Ontwerp Zonder Titel 2022 12 20t165320.721

Heleen is arts op de spoedeisende hulp: ‘Je moet snel beslissingen nemen’

Heleen Lameijer (35) is de bekendste spoedeisendehulparts van Nederland, met haar razend populaire Instagramaccount @makesciencework. Volgende week verschijnt haar persoonlijke boek over het leven in én buiten het ziekenhuis. “Zorgen doe je samen.”

Heleen: “Een eigen boek schrijven was altijd een meisjesdroom. In ‘Op de spoedeisende hulp, mijn dynamische leven als SEH-arts’ deel ik wat ik meemaak in het ziekenhuis, maar ook daarbuiten. Want naast arts, ben ik ook wetenschapper, partner, vriendin, ondernemer en bijna moeder. Het boek staat vol met persoonlijke verhalen, ik stel me kwetsbaar op en dat maakt het spannend om te delen. Al voor de coronapandemie, begin 2020 werd ik door mijn uitgever benaderd om een boek te maken. Maar als ik ervoor ging zitten, kreeg ik amper wat op papier. In mijn eigen vak, op de spoedeisende hulp (SEH, red) kan ik juist goed onder druk werken. Maar iets creatiefs op moeten leveren is een ander verhaal. Door corona kreeg ik het in het ziekenhuis nog drukker en besloten we het boek uit te stellen. Maar omdat de druk om te schrijven wegviel, lukte het me op rustige momenten wel om verhalen te maken. Dus toen de uitgever na alle lockdowns weer contact met me zocht, was het merendeel van het boek klaar. Stuk voor stuk bijzondere verhalen, over mensen die onder mijn handen overleven of overlijden. Over het bijzondere contact met patiënten, vriendinnen en mijn lieve oma. Over het opzetten van een online reanimatiecursus via Instagram en over wat goede zorg nou eigenlijk inhoudt voor mij.”

Goed voorbeeld

“Op de SEH moet je snel beslissingen nemen, kennis moet in je hoofd zitten of je moet weten waar je die snel kunt vinden. Maar toch, iemand kan doodgaan doordat ik de verkeerde beslissing neem. Ik dacht vroeger dat je er in de acute geneeskunde als dokter alleen voor stond. Maar hoe verder ik kom in dit vak en hoe professioneler ik word, hoe meer ik weet dat dit niet zo is. Ik werk in een team en kan altijd hulp inschakelen. Zorgen doe je samen. In mijn boek beschrijf ik een case van een man die zo benauwd op de SEH komt dat hij niet meer kan praten. Hij heeft de progressieve longziekte COPD en wat we ook doen: het gaat niet beter met hem, zijn zuurstofgehalte en bloeddruk dalen. In zo’n situatie bespreek ik mijn team waar we staan, wat we nog kunnen doen. Al ben ik eindverantwoordelijk, ik sta altijd open voor suggesties van anderen. En in dit specifieke geval heeft een voorstel van een de verpleegkundigen het leven van deze man gered.”

Op gevoel

“Ik vaar op mijn kennis, maar geef ruimte aan mijn gevoel en empathie. Zo ben ik en zo wil ik als arts zijn. Aan het begin van mijn carrière, toen ik nog op de afdeling Cardiologie werkte, ontmoette ik een vrouw van 78 met eindstadium hartfalen. Ze had regelmatig het gevoel dat ze stikte, haar situatie was kritiek. Toen de cardioloog voorstelde een nieuw medicijn te proberen, zag ik de twijfel in haar ogen. Later die dag ben ik na alleen naar haar teruggegaan, omdat het gesprek me niet lekker zat. Ik vertelde dat we met liefde wilden starten met die nieuwe medicatie, maar dat zij mocht kiezen of ze dat wilde. Ze moest huilen, mijn gevoel was terecht. Voor haar hoefde het niet meer, ze wist dat ze ging sterven aan haar ziekte. De kwaliteit van haar leven was nihil. Ze wilde niet meer in het ziekenhuis blijven om een nieuw medicijn te proberen, maar naar huis om met haar kinderen te zijn. We bespraken dit met haar cardioloog en een dag later ging ze naar huis, zonder nieuw medicijn. Een paar weken later werd ik in het ziekenhuis gebeld door haar zoon, hij wilde me dringend spreken. Toen klopte mijn hart in mijn keel, had ik het toch verkeerd ingeschat? Niets bleek minder waar. Zijn moeder was een week daarvoor rustig overleden, in het bijzijn van de kinderen. Ze had haar zoon gevraagd me na haar sterven te bellen, omdat ze dankbaar was dat ik haar haar eigen keuze liet maken. Want kiezen om te sterven, is ook kiezen – had ze gezegd. Dit was misschien wel de grootste les uit mijn loopbaan tot nu toe. Het heeft me geleerd na te denken over wat kwaliteit van leven is. Vanuit patiëntperspectief vind ik het krachtig om te zeggen: tot hier en niet verder. Als arts bekruipt me ook wel eens een machteloos gevoel dat ik wel een optie heb, maar een patiënt die niet wil.”

