Schrijf Je In Voor De Nieuwsbrief (75)

Nathalie werd in Canada aangevallen door een grizzlybeer

What’s in a name? De Nederlands-Canadese Nathalie Beer (30) werd tijdens een wandeling vlakbij haar huis aangevallen door een grizzlybeer. Wonder boven wonder overleefde ze het. “Intuïtief besloot ik dat doodspelen mijn beste kans was.”

Nathalie: “Dat mijn achternaam wel heel toevallig past bij wat ik heb meegemaakt, realiseerde ik me eigenlijk pas toen mijn beste vriendin me een filmpje stuurde van een Nederlandse quizshow. Daarin was ik blijkbaar een vraag. Het hele publiek moest lachen toen de presentator mijn naam noemde. Ik heb de naam van mijn man aangenomen, die we in Canada uitspreken als bier, niet als beer, maar grappig is het wel. Eigenlijk was ik wel verbaasd dat het verhaal in Nederland viraal ging, zelfs in België en Duitsland kwam het in het nieuws. Hier in Canada heb ik er niets over gehoord. Misschien omdat er wel vaker mensen worden aangevallen door beren. Niet lang voor mijn ervaring was er nog iemand die het bijna niet had overleefd en een paar jaar geleden zijn er in een nationaal park twee toeristen gedood door een grizzly. Daardoor realiseer ik me extra hoeveel geluk ik heb gehad. Het had heel anders kunnen aflopen.

Oorspronkelijk kom ik uit het Limburgse Arcen, maar mijn moeder is Canadees. In 2008 – ik was toen dertien – zijn we met ons gezin naar Canada verhuisd. Daar heb ik ook mijn man Kristoffer ontmoet. We wonen inmiddels met onze twee zoontjes – de oudste is anderhalf en de jongste drie maanden – in Elkford, British Columbia, waar we een kraanbedrijf runnen. Mijn ouders en zus wonen in het dorp, maar doordat ons huis op het bedrijfsterrein staat, zitten wij vrij afgelegen. We hebben geen nabije buren, kijken uit op de bergen, het bos en de rivier. We stoken op hout en gaan vaak hiken, vissen of jagen. Dat er ook wilde dieren om ons heen leven, hoort erbij. Er zitten veel elanden, grote herten en zowel zwarte beren als grizzly’s.

Jaren geleden is er een beer onze tuin ingekomen en heeft daar één van onze mini-pony’s gedood. De beer zag er heel dun en ziek uit, dus waarschijnlijk was hij wanhopig en gewoon op zoek naar een makkelijke maaltijd. Afgezien daarvan komen ze eigenlijk zelden dichtbij het huis. Zeker niet overdag, want beren zijn van nature bang voor mensen. ’s Nachts hebben we ze weleens om het huis gehoord, of je vindt een keer een pootafdruk. We weten dus dat ze er zijn en dat betekent dat je alert moet blijven. We laten niet zomaar eten slingeren en als we de natuur ingaan, nemen we altijd een geweer en berenspray mee. Dat laatste werkt net als pepperspray, maar dan sterker: als je het richting de ogen van de beer spuit, schrikt hij in principe en rent hij weg. Dat heeft altijd de voorkeur: een beer afschieten zou ik niet zomaar doen. We hebben juist veel respect voor het wildlife om ons heen.”

In de problemen

“Die bewuste dag was ik in mijn eentje gaan wandelen, zoals ik elke avond deed. Eigenlijk is het altijd verstandiger om niet alleen het bos in te gaan, maar ik had dat rondje al zo vaak gelopen dat ik er misschien een beetje gemakkelijk in was geworden. Maar toen ik opeens een paar berenwelpjes uit een boom zag klimmen, wist ik meteen dat ik in de problemen zat. De moeder moest immers ook dichtbij zijn. Ik belde meteen Kris om te zeggen dat hij me moest komen halen. Hij had in eerste instantie de ernst van de situatie niet echt door. ‘Ik drink even mijn biertje op en dan kom ik eraan’, zei hij. ‘Nee, je moet nú komen’, riep ik. Op dat moment hoorde ik de moederbeer achter me komen aanrennen. Ik draaide me om en zag dat ze op haar achterpoten stond. Ze was rond de twee meter groot. Of ik bang was, weet ik niet eens meer, ik denk dat ik meteen in de survivalmode schoot. Ik had nog nooit een grizzly van zo dichtbij gezien, maar door wat ik heb opgepikt van natuurprogramma’s zag ik dat ze onzeker was. Alsof ze aftastte of ik een bedreiging vormde of niet. Ze deed een paar stapjes achteruit, maar besloot toen toch om aan te vallen. Ik wilde in de lucht schieten, maar mijn geweer haperde. Dan maar veel geluid maken, dacht ik, en begon te schreeuwen. Maar voordat ik mijn berenspray kon pakken, haalde ze al uit met haar poot. Ik dook weg achter een boom, maar ze sprong bovenop me. Snel deed ik mijn arm voor mijn gezicht om mezelf te beschermen, waarop ze daarin beet.

Het volgende wat ik me herinner is dat ik op mijn zij lag en zij haar poot bovenop me liet rusten. Intuïtief besloot ik dat doodspelen waarschijnlijk mijn beste kans was om dit te overleven. Achteraf weet ik dat dit de juiste keuze was: als ik me had verweerd, was ik er nu zeker niet meer geweest. Ik voelde dat ze aan me snuffelde en afwachtte wat ik zou doen. Zo stil als ik kon, bleef ik liggen. Na een paar seconden, die voor mijn gevoel een eeuwigheid leken te duren, beet ze me in mijn rug. Pijn voelde ik niet, waarschijnlijk door de adrenaline, maar ik wist dat dit goed mis was. Toen rende ze weg.”

