Canva1 2022 02 22t153353.682

Beste vriendinnen Gea en Rosanna kregen alle twee een hersentumor

Het lijkt iets uit een film, maar het overkwam Gea en Rosanna echt. Vorig jaar kreeg Gea een hersentumor die niet meer te genezen is. Vier maanden erna bleek ook Rosanna een gezwel in haar hoofd te hebben. Het maakte hun vriendschap nog hechter.

Ze zijn beste vriendinnen, dat zie je meteen. Aan de manier waarop ze elkaar aankijken, elkaars zinnen aanvullen, op hetzelfde moment lachen, een koek delen. En toch kennen ze elkaar pas zes jaar. Gea (42) en Rosanna (37) ontmoetten elkaar begin februari 2016 op de verjaardag van Gea’s neefje. “Ik was daar omdat mijn zoon bevriend is met haar neefje. We raakten aan de praat en begrepen elkaar meteen. Het klikte. Hetzelfde gevoel voor humor, hetzelfde optimisme, dezelfde ideeën over dingen in het leven. We wisselden nummers uit en sindsdien zijn we goed bevriend,” vertelt Rosanna.
Gea knikt: “Het is alsof we elkaar al veel langer kennen. Bij Roos kan ik mezelf zijn. We kunnen samen enorm lachen, maar zoeken elkaar ook op als een van ons niet lekker in haar vel zit. We delen alles. Soms liggen we met z’n tweeën op de bank onder een kleedje te kletsen en vallen we gewoon in slaap, zo rustig en op ons gemak zijn we.”

Onheilstijding

Vanaf het begin is er een band, maar sinds vorig jaar is er iets veranderd, iets wat hun vriendschap nog meer diepte geeft en hechter maakt. Op 5 februari 2021, vijf jaar nadat Gea en Rosanna bevriend raken, krijgt Gea plotseling ondraaglijke hoofdpijn. Ze voelt meteen dat het geen normale hoofdpijn is. “Het was alsof er iets geknapt was in mijn hoofd. Ik moest ook steeds hevig overgeven.” Gea gaat naar de huisarts, die aanvankelijk denkt dat het stress is. “Ik kreeg oxazepam, een kalmeringsmiddel. Maar de hoofdpijn werd niet minder. De hele nacht gaf ik over. Mijn vriend Tim vroeg me als test naar mijn geboortedatum en die van mijn jongste dochter, die de volgende dag jarig zou zijn. Toen ik dat niet meer wist, heeft hij meteen 112 gebeld.”
Gea belandt in het ziekenhuis van Leeuwarden om een MRI-scan van haar hoofd te laten maken. “Die wees uit dat ik een hersenbloeding en een hersentumor had. Ik was er niet helemaal bij, waardoor dat vreselijke bericht een beetje langs me heen ging. Achteraf bezien misschien maar gelukkig. Ik herinner me wel dat de arts nog eens nadrukkelijk zei: ‘Begrijpt u dat u een hersentumor heeft, mevrouw de Jong?’”
Rosanna weet nog goed dat Gea’s vriend Tim haar op 6 februari appte om te vragen of het inderdaad stress zou kunnen zijn, zoals de huisarts toen nog vermoedde. “’Jij kent haar langer dan ik, wat denk je?’ vroeg hij. Ik twijfelde. Er waren best dingen waarover Gea gestrest kon zijn, maar toen ik hoorde dat ze ook de verjaardag van haar dochter niet meer wist, appte ik meteen: ‘Dat is niet goed, dat moet je laten onderzoeken.’ Tim hield me daarna steeds op de hoogte. Diezelfde avond nog kreeg ik het afschuwelijke bericht: Gea heeft een hersenbloeding en een hersentumor. Verschrikkelijk! Ik schrok enorm en begon te huilen. Ik kende niemand die zo iets ergs had.”

