Claire Nelson

Claire viel zes meter omlaag en lag vier dagen gewond in de woestijn

Claire (40) viel tijdens een solo-wandeling in de woestijn en verbrijzelde haar bekken. Vier dagen en drie nachten wachtte ze op hulp. ‘Ik voelde gewoon hoe mijn organen een voor een uitdroogden.’

“Wat mij het gelukkigst maakt, is reizen en in de natuur zijn. Dus toen ik vastliep in mijn werk en eigenlijk ook in mijn dagelijks leven, hoefde ik niet lang na te denken over wat ik zou gaan doen. Ik zegde mijn huur op en vloog vanuit Londen waar ik op dat moment woonde, naar Canada. Ik dacht: ik blijf hier een tijdje, ik werk freelance als reisjournalist en kom op die manier tot rust. Ik was net goed en wel gesetteld in Canada toen ik een telefoontje kreeg van mijn vrienden Lou en Nathalie. Ze wonen in Californië, dichtbij het Joshua Tree National Park, en zochten iemand die drie weken lang op hun huis wilde passen. Of ik interesse had. Nou en of! Ik was al eens eerder bij hen geweest en vond het landschap daar geweldig.
De eerste week maakte ik kleine wandelingen in de omgeving, vooral om te wennen aan de hitte en de vaak rotsachtige ondergrond. Voor de tweede week kocht ik een pas waarmee ik zeven dagen lang door het Joshua Tree National Park kon wandelen. In mijn eentje eropuit gaan is iets wat ik graag en regelmatig deed en nog steeds doe. Het is heel anders dan met z’n tweeën of nog meer mensen lopen. Je neemt de natuur veel beter in je op en verzet je gedachten. Ik besloot dat mijn eerste wandeling in het park zou gaan naar Lost Palm Oasis, een bewegwijzerde route van vier uur. Het was dinsdagochtend. Ik had een lunch mee, mijn camera, veel water, zonnecrème, een extra T-shirt, een hoed en een wandelstok. Over die stok twijfelde ik nog. Eerlijk gezegd zat ik al in de auto toen ik dacht: ik neem hem toch mee. Voor je weet maar nooit. Het was een heel sterk intuïtief gevoel. Had ik dat niet gedaan, dan had ik hier nu waarschijnlijk niet gezeten.”

Betoverend uitzicht

“Ik begon te lopen. Je moet je voorstellen dat het enige wat je daar ziet woestijn is. Prachtige roodbruin, oranje tinten. Hoge rotsformaties, aparte planten, cactussen. Buitenaards. Na anderhalf uur stevig doorstappen, kwam ik terecht in een droge rivierbedding die eindigde bij een stel rotsen. De man bij wie ik mijn entreekaartje kocht, had me verteld dat ik ergens op de route wat zou moeten klauteren. Ik twijfelde geen moment: dat was dus hier. Voorzichtig klom ik omhoog, wat nog best pittig was. Eenmaal boven werd ik getrakteerd op het meest betoverend uitzicht ooit. Ik was volkomen gelukkig, at mijn lunch en wilde daarna weer verder. Tijdens de afdaling zocht ik constant voorzichtig naar vaste ondergrond. En toch ging het mis. Mijn voet gleed weg en vanaf dat moment ging alles voor mijn gevoel in slow motion. Ik wist: zo meteen raak ik de grond en dat gaat enorm veel pijn doen. Ik had op harde rotsen kunnen landen, maar gelukkig viel ik op zandgrond, precies in een spleet tussen wat rotsblokken in. Mijn linkerzij ving de klap op en instinctmatig rolde ik mezelf terug op mijn rug. Ik hoorde mijn botten kraken en wist meteen: dit is foute boel. Vanaf mijn middel kon ik me niet meer bewegen. Alleen mijn tenen reageerden zo nu en dan. Gelukkig, ik ben niet verlamd, concludeerde ik. Maar ik had waarschijnlijk wel mijn bekken gebroken, of erger nog, verbrijzeld.”

