Canva1 2022 09 13t141128.734

Lucie verloor haar kind tijdens een zeiltocht op zee

Begin jaren tachtig zeilden Lucie, haar man Arthur en hun zoon Mikel de wereld rond. Aan hun gelukkige bestaan kwam een abrupt einde toen de 6-jarige Mikel in zee viel en verdronk. Het duurde jaren voor Lucie dit verlies een plek kon geven. Aan de hand van passages uit haar boek vertelt ze haar verhaal.

Lucie: “Ik had Arthur nog maar net leren kennen toen hij me vroeg om samen met hem een boot te bouwen en op reis te gaan. Ik was begin twintig, studeerde nog. En toch zei ik ja, vanuit mijn hart. De aantrekkingskracht tussen ons was enorm. We zaten op dezelfde golflengte, deelden de drang om vrij te leven, zonder druk vanuit de maatschappij. Ik vertrouwde hem.
Mijn familie had liever gezien dat ik een man met een goede baan zocht, die me materiële zekerheid kon bieden. Maar mijn hang naar avontuur was groot, vanaf mijn veertiende was ik heel rebels geweest. Vergeet ook niet dat het de jaren zeventig waren: iedereen trok liftend door Europa.
Bovendien was ik altijd al gefascineerd door de zee. Als kind woonde ik in het Afrikaanse Gabon, waar mijn vader voor de Franse regering werkte. Mijn moeder nam me elke dag mee naar het strand. Ik kon al zwemmen voordat ik kon lopen. Daar is mijn liefde voor de zee geboren.
Twee jaar lang bouwden we aan onze boot. Ondertussen werd onze zoon Mikel geboren. Soms twijfelde ik: wilde ik dit wel echt? Daarom besloten we mee te liften met een andere boot en een grote oversteek te maken. De eerste dag was ik doodziek – en Mikel ook, hij was toen net een jaar. Maar daarna ging het beter. Na terugkeer besloten we ons plan door te zetten.”

Mikel slaakte kreetjes als er een dolfijn opdook bij de boeg van het schip of als een verdwaalde meeuw boven ons kwam meesurfen op de luchtstroom die hem, net als ons, westwaarts voerde.
Uit: Een kind van de zee

Op de boot opgevoed

“Het leven op zee is simpel. Meditatief, bijna. Kleine dingen maken grote indruk: een vogel die opduikt, de geur van koffie. Onze boot was vrij groot, 17 meter lang, en helemaal naar onze smaak gebouwd. Binnen was het warm en gezellig.
Mikel groeide op tot een rustige, voorzichtige jongen. Ik leerde hem lezen en schrijven, hij tekende veel. Maar hij was ook vaak buiten, dan viste hij of sneed hij figuurtjes uit hout. Hij maakte altijd vrienden in de havens die we aandeden. Hij was een acrobaat, met een goed evenwichtsgevoel. Hij was eraan gewend dat alles bewoog. Hij is op een boot opgevoed, het was echt een kind van de zee.
Ik ben nooit bang geweest dat hem iets zou overkomen. Wanneer je aan een grote weg woont, dan bedenk je óók niet constant dat je kind overreden kan worden. Rond de boot hadden we een groot hek gemaakt met een sterk net, dat kwam tot aan zijn neus. En toch ging het mis, op de laatste grote reis die we zouden maken. Mikel was bijna zeven en we waren op de terugweg naar Nederland, waar hij naar school zou gaan. Maar op die 17de juli 1985 was hij ineens verdwenen.”

Hij is echt weg

Dan sta ik op en als ik naar de kitchenette loop werp ik even een blik in de kuip. Mikel is er niet. Hij zal ergens aan de voorkant zijn, zeg ik tegen mezelf. Toch drijft iets me ertoe om het trappetje op te gaan dat naar het dek voert. Geen Mikel.

“Ik heb meteen Arthur wakker gemaakt en de drie vissers die bij ons aan boord waren. Overal hebben we gezocht. Na tien minuten wisten we: hij is echt weg. De zee was kalm, er was weinig wind en toch gingen we ontzettend snel vooruit. De boeien die ik overboord had gegooid, verdwenen razendsnel uit zicht.
We hebben urenlang rondgedraaid op de plek waar hij overboord moet zijn gevallen. Een aanval van een groep orka’s dwong ons om te vertrekken, misschien waren we anders wel gek geworden. Ik heb drie van zijn knuffeltjes in zee gegooid, omdat ik niet wilde dat hij alleen zou zijn. Iedereen huilde. Het was alsof de hemel instortte, ik voelde me totaal verlaten. We namen de kortste weg naar Europa.”

De zee was een monster

Ik was opgelucht aan land gegaan want ik was de zee gaan haten, omdat die me mijn zoon had ontnomen. Ik wilde mijn boot niet meer terugzien, wilde niet meer aan dat zwervende leven denken dat op een nachtmerrie was uitgelopen.

“De zee, waar ik altijd zo van hield, was een monster geworden. Ik kon er niet naar kijken zonder boosheid en verdriet. We gingen wonen in een huisje op het terrein van Arthurs ouders, in het Gooi. Daar werden mijn dochters geboren. Van de oudste was ik al drie maanden zwanger toen Mikel overleed. Twee jaar later volgde een tweede dochter.
Het was een mooie plek, met veel bloemen. Een veilige plek om te schuilen en mijn dochters op te voeden. Ik stond op en zorgde voor ze met alle liefde die ik ondanks mijn gebroken hart kon geven. Zo bleef ik overeind. Maar ondertussen voelde het alsof mijn ziel uit elkaar was gespat. Het is een lange weg geweest om die stukjes weer bij elkaar te brengen.
Arthur stortte zich op zijn werk, hij ging in Polen boten bouwen. We praatten nooit over Mikel en konden elkaar niet meer in de ogen kijken: daar zagen we elkaars verdriet. Langzaam raakten we elkaar kwijt, onze relatie eindigde in een scheiding.”

