Zwangerschapstest

Gemma: ‘We zaten midden in het ivf-traject, toen haakte mijn man af’

Gemma (32) en Roy (32) probeerden zes jaar zwanger te worden. Nu wil Roy niet meer ‘dokteren’. Gemma kan niet anders dan hiermee instemmen. “Maar stiekem doe ik er alles aan om een kind te krijgen.”

Gemma: “In een vriescel in de fertiliteitskliniek liggen drie bevruchte embryo’s (cryo’s), die zijn achtergebleven na onze ivf-poging. Mijn man Roy wil dat we ze laten vernietigen, maar dat kan ik niet. Dat voelt als moord. Het is toch een deel van ons. Ze liggen daar nu al een jaar en er gaat geen dag voorbij waarop ik niet aan ze denk. In mijn hoofd praat ik altijd tegen mijn drie ‘kindjes’, want het voelt echt alsof daar drie kinderen liggen. Maar ik kan er niets mee doen. Want al bestaan ze voor de helft uit materiaal van mij, mijn man is evengoed ‘eigenaar’ en weigert toestemming te geven voor terugplaatsing. En al snap ik zijn redenen en kies ik er zelf voor bij hem te blijven, het wil niet zeggen dat ik vrede heb met zijn beslissing.”

Rammelende eierstokken

“Ik heb altijd een sterke kinderwens gehad. Als klein meisje antwoordde ik op de vraag wat ik later wilde worden steevast: ‘Mama.’ Het liefst van veel kinderen. Ik sjouwde de hele dag rond met mijn babypoppen. Mijn moeder was zelfs bang voor een tienerzwangerschap, zo vastbesloten was ik jong moeder te worden. Het liep anders. Ik had weinig geluk met de mannen die ik tegenkwam. Ik trof jongens aan die gezellig waren om de kroeg mee in te duiken of mee te lachen en gieren, maar die totaal ongeschikt waren als vader van een gezin. En dat was een voorwaarde voor mijn kinderwens. Want ik wilde wel dat mijn kind een moeder én een vader had. Acht jaar geleden liep ik tegen Roy aan. Het was liefde op het eerste gezicht. Roy is een lieve, serieuze jongen met zijn hart op de goede plek. Hij is bijvoorbeeld dol op zijn oma en bezoekt haar elke week in het verpleegtehuis. Ook kan hij goed overweg met zijn nichtjes en neefjes. Al na drie maanden verkering gooide ik een balletje op: hoe zou hij het vinden als ik zou stoppen met de pil? Maar dat ging Roy te snel. Hij wilde graag kinderen, maar eerst gezellig met mij reizen en genieten van onze vrijheid. Dat snapte ik. We waren 24, op zich nog erg jong. Hoewel mijn eierstokken rammelden, gunde ik Roy zijn vrijheid. Twee jaar later, we waren inmiddels getrouwd en genoten van onze huwelijksreis in Turkije, draaide Roy bij. Hij wilde voor een kind gaan. Ik was dolblij en spoelde in ons hotel in Antalya de restanten van mijn pilstrip door de wc.”

Seks op de klok

“Eenmaal thuis doken we op de gekste tijden het bed in. We hadden de grootste lol tijdens de seks, we gingen immers een baby maken! Na de eerste maand vond ik het jammer dat ik niet zwanger was geraakt, maar ach, het zou vast de volgende keer raak zijn. Voor de zekerheid sloeg ik tien zwangerschapstesten in, zodat ik al vroeg kon testen. Maar toen ook maand drie, vier en vijf zonder zwangerschap voorbijgingen, werd ik ongerust. Omdat ik op zwangerschapsfora had gelezen dat artsen pas medisch ingrijpen als je een jaar bezig bent, jokte ik er bij mijn huisarts vijf maanden bij. Ik wilde graag snel het medische traject in om te weten waarom we niet zwanger werden. Maar mijn huisarts vond ons te jong om nu al allerlei onderzoeken te laten uitvoeren. Hij stuurde me weg met het advies om te temperaturen en op de klok te vrijen. Maar dat deden we al. Stiekem hield ik met een app op mijn telefoon mijn ovulatie bij. Zodra het sein op groen stond, verleidde ik Roy tot seks. Ik was teleurgesteld dat mijn huisarts me niet doorstuurde en wilde een second opinion bij een andere arts vragen, maar Roy hield me tegen. Wat hem betrof hoefden al die onderzoeken nog niet. Er zat niets anders op dan geduld hebben. Dat lukte amper. Ik bleef mijn app checken om mijn vruchtbare dagen zo goed mogelijk te benutten. Na nog eens twee maanden zonder resultaat, keerde ik terug bij mijn huisarts. In tranen. En dit keer kreeg ik wel de gewenste verwijzing. We ‘mochten’ de medische molen in!”

