Rosanna: ‘Zonder onze kinderen waren wij allang gescheiden’

Rosanna (35) is twaalfenhalf jaar getrouwd met Danny (38). Maar van een groots feest of romantisch etentje is geen sprake. Rosanna heeft geen zin om die dag de schijn op te houden of te huichelen.

Rosanna: “‘Nu kunnen we dus nooit meer uit elkaar’, grapte ik toen ik het tweede blauwe streepje zag oplichten op de zwangerschapstest. Danny en ik waren op dat moment twee jaar getrouwd en wilden dolgraag kinderen. Al meteen in onze huwelijksnacht besloten we voor een baby te gaan, maar het duurde erg lang voordat ik eindelijk niet meer ongesteld werd. We waren uitzinnig van vreugde toen de zwangerschapstest positief was. Onze grote droom zou uitkomen. Tegelijkertijd zorgde dit vruchtje dat de band tussen mij en mijn man Danny nog sterker werd dan die al was. Al voordat ik met de pil gestopt was, spraken we samen af dat als we ooit in de gelukkige omstandigheden waren dat we kinderen zouden krijgen, wij voorgoed bij elkaar zouden blijven. Niet zoals we op het stadhuis beloofden, ‘in ziekte en gezondheid’, maar écht altijd. Ook als een van de twee het niet meer zag zitten, verliefd was op een ander, geen zin meer had of wat dan ook. Als dochter van gescheiden ouders had ik zo’n trauma opgelopen in mijn jeugd toen mijn ouders uit elkaar gingen, dat wilde ik mijn eigen kinderen besparen. Mijn ouders vochten elkaar de tent uit. Regelmatig vloog het servies door de kamer en maakten ze elkaar uit voor rotte vis. Ik was opgelucht toen ze op mijn zevende uit elkaar gingen. Maar op dat moment begon de ellende pas echt. Ik zat tussen twee vuren in. Ik woonde dan weer bij mijn moeder en dan bij mijn vader. Als ik bij de een was, voelde ik me schuldig naar de ander toe en dat werd versterkt door hun gedrag. Ik was heel loyaal, maar mijn ouders deden niets liever dan de ander zwart maken. Verjaardagen, feestdagen, ik herinner me nauwelijks leuke momenten. Als ik aan al die spanningen terugdenk, lopen de rillingen weer over mijn rug. Dat zou ik mijn kinderen nooit aandoen.”

Kabbelen

“Danny en ik waren stápel op elkaar. Ik had hem drie jaar ervoor leren kennen tijdens een kerstborrel op mijn werk. Hij was systeembeheerder, ik werkte op de administratie en we kenden elkaar tot dan toe slechts via de telefoon. Maar die avond raakten we aan de praat en we hadden het erg gezellig. Zo gezellig dat hij me de week erna mee uit vroeg. Dat etentje mondde uit in een romantische nacht, amper twee weken later woonden we in de weekenden al samen en na een jaar vroeg hij me ten huwelijk. Na een paar jaar was onze relatie wel wat gaan kabbelen, spannender dan drie weken kamperen in Frankrijk en af en toe een weekendje weg was het niet meer – maar dat hoefde voor mij toen ook niet. Ik genoot juist van het rustige, burgerlijke bestaan met Danny. Op vrijdag aten we altijd bij zijn ouders en speelde ik Scrabble met zijn moeder, terwijl Danny en zijn vader een detective op tv volgden. Zaterdags deden we de weekboodschappen en hadden we ’s avonds meestal een verjaardag of een borrel en op zondag kwamen vrienden bij ons voetbal kijken. Af en toe ging ik nog een avond met vriendinnen weg, uit eten of naar de film, maar Danny had daar geen behoefte aan. Het liefst zat hij met mij op de bank, terwijl we een film keken. De geboorte van onze dochter Esmée, later gevolgd door zoon Didier, maakte ons leven een stuk hectischer. Twee kleintjes binnen drie jaar hakte behoorlijk in op onze nachtrust. Vooral Didier was een huilbaby die de eerste maanden van zijn leven geen nacht langer dan vier uur achter elkaar sliep. Dat trok een wissel op onze relatie. We kunnen allebei niet tegen weinig slaap en de eerste irritaties ontstonden. Het ging iets beter toen ik twee dagen minder ging werken en de kinderen niet meer naar de crèche hoefden, maar het bleef druk. Want vanaf het moment dat ze naar school gingen, kwamen ook de clubjes en het vele halen en brengen: ballet, judo, voetbal. De opvoeding en dagelijkse verzorging van de kinderen is langzamerhand steeds meer op mijn bordje terechtgekomen. Danny werkt fulltime en als hij thuiskomt, hebben wij gegeten en moeten de kinderen al naar bed. Omdat hij vaak moe is, neem ik ook het bad- en bedritueel voor mijn rekening. Hij eet dan snel voor de tv of valt op de bank in slaap. Als ik om acht uur eindelijk kan gaan zitten, zit hij verdiept in een film of voetbalwedstrijd en zegt hij amper nog wat. Alleen in het weekend onderneemt Danny dingen met de kinderen. Als Didier zaterdags moet voetballen, staat hij altijd langs de lijn. Op zo’n moment pak ik mijn rust, door lekker in bad te gaan liggen met een boek of te winkelen. Doordat we buiten de gezinsactiviteiten om bijna niets meer samen doen en steeds meer ons eigen gang gaan, zijn we in de loop der jaren uit elkaar gegroeid. We praten amper nog en de liefde voor elkaar is flink bekoeld. Met als dieptepunt afgelopen zomer, toen Danny met Didier mee was op voetbalkamp en ik met Esmée tien dagen naar Turkije ben gegaan. We hadden allebei blijkbaar weinig trek in een gezamenlijke vakantie en hebben dat zo gelaten. Hoe we dat deze zomer gaan oplossen, weet ik niet.”