Vol in de emotie

“Voor mijn werk moet ik kundig zijn, maar als ik tegelijkertijd een hork ben lever ik geen goede zorg. Daarom wil ik menselijk zijn, ik hoop dat patiënten me aardig vinden. Dat ze merken dat ik hen echt zie. Vaak lukt dat, maar soms is het zo druk en sta ik onder hoogspanning dat ik uitval. Op de SEH moeten mensen vaak lang wachten. Ben ik goedgemutst, dan ga ik het gesprek aan met klagers. Maar ik snauw ook weleens en zeg dat ik net drie mensen heb gereanimeerd van wie er twee zijn overleden en dat iemand daarom moest wachten. Daar schrikken mensen van. Dat is niet aardig, maar wel de realiteit. Omdat ik dan nog vol in de emotie zit, kan ik me niet altijd inhouden. Uiteindelijk ben ik ook maar een mens. Ik werk vaak als supervisor op de SEH, dat betekent dat andere artsen onder mijn toezicht staan en ik eindverantwoordelijk ben. Er komt elke dienst wel een spoedpatiënt binnen die acuut hulp nodig heeft omdat ’ie anders sterft. We doen er alles aan om iemand te redden, maar ontkomen niet aan verlies. Als het te heftig wordt, praten we daar met collega’s direct over. Mij helpt het ook om mijn gevoel van me af te schrijven. En als ik merk dat een patiënt me raakt, brand ik thuis weleens een kaarsje. Dat helpt mij om erbij stil te staan, mijn respect te tonen en te proberen het voor mezelf af te sluiten.”

Makesciencework

“Ik heb er hard voor gewerkt, maar het is me gelukt mijn vak vorm te geven zoals ik dat wil. Ik heb vrijheid gecreëerd in een artsenbaan die over het algemeen niet veel vrijheid geeft, met diensten van minimaal negen uur en veel verantwoordelijkheid. Vier dagen in de week werk ik in het ziekenhuis, een dag werk ik als wetenschapper. Ik bedenk onderzoeken om de zorg op onze afdeling te verbeteren en begeleid de artsen die hierop promoveren. Dat kan ik doen waar ik maar wil: thuis, in een hotellobby, op Ameland. Buiten het ziekenhuis krijg ik andere prikkels, ga ik creatiever denken en praat ik tussendoor over andere onderwerpen. Ik heb een tijd in een kantoor gewerkt met andere vrouwelijke ondernemers. Behalve leuk ook leerzaam. Daar heb ik bijvoorbeeld marketingkennis opgedaan die me weer helpt bij het aanbieden van artikelen aan wetenschappelijke tijdschriften. Op dit kantoor zag ik ook hoe iemand social media inzette voor haar bedrijf. Terwijl zij een selfie maakte, klikte er iets in mijn hoofd. Ik realiseerde me dat ik mijn kennis niet alleen wilde inzetten in het ziekenhuis, maar ook online. Dus opende ik mijn account @makesciencework, hier maak ik medische kennis begrijpelijk.
Het is ook de plek waar ik ben begonnen met online reanimatiecursussen, eerst voor volwassenen en nu ook voor kinderen. Inmiddels is dit uitgegroeid tot een volwaardig bedrijf. Mijn eerste onlinecursus filmde ik zelf met mijn telefoon en speelden mijn vriendinnen een rol. Inmiddels is dit allemaal geprofessionaliseerd, met acteurs en cameraploegen. Ik heb lang nagedacht of een reanimatiecursus online gevolgd kan worden. De vraag is: moet je het reanimeren oefenen op een pop? Er is geen wetenschappelijk bewijs voor dat het beter is om wel fysiek te oefenen, maar tegelijkertijd ook geen bewijs dat je het zeker weten weg kan laten. Is het aanraken van een pop zo belangrijk dat je de eerste stap durft te zetten, 112 te bellen en te starten met hartmassage? Of durf je dat omdat je mijn cursus hebt gevolgd? Het enige wat iemand echt verkeerd kan doen, is niets doen.”