De twee jaar erna bestonden uit onderzoeken in ziekenhuizen en bij de fertiliteitskliniek. We kregen een zogenaamde samenlevingstest, waarin ze de spermakwaliteit testten, mijn eileiders werden uitgespoten en ik onderging allerlei bloedonderzoeken en scans. Ik bleek een perfecte cyclus te hebben, met een duidelijke eisprong, precies veertien dagen na mijn laatste menstruatie. Ook Roys sperma werd getest. Hij had een iets verminderde kwaliteit, maar geen indicatie voor vruchtbaarheidsproblemen. Uiteindelijk was de conclusie: we weten het niet. Er was geen aanwijsbare reden waarom wij niet zwanger zouden kunnen worden. Gek genoeg vond ik dat een verschrikkelijke diagnose. Hier kon ik niks mee. Ik hoopte op een ‘lichte’ afwijking, iets waarvoor ik misschien medicijnen moest slikken en dan de volgende maand zwanger zou worden. Met ‘geen reden’ voelde ik me niet serieus genomen.”

Terugtrekken met de Playboy

“Wel kregen we het aanbod voor IUI: waarbij de zaadcellen, na bewerking in het laboratorium, direct in de baarmoeder zouden worden ingebracht. Roy vond het heel ingrijpend. Elke keer als ik een eisprong had, moest hij mee naar de kliniek om daar met een Playboy in een kamertje zaadcellen te produceren. We kregen vier pogingen die alle vier mislukten. Van de laatste poging raakte ik kortstondig zwanger, maar dat liep helaas na vijf weken uit op een miskraam. Ik was heel verdrietig, maar gaf de moed niet op. Ik kón immers zwanger worden. Ik vestigde toen al mijn hoop op ivf. Van alle stellen die starten met ivf, heeft de helft na drie behandelingen een kind, zo las ik. Dit keer moest ik ook hormonen gaan spuiten om zo beter te kunnen berekenen wat het meest geschikte moment was voor terugplaatsing. De injecties spoot ik in mijn buik, later in mijn bilspier. Pijnlijk, maar het kon me niks schelen. Ik had er álles voor over om zwanger te worden.”

Lees ook: Ellens relatie liep op de klippen door onenigheid over ivf

Alles of niets

“Ondertussen liep onze relatie niet lekker. Ik kon nergens anders over praten dan over baby’s. Bij alles wat ik deed dacht ik aan zwanger raken. Ik dronk geen koffie of alcohol meer, ging op tijd naar bed en had weinig puf om nog te gaan stappen. Zonder biertjes vond ik daar sowieso niks meer aan. Dus ging Roy vaak alleen. Ook vreeën we niet echt meer. In de tijd dat ik zwanger wilde worden, werkte ik Roy zo snel mogelijk naar zijn hoogtepunt, zodat ik daarna een half uur met mijn benen omhoog kon liggen om zo het zaad te ‘helpen’ zijn weg naar mijn baarmoeder te vinden. Maar nu we midden in het ivf-proces zaten, wilde ik helemaal geen seks meer. Ik was bang dat de zaadcellen van mindere kwaliteit werden als we het vaak deden en wees Roy daarom af. Hij moest maar sparen. Dat zorgde voor spanningen tussen ons. Roy had weinig interesse meer in de babyonderwerpen die ik aansneed. Vaak onderbrak hij me halverwege een zin of kapte hij het onderwerp bot af met een: ‘Ja, Gemma, dat weet ik nu wel.’ En dan hield ik mijn mond of bitste ik dat ik ook geen zin had verhalen over zijn ‘stomme voetbal’ aan te horen. Roy ging nog wel enthousiast op voor onze eerste ivf-poging, maar in de twee weken na de terugplaatsing, was ik een hormonale draak. Ik was zó nerveus. Ik gedroeg me kortaf en humeurig. Helaas werd ik veertien dagen later gewoon ongesteld. Ik was er kapot van. Ik meldde me ziek op mijn werk en bracht dagen jankend door op de bank en in bed.”

