Placeholder

Yvonne adopteerde bewust twee kinderen met gezondheidsproblemen

Toen Yvonne (42) en haar man Jeroen (46) hoorden dat ze kindjes met gezondheidsproblemen konden adopteren, twijfelden ze geen moment. “We willen En-Ping (8) en Yun (6) meegeven dat ze hun dromen kunnen verwezenlijken. Als je iets wilt, lukt het.”  

Toen Yvonne (42) en haar man Jeroen (46) hoorden dat ze kindjes met gezondheidsproblemen konden adopteren, twijfelden ze geen moment. “We willen En-Ping (8) en Yun (6) meegeven dat ze hun dromen kunnen verwezenlijken. Als je iets wilt, lukt het.”

Yvonne: “‘Als het maar gezond is’, zeggen mensen vaak tegen zwangere vrouwen. Ik moet altijd even slikken als ik dat hoor. Want wat als de baby niet gezond is? Het kindje iets heeft? Uit ervaring weet ik dat het dan nog steeds een mooi leven kan leiden, dat het nog steeds veel plezier kan maken, de wereld kan ontdekken en op avontuur kan gaan, al gaat dat misschien met wat aanpassingen.

Mijn zoons En-Ping (8) en Yun (6) hebben allebei gezondheidsproblemen. En-Ping heeft de ziekte van Hirschsprung, een aandoening waardoor hij problemen heeft aan zijn darmen. En Yun heeft het caudaal regressie syndroom. Vanaf zijn middel heeft hij veel problemen. Zo mist hij zijn heiligbeen en een aantal zenuwbanen, waardoor zijn blaas en nieren niet goed werken. Mijn man Jeroen en ik zijn druk met de zorg voor onze kinderen, maar die beheerst niet ons leven. Er wordt bij ons thuis veel gelachen en er worden veel grapjes gemaakt, zoals in ieder ander gezin.”

Innemende lach
“En-Ping betekent in het Taiwanees – het land waar hij is geboren – ‘geschenk uit dankbaarheid’ en dat is zo toepasselijk. Overal waar hij komt, schenkt hij vreugde. En-Ping is heel sociaal. Als een klasgenootje bijvoorbeeld zijn arm heeft gebroken, helpt hij hem automatisch. En als ik een frons in mijn voorhoofd heb, vraagt hij hoe ik me voel. En-Ping weet iedereen voor zich te winnen met zijn innemende lach. Die lach is ook zijn redding geweest. Als baby was hij namelijk ernstig ziek. Hij werd afgestaan ter adoptie en de verzorgers in het kindertehuis deden hun best om voor hem te zorgen, maar als hij naar het ziekenhuis moest – iets wat vaak gebeurde – lag hij moederziel alleen in zijn ziekenhuisbedje.

Doordat hij zo lief lachte, kreeg hij toch extra aandacht van de verpleegkundigen en artsen. Ze vonden hem vertederend. Dit weet ik van Glora, een non die En-Ping in het kindertehuis onder haar hoede nam. Ik heb nog steeds dagelijks contact met haar via social media. Glora heeft een speciaal plekje in mijn hart. Ik ben haar intens dankbaar dat ze zo goed voor onze zoon zorgde in de eerste maanden van zijn leven. En-Ping is door haar geknuffeld en zijn eerste verjaardag vierde hij bij haar. Glora leerde hem wat liefde is. Ik denk dat hij zich daardoor zo goed aan Jeroen en mij kon hechten.”

Dik dossier
“Zes jaar geleden kregen Jeroen en ik bericht van het adoptiebureau dat er een kindje voor ons was: En-Ping. Dat nieuws was zo onwerkelijk. Jarenlang hadden Jeroen en ik tevergeefs geprobeerd een kindje te krijgen en toen we hadden besloten te adopteren, werd ons geduld nog eens ruim zeven jaar op de proef gesteld.

‘En-Ping voelde direct als ons kind, dus natuurlijk wilden we voor hem zorgen’

De mensen van het adoptiebureau drukten ons op het hart om goed na te denken over de adoptie. En-Ping, toen zestien maanden oud, had namelijk gezondheidsproblemen. Jeroen en ik kregen een dik dossier toegestuurd met het advies eerst medisch specialisten te raadplegen voordat we een beslissing maakten. Het was belangrijk eerst een beeld te krijgen van zijn aandoening.

Ik werk als medisch secretaresse in het ziekenhuis, dus die afspraken waren snel gemaakt. Maar eigenlijk hoefden Jeroen en ik niet na te denken. En-Ping voelde direct als ons kind, dus natuurlijk wilden we voor hem zorgen. De medische handelingen die we zouden moeten verrichten en de ziekenhuisbezoeken die we met hem moesten afleggen, schrokken ons niet af. In het verleden heb ik gewerkt als verzorgende. Ik weet dus wat het inhoudt om te zorgen.”

Samen in het ziekenhuis
“Met pijn in onze buiken van de spanning vlogen Jeroen en ik naar Taiwan om En-Ping op te halen. Onze grootste wens zou in vervulling gaan. We konden het bijna niet geloven. In Taiwan versierden we onze hotelkamer met blauwe ballonnen waarop stond: ‘It’s a boy’. De eerste keer dat ik En-Ping zag, dacht ik alleen maar: voor jou wil ik zorgen.

Het ijs tussen En-Ping en ons brak toen we een wandelingetje met hem maakten. Hij vond het prima dat Jeroen en ik hem optilden om een frisse neus te halen. En-Ping is een echt buitenkind. In het kindertehuis stond hij vaak door het raam te turen. Nooit zal ik het beeld vergeten toen hij, net in Nederland aangekomen, zijn gezichtje naar de zon draaide, zijn ogen sloot en zichtbaar genoot van de zonnestralen.

En-Ping voelde zich snel thuis bij ons, maar helaas ging het lichamelijk niet goed met hem. Hij kreeg last van ernstige ontstekingen aan zijn darmen. Een aantal keer moest hij daarvoor zelfs worden opgenomen. Ik vond het ontzettend confronterend om ons kleine mannetje in een ziekenhuisbed te zien liggen. Toen drong pas echt door wat hij als baby allemaal alleen heeft moeten doorstaan. Waren we toen maar samen geweest. En-Ping vond het fijn dat ik in het ziekenhuis niet van zijn zijde week en ik wilde nergens anders zijn dan bij ons kind.”

Meteen broertjes
“Onze jongste zoon Yun kwam twee jaar later in ons gezin. Yun komt uit China en is vernoemd naar de politieman die hem vond. Dat vindt hij mooi, want hij vindt de politie superstoer. Yun heeft een sterk karakter. Dat helpt hem bij het omgaan met zijn ziekte. Hij moet vaak naar het ziekenhuis en heeft veel hulp nodig van mij, Jeroen en de thuiszorg. Wij katheteriseren hem meerdere keren per dag. Er zijn dagen dat Yun niet naar school kan, omdat hij te ziek is, maar dan volgt hij de lessen via de computer. Via een speciaal systeem ziet hij zijn juf en klasgenoten. Dat vindt hij niet lastig. Hij slaat zich heel kranig door alles heen.”

Dit verhaal komt uit Vriendin 49.