Annemarie is pas 27 en al moeder van zes
5 mei 2023
Als Anne-Marie Fontijne (27) zeventien is, wordt ze ongepland zwanger en wordt Janick (10) geboren. Het blijft er niet bij één: Norah-Lynn (8), Jesper (7), Lize-Lotte (5), Jentze (5) en Roza-Fiene (8 maanden) volgen. “We vonden het zo leuk dat er steeds weer eentje bij kwam.”
Anne-Marie: “Ik was net zeventien en had pas een halfjaar verkering met Patrick toen ik ontdekte dat ik zwanger was. Een complete verrassing, ik was destijds niet aan de pil maar we gebruikten wel condooms. We waren totaal niet bezig met een gezin, maar de zwangerschap laten afbreken is nooit in ons opgekomen. Patrick werkte al, als vrachtwagenchauffeur. Ik zat in het eerste jaar van de opleiding tot bloemist. We woonden allebei nog bij onze ouders.”
Op eigen benen
“Na Patrick was mijn vader de eerste die ik inlichtte. Ik was een beetje bang voor zijn reactie. Ik had hem overdag een bericht gestuurd, dat ik met hem wilde praten. Hij kwam een paar uur later thuis en toen we samen aan tafel zaten vroeg hij: ‘Is het echt zo?’. En daarmee doelde hij op een zwangerschap. Op de een of andere manier had hij al een vermoeden. Gelukkig werd hij niet boos, hij wilde wel dat ik het zelf aan mijn moeder zou vertellen. Zij zat voor haar werk als modeontwerper in het buitenland en kwam die avond thuis. In eerste instantie vroeg ze me hoe dit had kunnen gebeuren.
Al snel schoten mijn ouders samen in de regelstand. Zij hadden bedacht dat ik thuis zou blijven wonen, met de baby. Maar Patrick en ik wilden liever op eigen benen staan. Dan kon ook Patrick meteen een band opbouwen met zijn kind, in plaats van heen en weer te pendelen tussen twee huizen. We besloten ook te trouwen. Het betekende een heleboel geregel. Omdat ik minderjarig was, moesten mijn ouders overal toestemming voor geven. Tegenwoordig mag je niet meer trouwen als je jonger bent dan achttien, toen kon dat nog wel. Zes weken later gaf ik het ja-woord in de jurk van mijn dromen, gemaakt door mijn moeder. Via de woningbouwvereniging kregen we met urgentie een huis. Overdag ging ik naar school, ’s avonds was het huisje, boompje, beestje. Als ik met mijn dikke buik over het schoolplein liep, had ik het gevoel dat iedereen naar me staarde. Aan de ene kant schaamde ik me, aan de andere kant voelde ik me gesteund door klasgenoten die lieten blijken hoe stoer ze het vonden dat wij voor een gezin gingen. Een vriendin schrok ontzettend toen ik haar vertelde over de zwangerschap. Ze werd boos, riep dat mijn toekomst eraan ging. Het betekende het einde van onze vriendschap. Een andere vriendin gaf eerlijk aan dat ze het moeilijk vond dat ik een totaal ander leven tegemoet ging, maar hield wel af en contact.”
De roddel van het dorp
“Na 42 weken coachte Patrick mij door een lange bevalling, hij glunderde van oor tot oor toen Janick was geboren. Op het moment dat Janick op mijn borst werd gelegd, voelde ik me blij en opgelucht. Hij was er! Ik vond het zo wonderlijk. Vanwege mijn leeftijd moest ik twee dagen in het ziekenhuis blijven, ze wilden daar monitoren of ik het emotioneel allemaal wel trok. Dat ging prima.
Daarna liep ik dus, als zeventienjarige achter de kinderwagen door het dorp. Achter mijn rug om werd er flink over ons geroddeld, dat kreeg ik echt wel mee. Ik was het meisje dat zo jong trouwde en een kind kreeg, ons huwelijk zou vast niet standhouden, dachten velen. En Patrick zou aan de drugs zijn. Totale onzin! We vonden het vreselijk dat er zo slecht over ons werd gedacht. Gelukkig waren er ook mensen die blij voor ons waren en hielpen met spulletjes voor het huis en de baby.
Ik zal niet zeggen dat het makkelijk was, die eerste tijd. Van onbezonnen tieners had het ouderschap ons in een klap volwassen gemaakt. Daar moesten we aan wennen en dat leverde ook weleens ruzie op. Maar we deden ons best dit te laten slagen. Ik heb nog geprobeerd het moederschap te combineren met school, maar dat was niet te doen. Omdat Janick een huilbaby was, sliep ik ’s nachts, overdag zorgde ik voor hem en schoot schoolwerk erbij in. Toen ik achttien was en mocht stoppen met de opleiding heb ik dat gedaan.
Op het consultatiebureau gaf ik aan dat Janick veel huilde en driftig was. Mijn onderbuikgevoel zei dat er iets met hem aan de hand was. Maar dat werd daar weggewuifd. ‘Het is je eerste, je bent hartstikke jong en weet gewoon nog niet hoe het werkt’, kreeg ik te horen. Mijn leeftijd heeft me in die zin altijd in de weg gezeten, ik moest mezelf steeds weer verantwoorden als tienermoeder. Ik had het gevoel dat ik niet serieus werd genomen. Dat is eigenlijk nog steeds wel eens zo, ook nu ik 27 ben en inmiddels moeder van zes kinderen. Na Janick wisten we al snel dat we een broertje of zusje voor hem wilden. We hebben nooit bewust de keuze gemaakt voor een groot gezin. Maar we vonden het zo leuk dat er de afgelopen tien jaar steeds weer eentje bij kwam. Overigens klopte mijn moederinstinct vanaf het begin perfect: jaren later heeft Janick de diagnose autisme en ADHD gekregen.”
