Roos: ‘Mijn ex heeft ons dochtertje al een jaar niet meer gezien’

Dolgelukkig waren Roos (35) en Robert toen hun dochter Lilly werd geboren. Robert was dol op haar. Daarom kan Roos het niet begrijpen dat hij nu, ruim twee jaar later, geen contact meer wil. “Ik snap niet dat hij totaal geen interesse heeft in onze dochter.”

Roos: “De foto’s waarop Robert te zien is terwijl hij onze dochter Lilly knuffelt, bewaar ik op zolder. Ze zijn voor mij te pijnlijk om naar te kijken. Ze herinneren me aan een tijd waarin alles goed was tussen ons. De tijd dat we ons kindje, waar we zo naar verlangden, eindelijk in onze armen konden sluiten. Dat is ruim twee jaar geleden. Vreemd hoe het leven ineens een andere wending kan nemen. Een jaar geleden kondigde Robert totaal onverwachts aan te willen scheiden. Ik woon nu alleen met Lilly, inmiddels een vrolijke peuterpuber. Sinds Robert ons heeft verlaten, heb ik niet meer met hem gesproken. Hij heeft me veel pijn gedaan door bij ons weg te gaan, maar daar kan ik mee leven. Waar ik niet mee kan leven, is dat hij totaal geen interesse toont in Lilly. Toch, en misschien juist daarom, koester ik de foto’s waarop hij haar liefdevol vasthoudt. Ze zijn voor mij het bewijs dat Lilly ontzettend gewenst was, door haar moeder én haar vader. Ik hoop niet dat het nodig is, maar als Lilly zich ooit afvraagt of haar vader überhaupt wel van haar heeft gehouden, zal ik haar de foto’s laten zien. Ze zeggen meer dan duizend woorden. Lilly is nu twee. Ze is te klein om te begrijpen wat er allemaal is gebeurd. Gelukkig maar.”

Samen alles overwinnen

“Ik hoop vurig dat Robert binnenkort contact opneemt zodat ze samen een and kunnen opbouwen. Diep van binnen weet ik zeker dat het hem ook tot een gelukkiger mens zal maken als hij haar weer ziet. Nooit zal ik de uitdrukking vergeten die op zijn gezicht verscheen als hij naar haar keek. Robert leek over te lopen van liefde. Dat intense gevoel kan toch niet verdwenen zijn? Bovendien weet ik dat Robert het altijd heel belangrijk heeft gevonden dat een kind opgroeit met beide ouders. Vóór Lilly’s komst fantaseerden we samen vaak over een kind en hoe we het zouden opvoeden. Robert had hier uitgesproken ideeën over.

Stellig vertelde hij dat hij het krijgen van een kind zag als een geschenk. Als iets van ons samen, dat voortkwam uit onze liefde. Wat waren we blij toen ik zwanger bleek te zijn. Tijdens mijn zwangerschap moest ik veel rust houden, maar Robert hielp me bij alles. Hij was best geëmancipeerd. Als zijn contract niet zou worden verlengd, wilde hij best voor Lilly zorgen, zodat ik de kost kon verdienen, zei hij. Ik heb me ook nooit zorgen gemaakt over de toekomst, omdat ik ervan overtuigd was dat we alle moeilijkheden samen zouden overwinnen. Ook toen Lilly geboren was, bleef hij de liefhebbende man zoals ik hem kende. Als ik zag hoe Robert haar ’s nachts haar flesje gaf of haar luier verschoonde, was ik heel blij dat we het samen zo goed deden.”