Geen prikkels

Zodra Rosanna weet dat haar vriendin ernstig ziek is, stuurt ze appjes. “Ik wist niet of ze die in het ziekenhuis kon lezen. Ze mocht niet te vaak op haar telefoon kijken om zo min mogelijk prikkels te krijgen. Ik schreef dat ik aan haar dacht. Op 9 februari, twee dagen na haar operatie, stuurde Gea mij op mijn verjaardag een appje om me te feliciteren. Ik vond het zo bijzonder dat ze dat ondanks alles had gedaan en de datum nog uit haar hoofd wist. Het was het mooiste cadeau dat ik kon krijgen.”
De dag erna wordt Gea met spoed geopereerd. “Ze haalden veel van de tumor weg en zetten hem op kweek voor onderzoek. Het was niet goed. Ruim anderhalve week na de operatie vertelde de arts me dat ik ongeneeslijk ziek was. Ik reageerde daar gelaten op. Waarschijnlijk als een soort bescherming voor mezelf: het was op dat moment te heftig om te beseffen.”
Gea mag de dag na de uitslag naar huis om daar te herstellen van de hersenbloeding. Die maakt haar vooral erg moe. Enkele weken daarna zal ze de eerste kuur met chemopillen en bestralingen ondergaan.
“Ik vond het in het begin lastig om weer naar haar toe te gaan,” vertelt Rosanna. “Je weet nooit precies hoe iemand met zoiets omgaat. Wat kon ik wel of niet zeggen? Tim drukte me op het hart gewoon mezelf te zijn, dat was goed genoeg. Het was zo fijn haar weer te zien. Even hebben we gehuild, maar ik zag ook hoe sterk en positief ze was. ‘Wie ben ik dan om negatief te zijn?’ dacht ik. Het is ontzettend knap hoe Gea ermee omgaat. Doordat zij sterk is, maakt ze het voor anderen, haar vriend, haar twee dochters, haar familie en voor mij, ook makkelijker.”

Nooit opgeven

“’Ik vertik het om dood te gaan terwijl ik nog leef.’ Dat is mijn mantra en dat helpt me,” zegt Gea. “Ik was altijd bang voor ziektes; een hypochonder. Maar nu ik het heb, wil ik niet in een hoekje gaan zitten. Ik hoef ook niet te weten wat de prognoses zijn. Ik leef van dag tot dag, wil zo veel mogelijk genieten en alles uit het leven halen. Uit eten gaan, terrasjes, vakanties en hotelletjes, wandelen en eten afhalen tijdens de lockdown.”
Dan krijgt Rosanna in juli 2021 ook erge hoofdpijn. “Daar had ik al langer last van. Ik dacht dat het stress was, maar het ging niet over. Het leek op migraine. Ik had last van duizeligheid, hyperventilatie en hoofdpijn met veel druk op mijn hoofd. Het ging niet weg en voelde niet goed. Bij de huisarts vertelde ik over Gea. Natuurlijk zegt een verhaal over een vriendin niets over mij en dacht ik niet dat ik hetzelfde had, maar toch kaartte ik het aan. De dokter begreep dat en adviseerde me het zekere voor het onzekere te nemen en een scan te laten maken bij de hoofdpijnkliniek in Dokkum. Ongerust was ik niet. Ik dacht dat het migraine was, maar wilde dat met een scan vaststellen. Daarom ging ik er ook alleen heen. Na een aantal dagen zou ik de uitslag krijgen, maar plotseling vroegen ze mij om plaats te nemen in een kamertje. Een arts was gebeld en die kwam vanuit huis daarnaar toe. Daar schrok ik erg van, die kwam vast niet zomaar… Ik belde daarop meteen mijn vriend Sipke, die zo snel mogelijk uit zijn werk naar mij toe kwam.”

