Canva1 2021 10 28t154805.420

Arjanne leerde van zichzelf houden en viel 108 kilo af

Arjanne (37) wist prima hoe ze moest afvallen, alleen lukte het haar niet om gezonde keuzes te maken. Verdriet en oud zeer zaten in de weg. “Alles veranderde toen ik durfde te voelen. En erkende dat mijn gevoelens er mogen zijn.”

Arjanne: “Een kind met overgewicht zien, maakt me altijd verdrietig. Het herinnert me aan mijn jongere zelf. Het meisje dat smoesjes verzon om niet te hoeven schaatsen als haar klasgenootjes uitgelaten op de bevroren sloot speelden. Bang om door het ijs te zakken. Het meisje dat dol was op scheikunde, maar niet meedeed aan de proefjes omdat de witte jas die ze daarvoor aan moest niet paste. Het meisje dat grapjes over haar gewicht maakte om anderen voor te zijn. Omdat jezelf voor schut zetten vele malen minder pijnlijk is dan wanneer anderen dat doen. Ik was een blij kind, maar onder mijn lach school een groot verdriet.
Ik maakte me zorgen om mijn moeder. Toen ik twaalf jaar oud was, werd ze ernstig ziek. Ik probeerde het huishouden draaiende te houden, terwijl zij werd behandeld tegen lymfeklierkanker. Mijn jongste broertje, destijds nog een baby, verzorgde ik samen met mijn oma. Voordat ik naar school ging, bracht ik hem naar haar. Op school haalde ik goede cijfers en had ik veel vrienden.”

Geen onderwerp

“Ogenschijnlijk leek het allemaal goed met me te gaan. Ik deed er ook alles aan om dat beeld zo te houden. Ik wilde helemaal niet dat mensen vroegen hoe het met mij ging. Ik wenste alleen maar dat mijn moeder beter werd. Eten was in die tijd mijn troost en uitlaatklep. Als ik alleen was, at ik met gemak een zak chips. Op mijn dertiende woog ik al ver boven de honderd kilo. Toen mijn moeder na een ziekbed van vijf jaar beter werd verklaard, kocht ik mijn kleding in grote-maten-winkels.”
Over mijn overgewicht werd niet gepraat. Het was net alsof het er niet was. Maar het ironische was dat het álles overschaduwde, zelfs mijn toekomstdromen. Zo wilde ik niets liever dan verpleegkundige worden, maar durfde ik geen verpleegkunde te studeren omdat ik niet in het uniform paste. En als mijn vriendinnen gingen stappen, bleef ik thuis. Want wat zag een jongen nou in mij? Mijn zelfbeeld was extreem laag. Het hebben van overgewicht zorgde voor een continue interne strijd. Aan de ene kant vond ik mezelf slap omdat het me niet lukte om de vele lijnpogingen die ik deed vol te houden en aan de andere kant was er een constante drang om te eten. Nooit was ik echt tevreden of gelukkig. Toen ik zeventien jaar was, ontmoette ik mijn man. Toen ik twintig was, trouwden we. Ik droomde van een gezin en werd vrij vlot zwanger.”

