vrouw

Ingeborg: ‘Onze vroegere buurman bleek mijn echte vader te zijn’

Haar vader was haar vader niet… Vervolgens verkeerde Ingeborg (43) jarenlang in onzekerheid over wie het dan wél was. Een DNA-onderzoek bracht duidelijkheid. ‘Ik was perplex, de vader van mijn jeugdvriendin!’

Ingeborg: “Mijn ouders gingen scheiden toen ik nog maar vier was. Ik zie de koffers nog onderaan de trap staan. ‘We gaan weg’, zei mijn moeder. Zo eenvoudig was het. We zijn een tijdje bij mijn opa en oma gaan wonen en mijn vader zag ik niet meer. Al snel had mijn moeder een ander, Johan. Hem moest ik papa noemen en ik deed keurig wat er van mij verwacht werd. We verhuisden naar een ander dorp. Over mijn vader praten, mocht ik niet meer, dat deed mijn moeder te veel verdriet. Ik schrok daarvan en wilde haar niet in tranen zien. Het hoofdstuk werd gesloten.
Ik was een jaar of tien toen ik een kaart kreeg van een vroeger buurmeisje. Onze moeders waren altijd vriendinnen geweest. Ze ging verhuizen en vroeg of ik eens in hun nieuwe huis wilde komen logeren. Dat wilde ik wel! Het contact werd opnieuw aangehaald en hun huis werd mijn tweede thuis. Ik fietste met liefde een uur om bij ze te zijn. Toen we wat ouder waren, gingen we veel uit met z’n tweetjes. Ik herinner me die tijd als een fijne en warme periode.
Toen ik een jaar of 19 was, verwaterde het contact. Er brak een nieuwe fase in mijn leven aan. Ik kreeg verkering. En mijn ouders en de ouders van mijn vriendin kregen ruzie met elkaar, wat het contact tussen ons niet ten goede kwam. Jammer, maar legde me erbij neer.”

Onvruchtbaar

“Ondertussen begon het gemis van mijn vader steeds meer te knagen. Johan was dan wel een aardige vent, hij was niet mijn eigen vader. Mijn toenmalige vriend zag mijn worsteling. Ik had zelfs een eetstoornis ontwikkeld omdat ik met mezelf in de knoop zat. Hij spoorde mij aan om mijn moeder toch weer naar mijn afkomst te vragen. Ik trok de stoute schoenen aan en vroeg mijn moeder naar mijn vader. Ze reageerde heel wonderlijk door hem meteen te bellen. ‘Ze wil je zien’, hoorde ik haar zeggen. En ze maakte een afspraak voor datzelfde weekend. Ze hing op en keek me aan. ‘Eén ding: die man is je vader niet – hij heeft je alleen maar de eerste vier jaar van je leven opgevoed’, zei ze. ‘Hij is onvruchtbaar. Johan is je echte vader.’ Ik wist niet wat ik hoorde. Maar mijn moeder en Johan hadden al wel eerder een relatie gehad. Johan bevestigde het verhaal, ik moest het wel geloven.
De ontmoeting met de man die mij de eerste vier jaar had opgevoed, was ongemakkelijk. Hij had nog veel gevoel voor me en herinnerde mij zich nog goed als baby en peuter. Maar voor mij was hij een vreemde. Ik wist nu vooral dat ik niet zijn echte kind was. Ik vroeg hem naar zijn onvruchtbaarheid. Hij bevestigde dat ik inderdaad niet zijn biologische dochter kon zijn. ‘Maar ik vraag me af of Johan je vader wel is’, zei hij. De ontmoeting leverde dus meer vragen dan antwoorden op.”

Oude foto’s

“Niet lang daarna raakte ik zwanger van mijn eerste kind. Ik trouwde, maar de relatie hield geen stand. En ook de relatie die ik daarna kreeg, was geen lang leven beschoren. Ik kon het gewoon niet, me hechten aan iemand. Daarvoor was er in mijn jonge leven te veel gebeurd. Ik wilde wel een relatie, maar wist niet hoe. De vele vriendjes die ik had, renden vaak na twee weken al weg. Ik liet ze niet dichterbij komen.
Ik wilde geloven dat Johan mijn vader was. Ik heb geen verkeerde jeugd gehad en, mede door hem, alles gekregen wat mijn hartje begeerde. Ik miste alleen openheid. Als ik vragen stelde, snoerde mijn moeder mij de mond. Johan en ik hadden bovendien dezelfde haar- en oogkleur. Ik wilde hem niet kwetsen door er steeds over te beginnen. Ik liet het onderwerp rusten.
Acht jaar geleden overleed Johan. Ik zou op de uitvaart speechen en speurde door oude foto’s en documenten om herinneringen op te doen. Ik zag op een paar kaarten dat mijn tantes mijn naam verkeerd hadden geschreven. En op de meeste papieren waar mijn volledige naam stond, was mijn achternaam doorgekrast. Ik kreeg er een onbestemd gevoel bij. Er was er maar één die mij eerlijk antwoord kon geven op mijn vragen en die persoon zouden we een paar dagen later begraven. Mijn moeder zou mij de waarheid tóch niet vertellen. Ik ben naar Johans kist gelopen en heb op een onbewaakt ogenblik wat haar bij hem weggenomen. Ik was op dat idee gekomen door het televisieprogramma Spoorloos, wat ik altijd met mijn moeder keek. Dat heb ik opgestuurd naar een laboratorium voor dna-onderzoek. Ik móést weten of hij mijn vader was.”