Lees ook: Emma: ‘Hij wil ook scheiden, maar ik ben de boosdoener’

Afsnauwen

“Echt heftige ruzies hebben we niet, maar er gaat geen dag voorbij dat Danny en ik niet kibbelen of elkaar een snauw geven. Als hij thuiskomt en mij een verplichte kus op mijn wang geeft terwijl ik sta te koken, klaagt hij dat we voor de derde keer deze week broccoli eten. En moppert hij dat het een bende is in de huiskamer, terwijl ik de hele dag thuis ben geweest en de boel had kunnen opruimen. Ik sneer terug dat hij zich moet scheren, omdat hij prikt en dat hij moet stoppen met stiekem roken in de auto. Hij antwoordt dat hij dat pas doet als ik me meer als een echte huisvrouw ga gedragen. Zo gaat het rustig een avond lang door. Toen we elkaar leerden kennen, prees ik zijn serieuze kant. Hij was zo anders dan foute mannen uit mijn verleden: betrouwbaar, goeiig, verantwoordelijk. Nu vind ik hem dodelijk saai. En zó niet-aantrekkelijk meer. Danny weegt zeker twintig kilo meer dan toen we verkering kregen. Hij heeft een bierbuik gekregen van het bankhangen met zijn flesjes pils. Hij snaait zakken chips weg en is verslaafd aan eten uit de frituurpan. Seks? Ik geloof dat de laatste keer dat we vreeën alweer drie jaar geleden is. Ik moet er eerlijk gezegd niet meer aan denken. Als hij te veel gedronken heeft, wil hij nog wel eens een poging ondernemen me te zoenen, maar daar walg ik van. Ik voel vrijwel niks meer voor hem. Bovendien slapen we al sinds de geboorte van Didier apart. Dat was toen handiger in verband met borstvoeding en ik heb het maar zo gelaten. Ik lig in de logeerkamer. Als mensen vragen waarom we niet meer samen slapen, zeg ik dat het is omdat Danny zo ongelofelijk hard snurkt. Dat is ook zo, maar de waarheid is dat ik gewoon niet meer met hem in een bed wil liggen. Die ene keer dat er een logeetje is, verhuist Danny naar de bank of ik zet een stretcher in de kamer van de kinderen. In het begin baalde Danny ervan, maar aangezien ik toch geen seks met hem wil, heeft hij zich ermee verzoend. Hij ligt lekker overdwars in ons bed en vindt het wel prima zo.”

