat ik deed, maar zich kapot ergerde dat zijn vrouw opeens continu achter de computer zat. Na een paar weken stelde Marcel voor om samen iets te gaan drinken. Ik vond het doodeng, maar ik ging toch. Ik móest uitzoeken wat deze man voor mij betekende. We troffen elkaar in een lunchtentje. En daar was het meteen duidelijk: net zoals op mijn bruiloft konden we onze ogen niet van elkaar afhouden. Elke poging tot een gesprek stokte, omdat we zo van de kaart raakten van elkaar. En op een gegeven moment zei ik het. Plompverloren. Ik zei: ‘Volgens mij heb ik een paar weken geleden een grote fout gemaakt.’ Marcel keek me aan. Hij knikte en antwoordde: ‘Als je wilt, verlaat ik mijn vriendin vandaag nog.’ Mijn hart wilde niets liever; maar opnieuw durfde ik niet te luisteren. Ik was amper vijf weken getrouwd, ik kon nu toch niet voor een ander kiezen? Op basis van wat? Van mijn gevoel? Belachelijk! Zo zonde: ik had wel naar mijn hart moeten luisteren. Het had ons een half jaar van verlangen naar elkaar bespaard. Een half jaar van vechten tegen onze verliefdheid. En een half jaar bedrog. Want we konden het niet laten, we spraken toch steeds weer af. Elke geheime ontmoeting bevestigde het: wij hoorden bij elkaar.”

Nieuwe start

“Nando voelde ondertussen dat ik van hem afdreef. Hij deed zijn uiterste best mij weer voor zich te winnen, maar het was een kansloze missie. Hij verdiende het dat ik eerlijk was. Maar helaas is het erop uitgedraaid dat hij, achterdochtig door mijn afstandelijke gedrag, zelf ontdekte wat er aan de hand was door mijn mailbox te kraken. Hij belde Marcels vriendin, mijn oud-collega. Samen wachtten zij ons op in het hotel waar Marcel en ik, argeloos lachend en zoenend, binnenstapten. Afschuwelijk natuurlijk. De situatie escaleerde vervolgens totaal. Ik schaam me er vreselijk voor dat het zo is gelopen, dit hadden we iedereen moeten besparen. Er zijn heel wat tranen gevloeid. Nando was intens gekwetst, voelde zich gebruikt en belogen, en ook Marcels vriendin was er kapot van. Ze hebben het ons niet makkelijk gemaakt en samen met hen zijn er een hoop anderen die ons veroordelen. Ik ben een groot deel van mijn vriendenkring kwijt en had zelfs een tijdje geen contact met mijn moeder door mijn keuze voor Marcel.

Maar nu, bijna twee jaar later, komt er rust. Marcel en ik zijn verhuisd naar een andere plaats, voor een nieuwe start. We hebben alles vanuit het niets weer moeten opbouwen, de eerste maanden leefden we met geleende kampeerspullen. Toch heb ik nooit een seconde spijt gehad. Ja, wel van mijn bedrog, wel van hoe het gelopen is. En dat ik niet eerder naar mijn intuïtie heb geluisterd. Maar niet dat ik voor Marcel heb gekozen. Hij is mijn man, mijn soulmate. Dat voel ik altijd, zelfs als we woorden hebben. Hij hoort bij mij, door alles heen. Met mijn verstand kan ik zo tien dingen opnoemen die ik minder leuk aan hem vind: zo heeft hij best een buikje, en twee linkerhanden. Maar het doet er allemaal niet toe. Hij zit diep in mijn hart. En dat is allesbepalend. Want wat je hart je ingeeft, dat klopt.”