Bagger

“Mijn Instagram-account is populair, met ruim 37.000 volgers. Wat ik plaats heeft altijd een link met een van de pijlers: medisch, gezondheid, vegetarisch eten, sport of female empowerment. Ik plaats nooit zomaar iets en plan content niet in. Als het goed voelt en ik heb tijd, dan maak ik stories of posts. In de coronaperiode heb ik de keerzijde van social media ondervonden, vooral als ik iets had geplaatst over vaccineren. Ik vind eigenlijk dat iedereen zelf moet kiezen of ’ie dat wel of niet doet, maar dan wel op basis van de juiste informatie. Ik kreeg fijne reacties van mensen die veel hadden aan mijn vertaling van wetenschappelijke onderzoeken. Maar ook veel bagger: mensen die dachten dat ik er geld voor kreeg, of werd gesponsord door de overheid. Het is echt niet tof om berichten te krijgen als: ‘Ik weet waar je woont dus ik kom wel een keer langs.’ ‘Als ik jou ooit zie in het ziekenhuis maak ik je helemaal kapot.’ ‘Ik hoop niet dat je ooit mijn dokter wordt.’ ‘Ik ga je aanklagen.’ Ik heb serieus overwogen te stoppen met social media, maar dat druist in tegen dat wat ik wil bereiken: medische kennis met mensen delen zodat ze zelf beter voor zichzelf kunnen zorgen en betere beslissingen kunnen nemen over hun eigen gezondheid. Iedereen die een nare comment of bericht stuurde, kreeg een persoonlijk bericht terug. Ik het ziekenhuis heb ik geleerd om te gaan met boze, verdrietige en teleurgestelde mensen. Ik weet hoe ik een gesprek kan keren. Dat hielp me nu ook en wat bleek: de meeste mensen waren bang of hadden vragen en het leverde mooie gesprekken op. De rest heb ik geblokkeerd.”

Meisjesdroom

“Inmiddels ben ik 35, ben afgestudeerd, gespecialiseerd en gepromoveerd, ik ben een bedrijf begonnen en heb een lesboek geschreven. Veel van mijn plannen zijn af of lopen lekker. Dat geeft ruimte voor het moederschap, over een paar weken wordt onze dochter geboren. Ik denk ondertussen ook na over mijn carrière, wat wil ik nog meer bereiken? Misschien wil ik wel professor worden. Volgende week verschijnt het boek met mijn persoonlijke ervaringen. Een spannend moment, een meisjesdroom die uitkomt. Als kind kon ik wegdromen in verhalen, in onze woonkamer stond tegen elke muur een boekenkast. Ik heb altijd veel respect gehad voor schrijvers. Voor het ambacht om dat ene boek te maken. En dat mensen vervolgens tijd spenderen om jouw verhaal te lezen. Nu ben ik die schrijver en is het mijn verhaal en hoop ik dat mensen er net zo van genieten als ik altijd deed.”

Op de spoedeisende hulp. Mijn dynamische leven als SEH-arts ligt vanaf 1 december in de winkels. Het boek is al wel te bestellen.

Tekst: Yvonne Brok
Foto: Annanel Eppinga

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.