makelaar mandy

Makelaar Mandy: ‘Hij beweegt niet. Maar zijn adem verandert’

Mandy (32) is single en werkt als makelaar in een kantoor in een middelgrote stad. Ze is verliefd op haar biseksuele maar getrouwde buurman Tijn. Mandy en Tijn leren elkaar steeds beter kennen…

Volg elke doordeweekse dag haar avonturen op Vriendin.nl.

Woensdag 4 juni

Morgen vertrek ik voor een korte vakantie met Saskia. Ik heb er zin in, ook al weet ik nog steeds niet waar we heen gaan. Ik ben er eerlijk gezegd ook aan toe. Gisteren had ik een gesprek met Maureen, de zus van mijn nieuwe baas. Het ging over het leiderschap van de nieuwe eigenaren sinds ze Hoeksteen Makelaardij over hebben genomen van Don Hoeks.

Maureen

‘Ik ben erg geschrokken van wat je zei vorige week.’ Maureen had op haar lip gebeten. ‘Dat je je niet meer veilig voelt hier. Dat je je bekeken voelt en bang bent dat je fouten gaat maken.’ Ze had met een dossiermap gewapperd om zichzelf koelte toe te wuiven. ‘Ik heb het er met Nick over gehad, en …’ ze trok een la open en de map belandde nu in haar bureaulade, ‘dit willen we totaal niet. Misschien, Mandy, zijn we iets te enthousiast begonnen aan ons werkgeverschap. Ik bedoel…’ Zag ik daar nu echt een kleur op haar wangen? ‘Misschien wilden we allebei, mijn broer en ik, dat we niet zouden onderdoen voor Don. We wilden jouw respect, en dat van je collega. Dat hebben we misschien te hoog ingezet. Onnatuurlijk.’ Ze trommelde met haar vingers op haar bureau. ‘Wat dacht je ervan als we elkaar beter zouden leren kennen, Mandy?’ Ik was met stomheid geslagen. ‘Je bedoelt een teambuilding? Met ons vieren?’ Ze had gelachen. Haar gitzwarte haar schommelde en leek ineens minder hekserig. ‘Zoiets. Ik denk dat ik de plank heb misgeslagen. Ik denk ook dat het prettiger werken wordt als we elkaar beter leren kennen. Wat dacht je van een drankje samen? Volgende week? You and me?’ Ik hapte naar adem. ‘Nick pakt dit ook op. Het moet hier weer leuk worden. Want misschien lijkt dat niet zo, we zijn wel heel blij met jullie. Jij en je collega functioneren prima en jullie cijfers en verkopen zijn top. Dus, Mandy, wat denk je ervan?’ Ik had haar aangestaard als een schaap dat een beer op een fiets ziet langskomen. Meende ze dit? Tenslotte had ik Maureen bedankt. En nu loop ik nog steeds in de war in de supermarkt en gooi een zak krentenbollen en wat drinkpakjes rijstmelk in mijn mandje voor morgen onderweg op vakantie.

Tijn

Ik heb net een netje citroenen in mijn hand als ik hem zie. Tijn. Hij staat bij de koelafdeling, een mandje in zijn hand, zijn blik gericht op een rits plastic doosjes eiersalade. Maar ik herken zijn houding meteen — die lichte spanning in zijn schouders, dat kleine fronsje tussen zijn wenkbrauwen. Zijn blik dwaalt af, en dan ziet hij mij. Zijn ogen blijven net iets te lang hangen. En dan komt hij dichterbij. Natuurlijk. Is hij hier alleen? Ik buig me zogenaamd geïnteresseerd over een potje basilicum, voel hoe een pluk haar langs mijn gezicht valt en zijn blik over mijn lijf glijdt. Hij stopt aan de andere kant van het rek, bijna tegenover me. Een halve meter, hooguit. Ik ruik hem, iets warms, aards. Mijn hart bonkt. ‘Dille of dragon?’ vraag ik, zonder op te kijken. ‘Dragon,’ zegt hij laag. ‘Altijd dragon.’ Onze blikken kruisen. Mijn vingers glijden langzaam over de plastic verpakking. Ik zie de spanning in zijn kaak, en dan voel ik het: zijn hand die me kort raakt, nauwelijks een seconde, net onder mijn ribbenkast. Alsof hij me had willen aanraken zonder het zelf te beseffen. Ik glimlach. Niet te veel. Alleen mijn mondhoeken. Dan hoor ik de stem. ‘Tijn? Heb jij de yokidrink al?’ Ik verstijf een fractie. Ik herken die stem meteen. Erwin. Tijn draait zich om, net iets te snel. ‘Ja, bijna. Ik… ik kom eraan.’ Hij werpt me nog één blik toe — kort, maar vol spanning — voor hij zich losmaakt van de magnetische ruimte tussen ons. Ik zie hem naar het gangpad lopen, zijn schouders weer iets stijver, gecontroleerder. En dan, alsof ik mezelf niet kan tegenhouden, volg ik. Twee rijen verder staan ze samen bij de ontbijtgranen. Tijn buigt zich net voorover naar een onderste plank als ik langsloop. Mijn hand raakt heel even zijn rug, heel licht, mijn vingers rusten een seconde in de holte van zijn zij. Alsof ik hem per ongeluk aanraak. Hij beweegt niet. Maar zijn adem verandert. Zo vlug als een haas passeer ik hem en duik de volgende rij in voordat Erwin me opmerkt.

Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

Uit andere media