Meer slecht nieuws

Rosanna blijkt een gezwel in haar hoofd te hebben. Wat voor tumor het is, kan de arts nog niet zeggen. Ze moet in elk geval geopereerd worden. “Zodra ik het wist, appte ik Gea of ik kon langskomen zonder nog iets over de tumor te vertellen. Eenmaal bij haar thuis zei ik ‘Het hoeft niet over mij te gaan, maar ik heb ook iets in mijn hoofd’.” Gea: “Daar schrok ik verschrikkelijk van. We huilden er samen om. En hoe kan dit? Twee beste vriendinnen krijgen een hersentumor. Dat lees je in een tijdschrift of zie je in een film en dan denk je: dat kan niet. Wat ons overkomt, is bizar en ongelooflijk.”
Drie weken later wordt Rosanna geopereerd. Daarna moet ze vijf weken wachten op de uitslag van het weefsel dat op kweek is gezet. “Dat was lang, maar ook een goed teken, omdat ze waarschijnlijk al vermoedden dat het goedaardig was. En tot mijn opluchting was dat ook zo.” De band tussen Gea en Rosanna wordt nog sterker. “Het is bijna meer dan vriendschap,” zegt Rosanna. “We appen elke dag, vragen ’s morgens hoe we hebben geslapen, delen hoe we ons voelen, sturen elkaar hartjes, gifjes en foto’s. Soms, als ik moest wachten op een uitslag en het lang duurde, stuurde Gea me alleen een hartje. Ze vermoedde iets en wilde zonder iets te zeggen laten weten dat ze aan me denkt. Ze voelt aan hoe ze op zo’n moment moet reageren.”
Gea: “Dat is met Rosanna net zo. Het is een gevoel dat diep van binnen zit. Daarmee willen we onze andere vriendinnen niets tekort doen. Zij zijn ook ontzettend lief voor ons, maar wij begrijpen elkaar als lotgenoten zo goed.” Rosanna: “Een ander weet nu eenmaal nooit helemaal wat je voelt. Ik kon aan Gea bijvoorbeeld dingen vragen over de operatie, gevoelens over een behandeling of de uitslag delen.”

Huilen én lachen

Het is beslist niet één groot tranendal, benadrukken ze. “Soms huilen we en zitten we kort daarna alweer hard te lachen. We maken grapjes die alleen wij tegen elkaar kunnen maken, zoals dat we “gevoel voor tumor” hebben of BTF’s, best tumor friends, zijn,” zegt Rosanna. Gea: “Dat is ook waarom we ons verhaal willen vertellen. Wat ons overkomt, lees je alleen in een tijdschrift en dat is nu ook echt zo. We hebben hiermee iets wat onze vriendschap tastbaar maakt, maar willen anderen ook laten zien dat wij hier positief mee omgaan. Ik ben dankbaar dat ik nog kan afscheid nemen van mijn dochters. Ik heb bijvoorbeeld knuffels voor ze gemaakt met een foto erin en ben bezig met een digitaal fotoboek. Dat kan niet als je in één keer weg bent.”
“We leven bij de dag, zijn positief. Als er over een paar dagen een scan, gesprek of uitslag is, focussen we ons eerst op iets leuks.” Want ze weten allebei dat er ook altijd weer een tegenslag kan komen. Zo kreeg Rosanna vorig jaar december weer een hersenscan ter controle. “Een rand van de tumor die om de wond heen zit, had vanzelf weg moeten gaan. Dat is niet gebeurd. Ik moet opnieuw geopereerd worden. De rand zit dichtbij de gezonde hersenen. Vanwege het risico iets te raken, kunnen ze niet alles verwijderen. Ik zal dus moeten leven met een tumor in mijn hoofd, die weer kan gaan groeien. Aan de andere kant kan ik in ieder geval nog een operatie krijgen. En dat zou ik Gea zó gunnen. Ik krijg die kans wel en zij niet. Daar voel ik me wel eens schuldig over. Het is oneerlijk.”
“Dat moet je écht niet doen,” zegt Gea meteen. “Je moet je nooit schuldig voelen.”
Om hun vriendschap te bezegelen hebben Gea en Rosanna allebei een tatoeage met een geboortebloem laten zetten. “Het viooltje hoort bij februari en de waterlelie bij juli. Ik ben in juli jarig en werd in februari geopereerd. Rosanna is in februari jarig en werd in juli geopereerd. Ook alweer zo’n bijzonder toeval. Wij kennen de speciale betekenis van deze bloemen en die dragen we nu voor altijd bij ons.”

Tekst: Marloes de Moor

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.