Waarschuwing

“Of ze echt dacht dat ik dood was, betwijfel ik. De aanval voelde voor mij als een waarschuwing. Alsof ze zich realiseerde dat ik geen bedreiging vormde en met die laatste beet wilde zeggen: blijf liggen, want dan kan ik weg met mijn baby’s.

Al die tijd hing Kris nog steeds aan de telefoon, hij had alles gehoord. Mijn geschreeuw, maar ook de stilte die daarop volgde. Hij was dus heel ongerust en bang voor wat hij zou aantreffen. Binnen twintig seconden nadat de beer weggerend was, was hij bij me met zijn quad. Voorzichtig hielp hij me overeind. Ik was heel emotioneel en wilde hem omhelzen, maar Kris herinnerde me eraan dat de beer nog steeds in de buurt was en we geen tijd te verliezen hadden.

Eenmaal thuis heeft mijn man me meteen naar het ziekenhuis gereden. Ik had verschillende bijtwonden en nagelkrassen in mijn rug, arm, been en bij mijn sleutelbeen. De diepste waren een centimeter of zes, zeven. De wonden werden gehecht en ik kreeg een tetanusprik. Daarna mocht ik weer naar huis. Iedereen was natuurlijk enorm geschrokken van wat er was gebeurd, met name mijn moeder was erg overstuur. Bij mij overheerste een gevoel van opluchting. Ik was vooral heel dankbaar dat ik het had overleefd. Ik heb zoveel geluk gehad!
De moederbeer hebben we niet meer teruggezien. Sommige mensen zeiden tegen me: ‘Stuur je man achter dat beest aan, zodat hij haar kapot kan schieten.’ Dat is geen moment in me opgekomen. Alleen al het idee dat die welpjes dan zonder hun moeder zouden moeten opgroeien, doet me pijn. Ik ben zelf ook moeder en begrijp haar eigenlijk wel. Ze probeerde gewoon haar baby’s beschermen. Het is niet haar schuld dat ik op haar terrein kwam. En toen ze constateerde dat ik geen bedreiging was, is ze weggegaan, terwijl ze me makkelijk had kunnen doden. Als mijn geweer niet was geblokkeerd, denk ik ook niet dat ik op haar had geschoten. Een waarschuwingsschot in de lucht was waarschijnlijk genoeg geweest om haar te doen vluchten. Maar ja, het ging allemaal zo snel…”

Littekens

“De eerste weken moest ik dagelijks naar het ziekenhuis om mijn wonden te verschonen, maar gelukkig heb ik geen pijn gehad. Wel was ik erg angstig. Nog steeds heb ik soms nachtmerries, of droom ik over beren. Sinds de aanval, die nu ongeveer een jaar geleden is, ben ik ook nooit meer alleen gaan wandelen. Ik durf het gewoon niet meer. Toevallig ben ik gisteren voor het eerst weer samen met Kris op de quad het bos in gegaan. Daar was ik vooraf nerveus over, maar het ging goed en ik realiseerde me weer hoe prachtig het land is waar we wonen. In het begin heb ik nog wel even gedacht om te verhuizen naar stedelijker gebied, maar uiteindelijk wil ik dat niet. We wonen zo mooi en hebben zoveel vrijheid. Het zou stom zijn om dat op te geven. Ik zal er dus gewoon mee moeten leren leven dat hier beren zijn, en dat ik er opnieuw een tegen het lijf kan lopen.

Het enige wat je kunt doen, is extra voorzorgsmaatregelen nemen. Nooit meer in mijn eentje wandelen dus! Als onze zoontjes wat ouder zijn, willen we ze ook leren dat ze voorzichtig moeten zijn, dat ze bijvoorbeeld niet de tuin uit mogen lopen. De oudste is nog te jong om te beseffen wat er is gebeurd, maar ik wil er niet geheimzinnig over doen. Als hij straks een keer vraagt waar mijn littekens vandaan komen, zal ik eerlijk zeggen dat mama is aangevallen door een beer. Hopelijk leren de jongens daardoor welke risico’s het leven in de natuur heeft en passen ze extra goed op. Zelf kijk ik met gemengde gevoelens naar mijn littekens. Mijn arm is wat ingedeukt en in mijn zij herken je duidelijk de afdruk van een berenkaak. In bikini ben ik daar onzeker over, want ik vind het lelijk. Aan de andere kant ben ik er ook trots op dat ik deze aanval heb overleefd. Als mensen ernaar vragen, grap ik dat ik één-op-één les heb gekregen van een grizzly over hoe je een goede moeder moet zijn. Dit is wat er gebeurt als je aan mijn kinderen komt, haha.

Dat ik zelf ook moeder ben, zorgt er denk ik wel voor dat ik met meer zachtheid naar de situatie kan kijken. Kort na de aanval werd ik opnieuw zwanger en inmiddels is ons tweede zoontje geboren. Ik heb vaak gedacht: wat als dit was gebeurd met de baby erbij? Had ik hem dan voldoende kunnen beschermen? Het antwoord zal ik nooit weten, maar ik ben blij dat deze moederbeer me een tweede kans heeft gegeven om mijn eigen kinderen te zien opgroeien.”

Foto: privébeeld

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

Uit andere media