Geen bereik

“Het eerste wat ik dacht, was: daar gaat mijn wandeltocht. Ik heb mezelf geblesseerd en kan niet verder. Tuurlijk greep ik ook meteen naar mijn telefoon. Om er al snel achter te komen dat ik geen bereik had. Oké, shit, wat nu? Ik checkte – liggend in die ongemakkelijke pose – op de kaart en via mijn gps-tracker waar ik ongeveer was en kwam erachter dat ik niet meer op de route zat. Ik had een afslag gemist en die droge rivierbedding voor een wandelpad aangezien. Voor het eerst realiseerde ik me dat het echt foute boel was. Dat ik me in een heel penibele situatie bevond. Niemand gaat hier langskomen… Ik begon te gillen en te schreeuwen om hulp. Keihard. Geen idee waarom. Er was niemand die mij zou horen. Daarvoor was ik domweg te ver afgedwaald van de route. Terwijl ik daar lag te creperen van de pijn, was ik vooral boos op mezelf. Waarom had ik niemand laten weten wat ik ging doen? Dat is verdorie les 1 als je in je eentje gaat hiken in dit soort gebieden. Hoe kon ik zo dom zijn? Tegelijkertijd probeerde ik ook weer snel te schakelen, helder en praktisch te denken. Je moet. Anders overleef je dit niet. Ik probeerde mezelf te beschermen tegen de zon door mijn lichaam af te bedekken met de spullen die ik bij me had. Met de stok, mijn tas en T-shirt maakte ik een soort zonnescherm zodat ik gedurende de dag grotendeels in de schaduw lag.
De nacht moest toen nog komen. Die was ijskoud – ik had immers alleen mijn korte broek en shirt aan – en doodeng. Ik was bang voor de dieren. Wat als een coyote mij zou ruiken? Of een ratelslang me zou vinden? De nacht leek eindeloos te duren. Ik lag daar maar. Het was doodstil. Je wacht en wacht.  Maar waarop? Op niets. Overdag is er nog iets van hoop. Hoop dat iemand toch toevallig naar jou zoekt. ’s Nachts is er alleen maar angst. Echt vreselijk. Ik had ook pijn. Voortdurend. Maar als ik stillag, kon ik die wel verdragen. Veel erger dan de pijn was de dorst die ik had. Mijn lichaam schreeuwde om vocht. Ik had hoofdpijn en was duizelig. Ik voelde gewoon hoe al mijn organen één voor één langzaam uitdroogden. Een marteling. Je denkt: wat kan ik drinken? Met mijn vier liter water was ik heel zuinig. Toen het na anderhalve dag op was, dronk ik mijn eigen urine. Heel vies. Het smaakt zoals het ruikt. Maar je doet alles om in leven te blijven.”

Praten tegen de camera

“Iets anders waarmee ik moest dealen, was de eenzaamheid. Ik had in het dagelijks leven ook best vaak het gevoel dat ik eenzaam was, maar dat was niks vergeleken met wat ik daar in de woestijn ervoer. Om maar tegen iemand te kunnen praten, begon ik filmpjes op te nemen met mijn camera. De eerste video was voor mijn familie en vrienden. Voor als het niet goed zou aflopen. Dan zouden ze in elk geval weten wat mij was overkomen. Daarna ben ik blijven praten tegen de camera. Alsof ik het tegen een onzichtbaar iemand had. Dat hielp mij enorm de uren door te komen. Het waren geen diepe filosofische overdenkingen. Ik heb het later nog eens teruggeluisterd. Ik ben vooral aan het klagen over hoeveel dorst ik heb en waarom niemand mij zoekt.
Ik probeerde sowieso niet te veel na te denken over wat me nog te wachten stond. Ook wilde ik niet stilstaan bij het feit dat ik mijn ouders, mijn vrienden en mijn familie misschien wel nooit meer zou zien. Te pijnlijk. Ik heb in totaal vier dagen en drie nachten in die woestijn gelegen, dus er waren ook zeker momenten dat ik nadacht over mijn leven. Wat had ik anders kunnen doen, of beter? Had ik ergens spijt van? Eén van de dingen waar ik echt spijt van had, was dat ik veel te veel tijd besteedde aan social media. Ik deed in die periode niet anders dan de beste versie van mezelf posten op Instagram. Kijk mij eens een leuk leven hebben, leuke dingen doen, lekkere dingen eten… Tegelijkertijd hield ik de accounts van anderen nauwgezet in de gaten. Uit verveling denk ik. Doodzonde. Ik had in die tijd zoveel andere dingen kunnen doen. Aan het échte leven kunnen deelnemen. Nu leefde ik heel erg op mezelf, in de luwte. En liet ik soms ook dingen liggen omdat ik bang was het verkeerd te doen, te falen of me kwetsbaar op te stellen. Ik had mezelf ook wijsgemaakt dat ik alleen sterk was als ik alles in mijn eentje deed en niemand nodig had. Maar angsten verbergen is helemaal niet sterk. Nooit om hulp vragen heeft niks nobels. Dat soort dingen wilde ik allemaal anders doen, als ik ten minste levend gevonden zou worden.”

