Placeholder

Daniël Boissevain voelt zich een vreemde eend in de bijt

‘Het heeft lang geduurd voor ik me realiseerde dat ik ­belangrijk ben in de ogen van andere mensen.’

Als kind reisde hij de hele wereld over, als volwassene is acteur Daniël Boissevain (48) honkvast. Toch voelt hij zich nog weleens  een vreemde eend in de bijt. “Het heeft lang geduurd voor ik me realiseerde dat ik ­belangrijk ben in de ogen van andere mensen.”

Als we hebben afgesproken met ­Daniël Boissevain – bekend van tv-­series als Gooische vrouwen en All stars – raast er een sneeuwstorm over het land. Ondanks de kou gaat ons ­gesprek over Zomer in Zeeland, de nieuwe SBS6-serie waarin Daniël de hoofdrol speelt. Het deert hem niets dat hij net code rood heeft getrotseerd: “Ik vind het wel geestig als het hele land ontregeld is, omdat er een sneeuwstorm is.”

Is Zomer in Zeeland ook echt in Zeeland opgenomen? Of mochten ­jullie lekker naar Ibiza ofzo?
“Nee, de serie is in Nederland ­opgenomen. Maar Zeeland was net te ver weg, dan hadden we daar veel moeten overnachten, dus hebben we vooral gefilmd op de Noord-Hollandse stranden. Zo konden we elke dag naar huis. Ik vind Zeeland wel prachtig. De zee kan daar echt blauw zijn. Alsof het een andere zee is dan elders langs de Nederlandse kust.”

Je speelt een man die na de dood van zijn vrouw van Amsterdam naar Zeeland verhuist. Zou je zelf ook opeens heel ergens anders naartoe ­kunnen gaan?
“Nou, ik heb een gezin, dan neem je dat soort rigoureuze beslissingen niet zo snel. Maar ik weet niet wat ik zou doen als mijn partner zou overlijden. Ik kan me er dan wel iets bij voor­stellen dat je helemaal opnieuw wilt beginnen in een omgeving waar ­niemand je kent.”

Wat vond je als kind van jouw jeugd?
“Voor mij was dat mijn leven, ik dacht er nooit zo over na dat het misschien anders was dan bij andere kinderen. Ik vond reizen leuk, nog steeds. Maar op mijn zestiende wilde ik wel weer gewoon naar school.”

Op je veertiende ben je in je eentje naar India gegaan, las ik.
“Daar ben ik inderdaad alleen naartoe gevlogen. Ik had afgesproken om een tijdje te reizen met een Frans gezin dat we kenden. Daarna kwam mijn moeder ook naar India.”

Wat zelfstandig.
“Ja, dat was een andere tijd. Mijn ­moeder dacht dat ik wel stevig genoeg in mijn schoenen stond om dat aan
te kunnen.”

En dat was ook zo?
(Lacht) “Dat was ook zo, ja. Ik vond dat normaal toen.”

Hoe kijk je daar nu op terug?
“Ik vond het een bijzondere ervaring. Maar als ik naar mijn eigen kinderen kijk, had ik ze nooit op hun veertiende naar India laten gaan. Op die leeftijd begin je met het opbouwen van je ­eigen vriendenclub. Zelf had ik daar nooit zo’n behoefte aan.”

Heb je nog steeds weinig behoefte aan vrienden?
“Ik ben wel een beetje een einzel­gänger, ja. Ik voel me soms een ­vreemde eend in de bijt.”

Je leest het hele interview in Vriendin 3.