Hoop en vrees

“Mijn intuïtie is altijd sterk geweest. Toen ik tijdens mijn zwangerschap ongerust was over mijn baby wist ik dat ik mijn gevoel serieus moest nemen. In het streekziekenhuis werd ik gezien als een overbezorgde moeder, maar ik liet me niet wegsturen. Ik zette alles op alles om in het academisch ziekenhuis onderzocht te worden. De arts die de echo uitvoerde lachte vriendelijk en zei dat hij me vast gerust zou stellen, maar vrijwel direct constateerde hij een afwijkende groei. Mijn zoon was veel te groot. Een maand later werd ik opgenomen omdat mijn vliezen braken. Ik moest absolute bedrust houden. De weken die volgden, waren zenuwslopend. Ik wist dat er iets mis was met mijn baby, maar niet wat.
Toen mijn zoon Brian met 38 weken ter wereld kwam, was het alsof de grond onder mijn voeten werd weggeslagen. Brian had een hartafwijking en veel gezondheidsproblemen, maar wat de oorzaak was, wisten de medici niet. Ik leefde tussen hoop en vrees. Toen Brian vijf weken oud was, werd hij geopereerd aan zijn hartje. Een paar dagen na de operatie traden er zulke ernstige complicaties op dat we afscheid van Brian moesten nemen, omdat er een grote kans zou bestaan dat hij zou overlijden. Anderhalf jaar lang lag hij op de intensive care. In die periode realiseerde ik me dat alles van de een op de andere dag kan veranderen en dat je op jezelf moet kunnen vertrouwen. Doordat ik veel van huis was, verwaterden veel vriendschappen. Soms voelde dat alsof kennissen en vrienden mij en mijn gezin vergaten. Maar doordat ik vaak alleen was, leerde ik mezelf ook beter kennen.”

Calorierijke maaltijden

“De stress die ik had, was extreem. Brian kampte met veel lichamelijke problemen. Zo was zijn hart vergroot, had hij problemen aan zijn longen en verloor hij bijna zijn gehele gezichtsvermogen. De oorzaak bleef onduidelijk. Jarenlang was ik doodsbang om hem te verliezen. Brian lag veel in het ziekenhuis. Mijn man en ik probeerden er het beste van te maken. We hebben een viswinkel en iedere Kerst maakten we een heerlijke visschotel voor de verpleegkundigen en artsen van de afdeling klaar. Zelf at ik niet zo gezond. In ziekenhuisrestaurants bestelde ik calorierijke maaltijden, omdat er geen andere keuze was. Tijd om te koken had ik niet. Op de zeldzame avonden dat ik thuis was, koos ik voor een kant-en-klaarmaaltijd en snacks. Net als in mijn kindertijd was eten mijn troost en uitlaatklep.
Ik volgde verschillende diëten. Soms viel ik tien kilo af, maar zodra ik de teugels liet vieren, vlogen ze er weer aan. Vaak zocht ik mijn heil bij een diëtist of voedingsconsulent, maar iedere keer als ik tegenover iemand zat die uitlegde wat ik precies moest eten, voelde ik me onbegrepen. Mijn pijn begrijp jij niet, dacht ik dan. Het was voor mij haast onmogelijk om mijn levensstijl te veranderen. Eten gaf troost. Toen Brian negen jaar oud was, werd er een stukje onzekerheid weggenomen. Een arts in opleiding, die in Amerika had gewerkt met patiënten met het Cantú-syndroom, herkende zijn symptomen. Brian werd onderzocht en hij bleek het syndroom, een zeer zeldzame erfelijke aandoening waarbij genezing niet mogelijk is, ook te hebben. Toen wisten we eindelijk wat hij had. ‘Gaat mijn kind dood?’, was het eerste wat ik de arts in opleiding vroeg. ‘Als uw kind behandeld wordt met de juiste medicatie, zal het oud kunnen worden,’ was zijn antwoord. Ik was in extase zo blij. Het was zo emotioneel.”