De oude Gemma

“Voor Roy was daarmee de maat vol. Hij vond het superverdrietig dat deze ivf-poging was mislukt, maar hij wilde en kon niet meer verder. Huilend zat hij tegenover me: ‘Gemma, dit gaat ten koste van ons huwelijk. Ik wil graag een kind, maar niet ten koste van alles.’ Volgens hem waren we elkaar de afgelopen vijf jaar kwijtgeraakt. Hij verlangde naar de oude Gemma, met wie hij kon lachen, een avond kon doorzakken met een fl es wijn en spontaan kon vrijen. Hij miste me. Roy was onverbiddelijk: of we stopten met de medische molen of we gingen uit elkaar. Hij bleef liever kinderloos met een fijne relatie, dan dat we straks na jaren dokteren wel een kind hadden maar elkaar spuugzat waren. Voor Roy was de ivf eigenlijk al een brug te ver geweest. Hij had het voor mij gedaan, maar was zo geschrokken van mijn gedrag in de dagen rondom de poging, dat hij zoiets nóóit meer wilde meemaken. Wat ik ook zei, hoe ik ook huilde, hem smeekte, hem alles beloofde, hij was niet op andere gedachten te brengen. Om me tegemoet te komen, zei hij dat hij het prima vond als ik ooit spontaan zwanger zou raken, maar de obsessie moest er af. Dus niet meer naar dokters of ziekenhuizen, geen hormonen meer, geen seks aan de hand van een app en geen urenlange gesprekken meer over baby’s. Roys woorden deden vreselijk veel pijn. In één klap stortte mijn droom in. Ik had zo veel vertrouwen in de ivf. De vorige keer had de arts meerdere eitjes weggenomen en daar drie goede van ingevroren. Die lagen op ons te wachten. Van de verzekering mochten we nog twee pogingen wagen en ik wilde niets liever. Tegelijkertijd snapte ik ook wat Roy zei. Hij had gelijk. In alles. Ik was een heks geweest en we waren elkaar bijna kwijtgeraakt. Dat mocht niet gebeuren!”

Nog steeds stiekem bezig

“Inmiddels zijn we een jaar verder. Voor Roy is het boek kinderen gesloten. Hij is druk met de verbouwing van ons huis, de door mij als kinderkamer bestempelde kamer wordt nu een fitnessruimte en hij probeert mij op andere gedachten te brengen. Hij boekt leuke weekendjes weg en stuurt me steeds foto’s van labradorpups. Superschattig, alleen wil ik geen hond, maar een baby! Stiekem ben ik op de achtergrond nog steeds bezig met zwanger worden. Nu we de officiële wegen niet meer kunnen bewandelen, googel ik me suf naar vruchtbaarheidsimpulsen. Elke tip pluis ik na. Zo heb ik Chinese natuurgenezers bezocht die me smerige drankjes verkochten, liet ik voetzoolreflextherapie uitvoeren die mijn eierstokken zouden stimuleren en boekte ik laatst een behandeling bij een acupuncturist. Tegen Roy zei ik dat ik de behandeling moest ondergaan vanwege nekklachten, maar in werkelijkheid moesten de naaldjes mijn baarmoeder openzetten. Het hielp niets. Ik geloof ook niet meer in een spontane zwangerschap. De gedachte aan de drie ingevroren eitjes houdt me dagelijks bezig. Over een jaar moeten we beslissen wat we ermee doen: vernietigen of aan een ander doneren. Ik wil daar niet aan denken. Het is zo heftig. Het allerliefst houd ik ze zelf, maar niet zonder Roy. Ik wil hem niet kwijt, daarvoor hou ik te veel van hem. Als Roy zou weten dat ik er nog steeds mee bezig ben, zal hij denk ik diep teleurgesteld in mij zijn. Maar ik weet niet hoe ik het moet stoppen. Het is geen knop die je kunt uitzetten. Kinderen zie je overal: in de supermarkt, op straat, in speeltuinen. Ik heb neefjes en nichtjes en vriendinnen die zwanger zijn. Ik accepteer dat ik omwille van Roy en ons huwelijk mijn obsessie om zwanger te raken moet loslaten. Maar accepteren dat we nu ongewild kinderloos zijn, kan ik niet. Ik zou niet weten hoe.”

Lees ook: ‘Ik maakte het uit, maar bleek toen zwanger’

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.