Gelukkig gezin

“Natuurlijk veranderde ons leven ingrijpend toen we vader en moeder werden. Soms was het best pittig. Lilly had een moeilijke start. Ze huilde veel en had moeite met drinken. Onze huisarts en de medewerkers van het consultatiebureau dachten niet dat er iets mis was. Pas toen ze vier maanden oud was, werd ontdekt waarom ze zo vaak moest huilen: het klepje tussen haar maag en slokdarm sloot niet goed, waardoor brandend maagzuur omhoogkwam. Toen ze hiervoor was behandeld, verdwenen haar huilbuien. Lilly werd een vrolijke baby. Ze dronk goed, groeide als kool, huilde nauwelijks meer en lachte veel. Robert was dol op haar en overlaadde haar met knuffels en kusjes. Nu Lilly zich goed voelde, leek niets ons geluk in de weg te staan. We deden leuke dingen en genoten van Lilly en elkaar. Lang heeft deze onbezorgde tijd niet geduurd.
Lilly was vijf maanden oud toen we betrokken raakten bij een ernstig auto-ongeluk. Als door een wonder bleef Lilly ongedeerd, maar ik raakte gewond. Op de dag van het ongeluk had ik Lilly opgehaald van de crèche. We waren op weg naar huis toen we tijdens de avondspits achter op een file reden. Ik kon op tijd stoppen, maar de bestuurder achter ons niet. Hij zag niet dat we stilstonden. Met een snelheid van honderd kilometer per uur reed hij op ons in. Ik kan me niet herinneren dat ik door de brandweer uit het wrak werd gezaagd, hoe ik keihard om mijn kind riep. Hoe Robert met piepende banden aan kwam rijden, zonder na te denken zijn auto op de vluchtstrook zette en naast me in de ambulance zat onderweg naar het ziekenhuis. Ik weet dat alleen uit verhalen van anderen.”

Grote omslag

“De politieagenten die me vier dagen later opzochten om mijn verklaring af te nemen, konden moeilijk geloven dat ik alleen een breuk aan mijn bekken en lendewervel had overgehouden aan het ongeluk. Ze zeiden dat ze hadden gevreesd voor mijn leven. Lilly was, met dank aan de maxicosi, helemaal niet gewond geraakt. Gebroken bekken of niet, ik kon wel een gat in de lucht springen toen ik hoorde dat ons meisje kerngezond was. Wat hadden we een geluk gehad! Toen ik uit het ziekenhuis kwam, moest ik absolute bedrust houden. Ik had hulp nodig bij het huishouden en de zorg voor Lilly. Ik vond het moeilijk om zo afhankelijk te zijn, maar het euforische gevoel dat we nog leefden, overheerste. De meeste zorg kwam terecht op de schouders van Robert. Dit bleek een grote omslag voor hem. Hoewel we allebei werkten, had ik altijd het leeuwendeel van het huishouden en alle regeldingen voor mijn rekening genomen. Even de stofzuiger door de kamers halen, de glazenwasser laten komen, een cadeautje kopen voor een jarige oom, ik deed het allemaal met plezier. Robert vond het moeilijk om naast zijn werk het huishouden te bestieren, voor Lilly te zorgen en mij te ondersteunen. Er kwamen in die periode ook veel mensen over de vloer. Vaak sprongen familieleden of vrienden bij zodat Robert ook tijd voor zichzelf zou hebben, maar rust vond hij niet.

Hoewel er zeer zeker oog was voor hem, had hij toch het gevoel onder hoge druk te staan en vond hij het moeilijk om alle ballen in de lucht te houden. Hij nam zijn rol als mantelzorger zonder klagen op zich, maar ik denk dat hij het zwaarder had dan hij wilde toegeven. Waren we maar blijven praten, want ergens zijn we elkaar kwijtgeraakt. De eerste keer dat ik vermoedde dat Robert niet meer gelukkig was met ‘ons’, was ook meteen de aankondiging van het einde van ons huwelijk.”