Oude patronen

“Toen er meer bekend werd over Brians aandoening, en hij kon worden behandeld, ging het ook beter met mij. Wat was ik gelukkig toen ik zwanger was van ons tweede kind. Het was een langgekoesterde wens om Brain een broertje of zusje te kunnen geven. De klap was dan ook groot toen ik het kindje met negentien weken verloor. Ik hield mezelf een tijd staande, maar mijn oude patronen braken me op. Ik kreeg last van ontstekingen aan mijn darmen door mijn slechte eetgewoonten. Ik ben ervan overtuigd dat ik mezelf langzaam aan het vergiftigen was. Vijf jaar geleden was ik zo ziek, dat ik moest worden opgenomen. Dagenlang lag ik in het ziekenhuis. Zo ver van Brian en huis, voelde ik me intens verdrietig en hulpeloos. Brian had zorg nodig, maar ik kon er niet voor hem zijn. Tegelijkertijd besefte ik ook dat als ik zo doorging Brian me voorgoed kon verliezen. Ik woog 180 kilo.
Mijn ziekenhuisopname opende mijn ogen. Nadat ik werd ontslagen, deed ik de frituurpan de deur uit en schrapte ik alle kant-en-klaarmaaltijden en bewerkte producten. Ik at veel groenten, fruit en zuivel, zoals yoghurt. Ik wist altijd al wat gezonde producten zijn en wat ik moest eten, maar nu lukte het me daadwerkelijk om die gezonde keuzes vol te houden. De kilo’s vlogen er vanaf. Na verloop van tijd had ik ook helemaal geen zin meer in snacks en ongezond eten.”

Heilzaam

“De mensen in mijn omgeving wisten niet wat ze zagen. In drie jaar tijd verloor ik in totaal 108 kilo. Onze collega’s van de viswinkel vulden eens 108 kilo aan vis in bakken. Ik kon ze onmogelijk dragen. Ongelofelijk dat ik dat gewicht wel met me mee had getorst. Het klinkt misschien vreemd, maar zelfliefde was de sleutel voor mijn herstel. Pas toen ik goed voor mijn lichaam en mijn psyche begon te zorgen, lukte het om blijvend af te vallen. Goed voor mezelf zorgen, betekende ook dat ik mijn gevoelens niet meer wegstopte.
Dat vond ik aanvankelijk lastig. Ik wilde niemand kwetsen en al helemaal niet mijn moeder. Ik zou het heel verdrietig vinden als zij het idee zou hebben dat haar ziekte ervoor zorgde dat ik een eetprobleem had ontwikkeld. Mijn moeder was zo’n lief en goed mens. Gelukkig mochten mijn gevoelens er zijn, merkte ik toen ik erover durfde te praten. Mijn moeder juichte iedere stap toe die ik zette in het afvalproces. Als ik een nieuw jurkje aan had, maakte ze een foto die ze rondstuurde naar haar vriendinnen. Het deed haar zichtbaar goed. Wat heilzaam was voor mij, bleek dat ook voor mijn moeder te zijn. In de weken voor haar overlijden aan de gevolgen van longkanker, nu precies één jaar geleden, voerden we mooie gesprekken waarin we onze diepste gevoelens deelden. Mijn moeder vertelde toen dat ze het erg voor mij vond dat ik als puber in grote-maten-winkels kleding moest kopen en dat ze zo blij was dat ik eindelijk goed in mijn vel zat.” 

Anderen helpen

“Aan haar bed vertelde ik mijn moeder over mijn dromen. Ik liet mijn hart spreken toen ik zei dat ik andere mensen met overgewicht wil helpen af te vallen en dat ik mijn eigen ervaringen daarvoor zou inzetten. Mensen met overgewicht weten vaak heel goed wat een gezonde levensstijl inhoudt. Alleen kunnen ze het niet in de praktijk brengen omdat onverwerkte pijn en zorgen vaak in de weg zitten. Ik wil mensen helpen bij het afvallen door naast voeding en beweging ook naar dat aspect te kijken. Mijn moeder zei dat het een succes zou worden. Ze bleek gelijk te hebben. Ik heb nu een bloeiende coachpraktijk waarin mijn team en ik veel verschillende mensen begeleiden. Kinderen ondersteun ik ook. Het blijft bijzonder om het verschil voor anderen te kunnen maken. Met Brian, die inmiddels vijftien is, gaat het gelukkig goed. Hij is heel pienter en vastbesloten om later, net als zijn ouders en grootouders, ondernemer te worden. De mooiste beloning is dat hij zegt dat ik een leukere moeder ben geworden. Als hij zijn grote armen om me heen slaat, voel ik intens geluk.”

Tekst: Sonja Brekelmans