Sandra’s man verliet haar toen ze zwanger was

Als Sandra (33) trouwt met haar jeugdliefde Pieter (34), stapelen de verplichte familierituelen zich op. Sandra verzet zich tegen het keurslijf van haar schoonouders, maar Pieter stelt liever zijn vrouw dan zijn moeder teleur.

Sandra: “Pieter leerde ik op mijn zeventiende kennen. Toen ik 12 was, was ik met mijn ouders vanuit Rotterdam naar een klein dorpje in Zeeland verhuisd. Een heel religieus en hecht dorp, waar je niet zomaar als buitenstaander wordt opgenomen. Ik heb er ruim twintig jaar gewoond, had er vriendinnen, maar ik ben nooit helemaal ingeburgerd. Ik bleef ‘import’. Pieter was geboren en getogen in het dorp en zou het net als zijn oudere broer en ouders nooit verlaten. Hij viel op mij omdat ik anders was, zei hij vaak. Ik had veel gereisd met mijn ouders en later, toen we al verkering hadden, heb ik nog een tijd in Engeland gestudeerd. Iets wat veel dorpsgenoten toen al niet begrepen. Waarom moest dat nou? Ik had toch al een vriend? De band met mijn schoonouders was in het begin goed. Ze vonden het jammer dat ik niet gereformeerd was, zoals zij, maar ze lieten ons gaan. Ze bemoeiden zich niet met ons leven en deden heel vriendelijk. Toen nog wel.”

Koetjes en kalfjes

“Alles veranderde toen Pieter en ik trouwden en kinderen kregen. Vanaf het moment dat ik officieel hun schoondochter was, behoorde ik me ook als een volledig familielid te gaan gedragen en werden we opgeëist. Dat betekende onder meer dat we iedere zondag samen bij mijn schoonfamilie werden verwacht. Klokslag half tien. Voor koffie met altijd dezelfde bastognekoeken. En dan de hele dag een beetje op de bank hangen en over koetjes en kalfjes én andere mensen praten. Tot borreltijd, en vervolgens moesten we blijven eten. Dat wij wilden uitslapen of ook eens een dagje naar het strand of het bos wilden, was onbespreekbaar. Op zondag zat je verplicht bij de familie. Dat hoorde zo. Liever zagen ze ons nog vaker komen. Zoals Pieters broer en zijn vrouw deden: mijn zwager Bart ging op vrijdagavond uit zijn werk eerst borrelen bij mijn schoonouders en dronk er standaard op zaterdagochtend na het boodschappen doen koffie. En mijn schoonzus Anneke, ooit een overbuurmeisje van de familie, werkte niet en kwam zeker drie keer in de week bij mijn schoonmoeder op de thee. Mijn schoonmoeder had vaste ideeën waar iedereen zich aan diende te houden. Naar de buitenwacht toe moesten we één happy family uitstralen. Zodra er een familielid jarig was of als er een bruiloft was, werden Bart, Anneke, Pieter en ik geacht om ons per auto voor hun huis te verzamelen. Mijn schoonouders stapten dan in hun eigen auto, waarna we met drie auto’s achter elkaar aan naar het bewuste feest reden. Dus niet met elkaar in één auto, en dat dan iemand de bob was. Nee, in colonne, zodat iedereen kon zien hoe close we waren. En dat bij ieder partijtje en elke festiviteit. Toen Pieter en ik trouwden, kreeg ik hem zover om één dorp verder een huis te kopen. Dat was uiteraard tegen het zere been van mijn schoonmoeder. Ook al woonden we maar tien minuten verderop, ze jammerde alsof we naar de andere kant van het land waren vertrokken. Het betekende trouwens niet dat we dan niet meer in die optocht hoefden te rijden… Ook al was het feestje vlak bij ons huis, we moesten eerst verzamelen bij mijn schoonouders.”