In de knoop

“Voor zijn werk was hij een week van huis. Normaal belde hij me elke avond als hij niet thuis sliep, maar die week deed hij dat niet. Iedere avond wachtte ik tevergeefs op zijn telefoontje. Ik kreeg alleen wat korte sms’jes. En als ik hem belde, kreeg ik zijn voicemail. Ik maakte me ontzettend veel zorgen: er moest iets aan de hand zijn, want zo kende ik hem helemaal niet. Toen hij thuiskwam, bleek er inderdaad van alles mis. Robert kon het niet goed onder woorden brengen, maar het kwam erop neer dat hij met zichzelf in de knoop zat en niet meer gelukkig was in ons huwelijk. Hij bleef maar herhalen dat het niet aan mij lag. Boosheid, ongeloof en verdriet raasden door mijn lijf toen hij zei te willen scheiden. Eerst dacht ik nog dat het een bevlieging was. Dat het gevoel ‘het niet meer te zien zitten’ tijdelijk was. Maar dat was het niet. Telkens als we het erover hadden, drong hij aan op een scheiding. En telkens kon hij maar niet goed uitleggen waarom. Na een paar weken vroeg ik hem ons huis te verlaten. Hij had inmiddels de scheiding aangevraagd en ik wilde niet met iemand samenwonen die niet bij me wilde zijn.”

Onverschillig

“Ik was kwaad en verdrietig, maar geen seconde heb ik gedacht om Lilly bij hem vandaan te houden. Integendeel. Voor het welzijn van onze dochter zou ik alles doen om het contact met haar vader zo goed mogelijk te laten verlopen, zo nam ik me voor. Ik hield Robert op de hoogte door hem foto’s van Lilly te sturen als ze was gegroeid of een nieuwe mijlpaal had bereikt, zoals het zetten van haar eerste stapjes. Vreemd genoeg kreeg ik hier nooit een reactie op. Ik kon me niet voorstellen dat hij geen interesse had in zijn dochter en informeerde via via of hij een nieuw mailadres had. Dit bleek niet het geval. Zelfs op brieven van de rechtbank reageerde hij niet. Hij is niet eens naar de rechtszitting gekomen. Vanwege zijn onverschillige houding adviseerde de rechter om de volledige voogdij aan mij toe te wijzen, maar dat wilde ik niet. Lilly is ook Roberts dochter en hoe goed ik ook voor haar zorg, haar vader is onvervangbaar. Een kind heeft beide ouders nodig. Ik wil dat Robert Lilly leert fietsen, bij haar komt kijken als ze afzwemt. Ik wil dat hij net als vroeger met haar danst, met haar knuffelt en lacht.”

De deur staat altijd open

“Met Roberts ouders heb ik beperkt contact, we gaan af en toe
bij elkaar op de koffie. Zij kunnen er niks aan doen dat hun
zoon is weggegaan, en ik gun Lilly al haar opa’s en oma’s. Zij
hebben wel contact met Robert, maar we hebben afgesproken
dat we niet over hem spreken, omdat ik merkte dat zij dat
moeilijk vinden.

Ik zal de deur altijd open houden voor Robert, al heb ik soms
spijt dat ik de rechter niet de voogdij aan mij heb laten geven.
Haar inschrijving op school, een nieuw paspoort aanvragen:
voor veel documenten heb ik zijn handtekening nodig. We zijn
nu een jaar verder en hij reageert nog steeds niet als ik contact
zoek. Ik zal zulke zaken dus via de rechtbank moeten regelen
en dat kost een hoop energie en geld. Geld dat ik niet heb.
Alimentatie heeft Robert trouwens nooit betaald. Ik heb er
begrip voor als hij dit niet kan betalen omdat hij misschien
geen inkomsten heeft. Maar waar ik geen begrip voor heb,
is dat hij totaal geen bijdrage levert aan de opvoeding. Nooit
heeft hij voorgesteld om Lilly even een dagje op te halen, of
gevraagd of hij iets voor haar kon doen.

Ik probeer niet over hem te oordelen, omdat ik gewoonweg
niet weet wat er met hem aan de hand is. Of waardoor hij zo
veranderd is. Ik hoop dat hij weer zichzelf wordt. Niet voor
mij, want tussen ons komt het niet meer goed en daar leg ik
me bij neer, maar voor Lilly.”