Placeholder

Zwaar

Kyra houdt zich al heel lang ontzettend groot. Maar alle ellende moest er toch eens uit gaan komen, en nu is dat moment aangebroken…

Kyra houdt zich al heel lang ontzettend groot. Maar alle ellende moest er toch eens uit gaan komen, en nu is dat moment aangebroken…

Nu het einde in zicht is, merk ik aan Kyra dat ze het zwaar heeft. Fysiek is er niets aan haar te merken. Ze wandelt, ze rent, ze speelt…maar mentaal begint het zwaar te worden. Ze heeft al een aantal dagen last van heimwee. Iedere dag hoor ik wel: “Als we straks thuis zijn..” en komen de oma’s, vriendjes en vriendinnetjes geregeld voorbij. Huilbuien en grote monden zijn aan de orde van de dag. Ze mist thuis, dat is overduidelijk. Maar time-outs helpen niet meer en ook ons geduld is redelijk aan het opraken. Hoe straf je een kind van 4, dat in het afgelopen jaar zo veel heeft moeten meemaken?

Afgelopen dinsdag bereikten we het dieptepunt. Gedurende de nacht werd ze wel 4 keer wakker; eerst waren er spoken, toen moest mama bij haar komen liggen, toen moesten we in mama’s bed liggen en daarna toch maar weer in haar eigen bed, alleen. Dus de dag begon al slecht. In het protonencentrum zaten we in de wachtkamer met een Belgisch gezin, maar in plaats van blij te zijn dat er iemand was die ze verstond begon ze zich uit te sloven en ineens heel hard te praten. Kyra was de juf en iedereen moest luisteren, NU!

Haar terechtwijzen hielp niet, met haar praten lukte niet en uiteindelijk heb ik haar even apart gezet. Gelukkig koelde ze snel af en kon ze rustig in slaap worden gebracht. Helaas werd ze iets minder gezellig wakker. En eenmaal uit bed, ging het van kwaad tot erger. Huilen, schreeuwen, schoppen en slaan. Niets was goed, niemand was goed en ze wilde niets eten of drinken.

Nadat ze zichzelf in haar woede op de grond had gegooid, ben ik maar bij haar weggelopen en heb ik haar maar laten uitrazen. Niet fijn voor het verplegend personeel, maar er zat niet anders op. Na bijna een half uur (wat overigens wel een uur leek) bedaarde ze en kroop ze langzaam naar me toe. Huilend van verdriet zat ze nog een half uur op mijn schoot op de grond. Mijn hart was letterlijk gebroken van haar verdriet en ik heb mijn tranen erg vaak moeten inslikken.

Inmiddels gaat het wel iets beter. Eenmaal in het appartement heb ik direct met het medisch team in Nederland gesproken en hebben we geprobeerd te zoeken naar een tijdelijke pleister op de wond, die enigszins lijkt te helpen. Maar feit is wel, hoe jong ze ook nog is, straks heeft ze echt hulp nodig met het verwerken van deze loodzware periode.