Kleine wereld
“Spijt heb ik nooit gehad, maar soms heb ik me afgevraagd waar we aan waren begonnen: Patrick de hele dag aan het werk en ik thuis met de kinderen. Ik regelde het huishouden en ondernam van alles: naar de speeltuin, knutselen, een spelletje doen. Mijn wereld werd te klein en dat zorgde ervoor dat ik na de geboorte van Lize-Lotte, ons vierde kind, een tijd niet lekker in mijn vel zat. Ik merkte dat, omdat ik om alles en niets boos werd. Ik miste sociale contacten en wilde meer mensen spreken dan alleen de moeders op het schoolplein. Als Patrick ’s avonds thuiskwam, was ik jaloers op de dingen die hij overdag had meegemaakt. Ik wilde ook weleens wat anders vertellen dan hoe het ritje op de fiets naar school was en welke wassen ik had gedraaid.
Dat ik ook graag aan het werk wilde, begreep Patrick goed. Ik vond een ideale baan, in een interieurwinkel bij ons in de buurt. Daar werkte ik een dag doordeweeks en dan paste mijn schoonmoeder op. En altijd op zaterdag, als Patrick thuis is. Ik knapte er echt van op, thuis liep het meteen ook weer een stuk soepeler. Ik heb ook nog een tijdje bij een groenteboer gewerkt, maar tijdens mijn laatste zwangerschap ben ik gestopt met deze baan.
Tijdens deze laatste zwangerschap was ik in het begin extreem misselijk en later kreeg ik een hernia. Er waren momenten dat ik zelfs niet kon lopen. Gelukkig kregen we veel hulp van familie en vrienden. Omdat ik thuis alles strak op orde heb, liep het huishouden ook zonder mij als een geoliede machine door. De kinderen weten waar ze hun spullen kunnen vinden, omdat alles een vaste plek heeft. We eten elke avond om half zes, dan moeten ze er zijn als ze bij iemand anders spelen. Ook de bedtijden hanteren we redelijk strikt. Tussen zeven en acht liggen ze er allemaal in. Zo hebben Patrick en ik ook nog een avond samen.
Na de bevalling ging het gelukkig snel weer helemaal goed met me en nu Roza-Fiene wat ouder wordt, begint het weer te kriebelen. Werk geeft mij voldoening en een extra inkomen is fijn om leuke dingen mee te doen of te sparen voor de kinderen.”
Geen vla
“Elke zaterdag doen we boodschappen, vooraf bedenk ik wat we die week gaan eten en maak ik een uitgebreide boodschappenlijst. Soms ga ik alleen, dat vind ik zo lekker. Niemand die wat roept of vraagt, dan kuier ik gewoon op m’n gemakje door de supermarkt. We eten wat de pot schaft, er is altijd wel eentje die iets niet lukt. Daar houd ik geen rekening mee. Wie z’n bord niet leegeet, krijgt geen vla. Dat werkt bij ons heel goed.
Ik vind het belangrijk dat alle kinderen er netjes en verzorgd bij lopen. Over ons kan niemand zeggen: ‘Kijk, die komt uit een groot gezin, die moeder is een sloddervos’. Ik heb lang het gevoel gehad dat ik me moest bewijzen als moeder, dat ik er gebrand op ben om te laten zien dat ik dit leven wel degelijk aankan. Tijdens een tien-minutengesprekken op school heb ik weleens aangegeven dat ik het gevoel had dat de juf vond dat ik er niets van bakte als moeder. Dat was maar goed ook, want het was niet het geval en er ontstond een respectvol gesprek tussen ons.
Mijn twee beste vriendinnen werden ook jong moeder. We herkennen veel uit elkaars leven, maar vinden het ook heerlijk om een avondje niet over de kinderen te kletsen. Het lukt best vaak om spontaan ergens wat te gaan drinken, een filmpje te pakken of te gaan zwemmen. Die momenten zijn goud waard. In de zomer huren we een groot vakantiehuis in Nederland, België of Duitsland, dan zijn we met dertien kinderen. Het is druk, maar vooral heel gezellig.
Zondag is dé dag voor ons gezin, dan zijn we altijd samen. Omdat we dichtbij het strand wonen, wandelen, spelen en picknicken we daar graag. Als de autodeuren opengaan, zie ik mensen vaak tellen. En als ze zien hoeveel kinderen daar dan uitkomen, wordt me wel eens gevraagd of ze echt allemaal van mij zijn. Daar moet ik altijd om lachen.
Als ik ze alles zes om ons heen zie rennen, ben ik echt trots. In tien jaar tijd zijn Patrick en ik een team geworden. Daar hebben we hard voor gewerkt, door eerlijk te zijn over wat je van elkaar verwacht. Vriendjes en vriendinnetjes zijn altijd welkom, het is vaak een gezellige boel. Aan het eind van de dag, als iedereen schoon gewassen in bed ligt en wij samen op de bank zitten, kijken we elkaar aan en dan weet ik dat we ooit de juiste keuzes gemaakt: voor elkaar en voor ons eerste kind. Een onverwachte start van een groot gezin, óns gezin.”
Tekst: Yvonne Brok
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.