Lees ook: ‘We waren net uit elkaar en toen bleek ik zwanger’

Desnoods alleen

“Toen ik zelf moeder werd, begon het keurslijf waar ik door mijn schoonmoeder in werd geperst steeds meer te knellen. Terwijl Pieter overal ja en amen op zei, verzette ik me tegen de zondagse verplichting. Ik wilde juist iets gezelligs doen met onze zoon Bram: naar de speeltuin, naar het bos of de bioscoop. Desnoods alleen, zodat Pieter naar zijn ouders kon gaan. Maar ik kreeg het er gewoon niet doorheen. Pieter had er niet zo veel behoefte aan om op zondag iets anders te doen, zei hij. Bovendien wilde Pieter zijn moeder niet teleurstellen. Zelfs als we op zondag een verjaardag hadden bij mijn familie, werden we geacht ervoor of erna nog langs mijn schoonouders te gaan. Mijn familie stond sowieso altijd op de tweede plaats. Gelukkig waren mijn ouders niet zo moeilijk, zij respecteerden het feit dat we een jong gezin waren en ook tijd samen door moesten brengen. Ook ergerde ik me aan de rest van Pieters familie, vooral aan mijn zwager en schoonzus. Ze hadden drie kinderen, maar bekommerden zich niet om enige opvoeding. Ze lieten de kinderen de hele avond opblijven en het interesseerde hen niet als ze zich misdroegen. Als we op zondag op visite zaten, had ik het drukker met het in toom houden van de neefjes en nichtjes dan met de zorg voor mijn eigen zoon. Ik moest vooral letten op Saar van vijf, want als ze de kans kreeg, duwde of sloeg ze de kleine Bram. Of ze gooide met haar speelgoed naar hem. Ik vond het vreselijk dat niemand daar iets van zei. Haar gedrag werd met de week erger, het leek wel of ze Bram bewust terroriseerde. Mijn zwager en schoonzus grepen niet in en ook Pieter zei of deed niets en dat zorgde ervoor dat wij later woorden kregen.”

Hij durfde niet

“Sowieso kregen Pieter en ik steeds vaker ruzie over zijn familie. Ik verweet hem laf gedrag. Waarom ging hij niet tegen zijn moeder in als ze hem dwong onze zoon ’s avonds mee te nemen naar een feestje, terwijl ik wilde dat hij dan op bed lag? Waarom liet hij mij altijd de boeman zijn? En waarom sprak hij zijn broer niet aan op het pestgedrag van zijn dochter? Pieter beweerde dan dat hij dat niet durfde. Thuis kon hij er wel een mening over hebben, hij was het met me eens dat zijn nichtje onopgevoed en wild was, maar daar waaide hij met de wind mee. Omwille van de lieve vrede werd er nooit kritiek op elkaar geuit. Er werden ook geen felle discussies gevoerd of over wezenlijke zaken gesproken, zoals bij mijn ouders thuis. In zijn familie werd een hele dag gekeuveld over de plek van de barbecue in de tuin. Onderwerpen mochten beslist niet te zwaar zijn. Door al het gedoe met zijn familie stapelden de irritaties zich bij ons thuis op. In het begin van onze relatie hadden we nooit ruzie. Pieter vond het juist leuk dat ik niet zo meegaand was. Maar nu leek hij steeds meer partij voor zijn familie en tegen mij te kiezen.”

Zo van ondersteboven

“Toch had ik had nooit gedacht dat het zo erg zou worden dat Pieter me zou verlaten. Ik riep weleens boos dat als wij ooit uit elkaar zouden gaan, het om zijn familie zou zijn, maar dat was meer een dreigement. Ondanks de strubbelingen hield ik zielsveel van hem. We waren dan ook dolgelukkig toen ik weer zwanger werd, dit keer van een meisje. Ik dacht altijd: als we straks met z’n viertjes zijn, gaan zijn ogen wel open. Dan wil hij ook niets liever dan met zijn eigen gezin zijn. Maar in plaats van dat de zwangerschap ons dichter bij elkaar bracht, keerde Pieter zich juist van ons af. Ik was twintig weken zwanger, toen Pieter op een dag thuiskwam met het bericht dat hij verliefd was geworden op een collega. En hij was daar zo van ondersteboven dat hij bij me weg wilde. Niet om met haar verder te gaan, want dat was maar een bevlieging, maar omdat hij zich realiseerde dat hij niet meer van me hield. Het was alsof de grond onder mijn voeten wegzakte. Was zijn blijdschap over mijn zwangerschap dan één grote act geweest? Er viel ook niet met hem te praten. Relatietherapie wilde hij niet, niks. Hij trok bij zijn ouders in en liet mij achter met Bram en een dikke buik. Ik was er kapot van. Mijn schoonouders trokken meteen partij voor hem. Mijn schoonvader zei alleen dat het ‘een beetje dom geweest was’ van Pieter om te zeggen dat hij verliefd was geworden op een ander. Mijn schoonmoeder, die ik de echofoto had toegestuurd, wenste me succes met de laatste loodjes. Op dat moment had ik nog vijftien weken zwangerschap te gaan! Dat voelde niet erg hartelijk. Ik was tenslotte nog hun schoondochter en in verwachting van hun kleinkind.”