Gelukkige jeugd

“Voor de kinderen doen we nog enigszins lief tegen elkaar. Omdat we geen echte ruzie maken en niet agressief zijn, denk ik dat ze niet doorhebben dat er barsten zitten in ons huwelijk. Alhoewel Esmée laatst wel vroeg of ik net zo verliefd ben op papa als zij op haar vriendje Bas. En waarom wij nooit hand in hand lopen, want dat doen mama’s en papa’s toch? Ik heb het maar een beetje weggelachen, gezegd dat als zij naar bed zijn, mama papa’s hand vasthoudt op de bank. Toen was ze tevreden. We zorgen ook altijd dat de kinderen geweldige verjaardagsfeesten hebben, met veel visite en cadeautjes. En met de kerst gaan we altijd op wintersportvakantie naar Oostenrijk met mijn zwager en zijn gezin. Dat zijn de momenten waarop Danny en ik echt ons best doen er wat van te maken. Dat moet ook. Uit elkaar gaan is gewoon geen optie. Ik wil onder geen beding mijn kinderen hetzelfde laten meemaken als wat mij is overkomen. Ze hebben recht op een gelukkige, onbezorgde jeugd. Trouwens: ik werk maar twaalf uur per week en ik zie het niet zitten om als een bijstandsmoeder drie hoog achter te gaan wonen met de kindjes. We wonen nu heerlijk. We bezitten een prachtig koophuis met een grote tuin en Esmée en Didier hebben hun eigen kamer. Bovendien zitten de kinderen met hun negen en zeven jaar in cruciale levensfases. Esmée zit in groep vijf, ze gaat over naar groep zes, maar ze is geen hoogvlieger. Ze heeft alle steun van ons nodig en we moeten haar helpen met haar huiswerk. Een traumatische scheiding met alle gevolgen van dien zou haar hard achteruit zetten. Didier kan leuk voetballen en kan waarschijnlijk naar de jeugdselectie van een grote club. Ook hij heeft alle support nodig van zijn ouders, sámen. Het niet willen scheiden is het enige waarin Danny en ik volkomen op één lijn zitten. Danny heeft zelf ook een rotjeugd achter de rug, met een vader die alcoholist was en een labiele moeder. Uiteindelijk is het hem gelukt met hard werken een goede baan als IT-consultant te krijgen. Hij gunt zijn kinderen een gemakkelijker leven. Dus in ieder geval tot Esmée en Didier volwassen zijn en op kamers gaan, blijven we samen. Aan die afspraak houden we ons, ook al dateert die al van vóór de komst van de kinderen. Danny vindt het volgens mij ook wel makkelijk dat ik voor zijn eten zorg en dat hij zelf niet hoeft te wassen en te strijken, bijvoorbeeld. En volgens mij heeft hij er ergens nog vertrouwen in dat het ooit wel weer goed komt tussen ons. Als ik stop met zeuren.”

Ook interessant: Brenda: ‘Ik blijf bij hem tot onze kinderen de deur uit zijn’

Huiswerkopdracht

“In onze vriendenkring weten maar een paar vrienden dat het niet zo lekker gaat. We vinden het niet nodig om bij anderen onze vuile was buiten te hangen. Ik denk dat ze denken dat ons gemopper gewoon de manier is waarop wij met elkaar omgaan. Ook onze familie is onwetend. Mijn schoonmoeder is veel te druk met haar eigen sores – mijn schoonvader is nog steeds alcoholist – om zich om ons te bekommeren. Zij is allang blij als we op bezoek komen met de kinderen. Mijn moeder heb ik het wel verteld, zij staat volkomen achter me. Ze is na al die jaren nog steeds verbitterd over de scheiding en raadt me aan gewoon te blijven zitten waar ik zit, in mijn mooie huisje en met voldoende centjes op de bank. Dat doe ik ook, al lukt het niet altijd even goed. Vooral ’s nachts lig ik te malen. Dan pieker ik erover hoe ik dit moet volhouden, in een liefde- en seksloos huwelijk. Vorig jaar zijn we nog wel in therapie geweest. Op aanraden van de huisarts, die ik bezocht vanwege mijn slaapprobleem, hebben Danny en ik een maatschappelijk werkster bezocht. Dat was geen doorslaand succes. Sowieso had Danny er geen trek in, dus die zat daar maar een beetje te simmen. En de maatschappelijk werkster was een lieve dame, maar ze had geen overwicht. Ze gaf ons een huiswerkopdracht voor de week erna mee. We moesten verplicht een halfuur met elkaar praten over onze gevoelens, ieder een kwartier, waarbij de ander niets mocht zeggen en daarna zouden we de gesprekken evalueren in een ‘goed gesprek’. Die maandag namen we om acht uur plaats aan tafel. Danny zat er met veel tegenzin. Hij vond het ‘grote flauwekul’ en riep dat als ik nou maar gewoon weer seks met hem zou hebben, het allemaal vanzelf een stuk beter zou gaan. Vervolgens hield hij de resterende veertienenhalve minuut zijn mond gesloten. Toen het mijn beurt was, begon ik te huilen, waarop Danny diep zuchtte. Ik snikte dat ik het jammer vond dat we elkaar kwijt waren geraakt. Maar dat ik niet met hem kon vrijen als mijn gevoelens voor hem weg waren. Danny vroeg daarna of ik klaar was, zodat hij het Journaal kon afkijken.”

Psychisch

“Dat was het laatste woord dat we gezegd hebben die avond. We zijn nog één keer bij de maatschappelijk werkster geweest, maar ik geloof dat zij ook wel doorhad dat Danny er geen zin in had. De vrouw bood nog wel aan dat ik alleen kon komen, maar daar zag ik het nut niet van in. Ik heb geen psychisch probleem, ik hou gewoon niet meer van mijn man. Maar de komende tien jaar ben ik nog wel tot hem veroordeeld.”