Opluchting

Enkele weken na Johans begrafenis kreeg ik de uitslag. Het kon met 99,9% zekerheid worden vastgesteld dat hij mijn vader niet was. Ik voelde ergens opluchting. Ik had het al die tijd goed aangevoeld. Maar ik voelde ook intense teleurstelling, mijn moeder had dus opnieuw tegen mij gelogen. Daar heb ik haar toen niet mee geconfronteerd. Ik zat ernstig met mezelf in de knoop en was overspannen.
Ik volgde intensieve therapie om de vragen over mijn afkomst een plekje te geven. Pas een paar weken later heb ik het er in een ruzie over iets totaal anders uitgegooid. Woedend heb ik de dna-test onder mijn moeders neus gedrukt. ‘Je moet het mij nu vertellen. Wie is mijn vader?’, vroeg ik haar. ‘Johan’, bleef ze stug volhouden. Voor mij was daarmee de maat vol. Ik vroeg haar weg te gaan. Ik had haar inmiddels zoveel kansen gegeven mij de waarheid te vertellen. ‘Ik hoor het wel als je het echte antwoord hebt’, zei ik, toen ze mijn huis verliet. Ze liet niets meer van zich horen, niet aan mij, maar ook niet aan haar kleinkinderen.
Er was nog maar één mogelijkheid over om te ontdekken wie mijn biologische vader was. Ik leverde mijn eigen dna in bij een databank. Begin 2020 was er een hoge match, kreeg ik per mail te horen. Ik las een van de namen van mogelijke verwanten en er ging meteen een belletje rinkelen. Het was de naam van onze buurman, de vader van mijn jeugdvriendin, van mijn halfzusje dus! Toen ik geboren werd, woonden onze ouders naast elkaar. Ik was perplex.”

Dichte deur

“Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en bij ze aangebeld. Ik had er geen idee of hij wist dat ik zijn dochter was. Of dat zijn gezin ervan wist. Ik kwam voor een dichte deur te staan. Ik was niet welkom met mijn verhaal, ze kozen direct partij voor mijn moeder. Ik moest haar maar naar mijn verleden vragen. Ook mijn vroegere vriendin en buurmeisje wilde niets van mijn verhaal weten. Ze had geen behoefte aan contact, schreef ze in een brief. We hadden ieder ons eigen leven opgebouwd en dat vond ze, ongeacht de dna-uitslag, prima. ‘We maken geen deel meer uit van elkaars leven’, stond er. Voor meer informatie verwees ook zij mij naar mijn moeder.
Met haar heb ik toch maar weer contact gezocht. Na lang aandringen gaf ze het toe. Ik was inderdaad het kind van de buurman. Maar het was niet gegaan zoals ik dacht. Hij had haar een potje zaad gegeven omdat de man met wie ze toen ging onvruchtbaar was, zei ze. Een affaire was het niet volgens haar, en de buurman was haar type ook niet, verklaarde ze.”

Afwijzing

“Ik heb alles laten bezinken en ben anderhalve maand later met dit verhaal opnieuw naar mijn biologische vader gegaan. Hij gaf toen wél toe dat ik zijn kind was. ‘Ik dacht je moeder te helpen, zodat ze ook een kind zou hebben. Als een soort vriendendienst. Ik heb er verder niet bij stilgestaan’, zei hij. Bij dat gesprek was zijn vrouw aanwezig. Als er toch sprake van een affaire was geweest, had hij dat niet verteld.
Ik had dan wel na al die jaren mijn vader gevonden, dat maakte mij nog geen kind van hem. ‘Je gaat nooit familie van ons worden’, kreeg ik te horen. Dat was een klap in mijn gezicht. Ik was altijd kind aan huis geweest bij ze. We vierden altijd alle feestdagen samen. En uitgerekend deze mensen wilden niets met mij te maken hebben.
Dat ik eindelijk weet wie mijn vader is, heeft veel voor me veranderd. Het is verdrietig dat er geen contact tussen ons is, maar het geeft me ook een vorm van rust. Ik ken mijn vader niet uit verhalen, maar door het contact dat we vroeger hadden. Ik heb goede herinneringen aan hem. Bij die man en zijn gezin heb ik de mooiste tijd van mijn leven gehad. Achteraf is er ook veel herkenning. We hebben hetzelfde postuur en hetzelfde haar. En hij is net als ik een buitenmens, gek op de natuur en op dieren. Ik vermoed dat we ook hetzelfde karakter hebben. We zijn allebei ontspannen en maar ook opvliegend. Ik koester wat we gedeeld hebben.”

Stille hoop

“Met mijn moeder heb ik geen contact meer. Ze heeft mij zoveel leugens verteld dat ik haar in niets meer vertrouw. Natuurlijk doet dat pijn en had ik het graag anders gezien. Gelukkig heb ik inmiddels zelf wel op relatiegebied stabiliteit gevonden. Jarenlange therapie heeft z’n vruchten afgeworpen. Ik ben getrouwd en inmiddels moeder. Ik heb een eigen gezin, een eigen basis en dat is heel fijn.
Ik heb ergens nog wel de stille hoop dat mijn biologische vader ooit van gedachten veranderd en toch contact met mij zal zoeken. Of dat mijn vriendin van vroeger, mijn halfzusje, mij weer eens wil zien. Zij zal mogelijk ook van niets hebben geweten en heeft net als haar moeder het afgelopen jaar het nodige te verwerken gehad. Voor nu kan ik het onderwerp laten rusten. Mijn vragen zijn beantwoord, ik kan verder met mijn leven. Zo voelt het ook echt. Niet weten waar je vandaan komt en wie je ouders zijn, bepaalt in belangrijke mate je leven. Je mag dat niet voor een kind achterhouden.
Mijn zoektocht is voorbij. Ik heb zelfs voor mezelf een geboortekaartje gemaakt. Dat heb ik nooit gehad. Na al die jaren zie ik nu eindelijk in de spiegel wie ik echt ben. In dat opzicht voel ik me herboren.”

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.