Naar binnen kijken

Ik was te verdoofd door de schok die ik te verwerken had gekregen en ik heb mijn wond diep in mezelf opgeborgen. Ik heb hem ingekapseld en ik dacht hem te kunnen vergeten.

“Het heeft jaren geduurd voor ik naar binnen durfde te kijken. Twee vrouwen hebben mij geholpen. In Parijs ging ik naar een helderziende, van wie ik wilde weten hoe mijn zoon was doodgegaan. Zij kon mij vertellen dat hij overboord is gevallen bij het spelen. Maar belangrijker nog is dat zij voor mij een onzichtbare wereld heeft geopend, waardoor ik de dood anders ben gaan zien. Niet als het einde, maar als het begin van iets nieuws.
Zij gaf me sleutels om deze wereld te verkennen zonder te verdwalen. Dat heeft me troost geboden en geholpen deze traumatische ervaring in een groter verband te plaatsen. Het heeft mijn leven een andere, rijkere dimensie gegeven.
Daarnaast heb ik een intense weg afgelegd met een psychologe. Zij hielp me om het schuldgevoel dat nog altijd in mij school een plaats te geven: ik had mijn kind niet kunnen beschermen. Ze liet me alles herbeleven, ik heb veel gehuild, wat ik jarenlang niet kon.
Zo ben ik langzamerhand geheeld. Op een dag keek ik naar een portret van Mikel en voelde ik een intense innerlijke glimlach, terwijl ik er eerder niet zonder verdriet naar kon kijken. Ik voelde me weer met hem verbonden.”

Tweelingzielen

In de cafés, in onze hotelkamers praat ik uren achtereen, ik huil, ik schreeuw mijn woede uit dat ik niet begrepen ben na de dood van mijn zoon en hij, zijn vader, luistert. Geduldig, kalm.

“Ook Arthur kwam weer in mijn leven: we zijn zelfs weer een tijdje bij elkaar geweest. Twintig jaar na het ongeluk konden we voor het eerst over Mikel praten. We spraken alles uit wat ons dwars had gezeten, het schuldgevoel, de verwijten. Hoewel we niet meer samenwonen – ik woon in Frankrijk, Arthur in Nederland – staan we wel weer dicht bij elkaar. Daar ben ik blij mee: Arthur en ik zijn tweelingzielen.
In 2012 hebben we samen een bijzondere reis gemaakt: met een groep schippers hebben we Kaap Hoorn gerond. Voor mij was het een enorme stap. Het heeft geholpen de liefde voor de zee terug te brengen en me de mooie dingen van onze jaren aan boord te herinneren. Ik heb me verzoend met de zee. Nog steeds zie ik Mikel overal op zee, maar nu op een vreedzame manier.”

Noodzaak

Dit boek heb ik (…) vooral geschreven uit noodzaak: het heeft me geholpen de puzzelstukjes van mijn leven te verzamelen, mezelf bij elkaar te rapen, mezelf weer op te bouwen na de dood van mijn zoon.

“Toen ik mijn verhaal op papier zette, had ik niet de bedoeling om het uit te geven. Ik deed het voor mezelf en mijn dochters. Maar mensen die het lazen, zeiden: ‘Dit kun je niet in je la laten liggen.’
In Frankrijk is het boek al in 2013 verschenen, in Nederland is het net uitgekomen. En dit najaar verschijnt er een film die deels op mijn verhaal is gebaseerd. Dat is erg spannend, maar ik hoop dat het mensen ook kan helpen. Er zijn zoveel moeders die een kind verliezen, ik wil ze hoop geven. Vertellen dat je er weer uit kunt komen, als je maar naar binnen durft te kijken en om hulp kunt vragen.
Natuurlijk wens ik dit niemand toe, maar uiteindelijk heb ik door de dood van mijn zoon veel geleerd, daar ben ik dankbaar voor. Ik had gek kunnen worden, maar in plaats daarvan heb ik mensen ontmoet die me konden helpen en ben ik gegroeid. Door me te openen naar het onzichtbare kon ik zijn dood in een groter geheel plaatsen en is mijn levensvreugde teruggekeerd. Het heeft me geleerd intenser te leven, voluit te genieten van de momenten met de mensen die ik liefheb. Liefde is de essentie. Het is rijkdom als je dat kunt voelen.”

Boek en film

In haar boek Een kind van de zee vertelt Lucie Hubert (1955) over haar kinderjaren in Afrika, haar rebelse tienerjaren in Frankrijk, de jaren op zee met Arthur en het verlies van hun zoontje Mikel. Ze beschrijft hoe ze na een innerlijke zoektocht weer vrede vindt.
Dit najaar verschijnt de film Zee van Tijd, die deels is gebaseerd op de ervaringen van Lucie. Het scenario is van Marieke van der Pol, bekend van Bruidsvlucht en De Tweeling.
Een kind van de zee, Nijgh & Van Ditmar, € 21,99.

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.