Stil op Instagram

“De ironie wil dat mensen me uitgerekend misten op datzelfde Instagram. Het was immers al drie dagen stil op mijn account. Niks voor Claire, dachten mijn familie, vrienden en volgers. Dat zegt genoeg, ik communiceerde echt bijna alleen maar via een post op Instagram. Veel van mijn volgers dachten ook nog dat er niks aan de hand was. Claire is zo onafhankelijk en sterk, die wil even alleen zijn en redt zichzelf prima. Gelukkig begon een enkeling, zoals mijn moeder en Nathalie, zich wel zorgen te maken. Zij alarmeerden de politie. Op dinsdag viel ik, op vrijdag ging er een helikopter de lucht in om mij te zoeken. Veel hoop op een succesvolle redding was er toen overigens al niet meer. Het is vrij uitzonderlijk dat iemand nog levend wordt gevonden in de woestijn na vier dagen van vermissing.
Ikzelf was inmiddels al door diverse stadia gegaan. Het is als een rouwproces: eerst ben je boos, dan zijn er ontkenning en verdriet, je vecht en vecht nog harder en uiteindelijk accepteer je je lot. Ik had die nacht geaccepteerd dat de hulp niet meer kwam en dat ik zou sterven in de woestijn. Ik had daar serieus vrede mee. Als ik dan toch dood moet, dan het liefst op deze mooie plek. Ik voelde rust. Mensen die mediteren, voelen waarschijnlijk iets wat erop lijkt. In elk geval lag ik daar, dankbaar te zijn voor mijn leven, toen ik ineens een helikopter hoorde en een stem die sprak: ‘Claire Nelson, als je daar bent, we zoeken je.’ Als een dolle ben ik gaan zwaaien met mijn zonnescherm. Dat ik die stok bij me had, redde op dat moment mijn leven. Want door die stok kon ik de zonneschermvlag nét wat hoger boven de grond houden. Daardoor zagen ze mij liggen vanuit de lucht. Eerst nog niet. Als een dolle maakte ik met het laatste restje energie dat ik nog had allerlei snelle onnatuurlijke bewegingen in de hoop aandacht te trekken. Maar de helikopter vloog weg. Gelukkig kwam hij daarna ook weer terug. Opnieuw zwaaide ik met alles wat ik in me had. En toen spraken ze daarboven de verlossende woorden: ‘Claire Nelson we zien je, we komen je redden.’

Wandeling afmaken

“In totaal heb ik – na een bekkenoperatie – zeven maanden moeten revalideren. Best snel volgens de deskundigen. Ik denk dat het hielp dat ik mezelf een doel had gesteld. Ik wilde hoe dan ook die wandeling naar Lost Palm Oasis afmaken. Niet in mijn eentje, maar met mijn beste vrienden. Je kunt je voorstellen hoe emotioneel het was toen we dat ook daadwerkelijk konden doen. Ik zie er duidelijk de symboliek in, mijn les voor het leven. Ik begon de wandeling in mijn eentje, maar had mijn vrienden nodig om hem af te maken. Daar zit voor mij de grootste verandering. Vóór het ongeluk deed ik alles het liefst alleen, ná de val betrok ik steeds vaker anderen bij mijn leven. Het muurtje dat ik zorgvuldig om me heen had opgebouwd, brokkelde langzaam maar zeker af.
Inmiddels zijn we bijna vijf jaar verder. Ik ben net veertig geworden. En eigenlijk nog steeds zoekende. Ik woon nog altijd niet op een vaste plek, heb geen relatie en ben bezig voor mezelf uit te vogelen hoe mijn toekomst eruit gaat zien. Wat wil ik met de rest van mijn leven? Ik heb nog geen duidelijk, vastomlijnd plan. Mensen denken dat als je zoiets meemaakt als ik álles daarna anders is. Want er bestaat immers niks ergers dan bijna doodgaan in een desolate woestijn. Misschien is dat wel zo en er is ook wel degelijk iets veranderd zoals ik al zei, maar toch gaan die veranderingen ook bij mij in babystapjes. Ik voel me bij vlagen bijvoorbeeld nog steeds onzeker en twijfel dan over mezelf. Al beheerst het niet meer mijn leven. Als ik die emoties nu voel opkomen, hoef ik alleen maar te denken aan die hachelijke momenten in de woestijn. En mezelf toe te spreken: ‘Claire, kom op! Je hebt dit avontuur niet overleefd om je nu opnieuw te laten leiden door je angst.’ Ik zet mijn val dus in als tool, een herinnering om niet weer in oude patronen te stappen. Dat werkt.”

Tip van de redactie

In Dingen die ik leerde van het vallen vertelt Claire niet alleen haar moedige verhaal over het overleven, maar ook haar verhaal over het vallen. En hoe je – zelfs als je in duizend stukjes uiteenvalt – jezelf altijd opnieuw op kunt rapen. Voor meer informatie klik op onderstaande button.

Tekst: Jolanda Hofland
Foto: privébeeld

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.

Claire Nelson