Lees ook: ‘Na mijn scheiding ontdekte ik dat ik zwanger was’

Voer voor roddelaars

“Onze dochter Emma is nu acht maanden oud en Pieter en ik liggen in scheiding. Hij is nog drie keer teruggekomen, om zich uiteindelijk definitief bij zijn ouders in te schrijven, waar hij nu nog woont. De bevalling van Emma is eerder ingeleid, omdat ik vanwege de stress geen druppel vruchtwater meer had. Pieter was daar niet bij, hij heeft me compleet laten barsten. Uiteraard is onze scheiding voer voor de roddelaars in het dorp. Maar zijn familie heeft het zo gedraaid, dat ik de boeman ben en Pieter de zielige jongen. Zo wordt er gezegd dat ik te dominant was in de relatie. Ik dwong hem namelijk mee te helpen in het huishouden. Iets wat niet gebruikelijk is in zijn familie, waarin vrouwen achter het aanrecht staan en mannen niets doen. Het klopt dat ik Pieter weleens liet koken als ik laat uit mijn werk was, of boven liet stofzuigen. En hij zette de kliko buiten. Maar veel meer dan dat was het niet. Ook roepen zijn ouders dat ik hem uiteindelijk het huis uit heb geschopt. Ja, ik heb hem een mail gestuurd waarin ik schreef dat het beter was als hij tijdelijk het huis uit ging; het heen en weer verhuizen leverde steeds zo veel stress op, zowel voor mij als voor de baby en Bram. Dat ‘tijdelijk’ wordt voor het gemak vergeten. Gelukkig zijn er ook andere verhalen. Onze gezamenlijke vrienden weten wel hoe het zit. En zij vergeten niet dat Pieter mij in de steek liet terwijl ik zwanger was.”

Nooit goed genoeg

“Ik had zo’n mooi toekomstbeeld: een gezin, een lieve man en financieel alles goed voor elkaar. Nu ben ik een alleenstaande bijstandsmoeder, omdat ik tijdens de tweede zwangerschap mijn baan verloor. Achteraf denk ik dat Pieters ouders mij gewoon nooit goed genoeg hebben gevonden voor hun zoon. Ik zie mijn schoonmoeder als de aanstichter van dit alles. Zij had ons veel meer tijd samen moeten gunnen. We waren een jong gezin, dan snap je toch dat we ook samen dingen wilden doen als we vrij waren? Ze claimde haar zoon voortdurend. Eigenlijk heeft ze nu alles wat ze wil: haar zoon is terug bij haar in huis en om het weekend heeft ze onze kinderen. Ik vind het vreselijk dat mijn kinderen, zelfs kleine Emma, daar in het weekend met de hele familie zijn, zonder mijn toezicht. Maar ik kan er niet veel tegen doen. Lang heb ik Pieter terug gewild. Ik kleedde me leuk aan als hij de kinderen kwam ophalen en smeekte hem het nog eens te proberen. Sinds een paar maanden ben ik daarmee gestopt. Ik zie nu eindelijk Pieters ware aard: hij is een man zonder ruggegraat die liever zijn vrouw dan zijn moeder teleurstelt. En hoe lastig mijn situatie nu ook is en hoe onzeker mijn toekomst, ik ben in ieder geval af van die vreselijk saaie zondagen!”

Lees ook: ‘Mijn schoonmoeder vindt mij niet goed genoeg voor haar zoon’

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.