Canva1 2021 09 07t103803.027

Danica is single moeder: ‘Ik had geen geluk in de liefde, maar wél met mijn zoons’

Het aantal singles met een kinderwens groeit. Danica (33) was een van hen. Ze had al een zoon uit een eerdere relatie toen ze besloot het moederschap van haar toekomstige kinderen in haar eentje aan te gaan. ‘Niemand reageerde verrast. Alsof ze het verwachtten.’

Danica deelt haar huis met drie jongens: zoon Dani (11) uit een eerdere relatie, en de tweeling Kai en Nio (1) die ze kreeg met behulp van een spermadonor. Op haar tweeëntwintigste raakte ze in verwachting van Dani, maar de relatie met zijn vader liep stuk tijdens de zwangerschap. Een nieuwe relatie volgde, maar toen ook die niet werkte, besloot Danica dat ze het wel prima vond om als alleenstaande moeder haar leven te leiden met haar zoon. Er was alleen één probleem: ze had een onstuitbare kinderwens.
Danica: “In mijn omgeving had ik voorzichtig al eens laten vallen dat ik een zaaddonor overwoog. Want één ding wist ik zeker: als ik dit in mijn eentje ging doen, had ik een vangnet nodig. Niemand reageerde verrast. Alsof ze het verwachtten.”
Ze was zevenentwintig toen ze haar kinderwens bij de huisarts ter sprake bracht. “‘Ik heb er vertrouwen in’, zei hij. ‘Het past wel bij je. Maar denk er goed over na en zet alle voors en tegens op een rijtje.’ Dat had ik natuurlijk allang gedaan. Na zes jaar alleenstaand moederschap ging ik bepaald niet over één nacht ijs. Daarop verwees hij me naar een vruchtbaarheidskliniek.”

Onbekend is niet anoniem

Van tevoren had ze zich verdiept in mogelijke constructies. Een intentioneel co-ouderschap – waarbij het ouderschap meteen de insteek is en niet het resultaat van een scheiding – met een homostel, of een andere single. “Maar Dani gaat elke zeven dagen twee nachten naar zijn vader. Ik wilde niet te maken krijgen met nóg een omgangsregeling, een vader op afstand, of anderszins een constructie waarbij een vader rechten op het kind zou claimen. Het contact met de vader van Dani is goed, maar eenzelfde constructie voor zijn broertje of zusje vond ik te veel van het goede. Ik wilde per se een kind van mezelf, dus adoptie en pleegzorg waren geen optie. Toen bleef er één mogelijkheid over: een onbekende spermadonor.”
Een onbekende donor is overigens geen anonieme donor. Als Kai en Nio twaalf zijn, mag Danica een aantal basale gegevens als uiterlijke kenmerken en interesses over hem opvragen. Als ze zestien zijn, geldt dat ook voor de naam, geboortedatum en woonplaats. “Ik ben eerlijk over hun afkomst. En zodra ze er ook maar iets van kunnen begrijpen, vertel ik dat mama graag kinderen wilde, maar dat ik geen man had. En dat een man toen heeft geholpen door zijn zaadjes te doneren, maar dat hij niet hun papa is, want hij voedt ze niet op.
Als ze ooit besluiten dat ze hem willen ontmoeten, sta ik daar volledig achter en zal ik ze daar zo veel mogelijk in begeleiden. Kinderen hebben het recht te weten van wie ze afstammen. Te zien waar bepaalde trekjes vandaan komen die ze misschien niet herkennen in mij. Maar vooralsnog knutselen ze met Vaderdag gewoon cadeautjes voor mij.”

Uitwijken naar Denemarken

De wachtlijst voor donorzaad is lang in Nederland, dus koos ze voor een spermabank in Denemarken. Puur uit praktisch oogpunt, daar was de wachtlijst stukken korter, en de regelgeving vergelijkbaar met de Nederlandse. “Alle mogelijke voorkeuren mocht ik opgeven. Uiterlijk, maar ook wat zijn interesses moesten zijn. Tamelijk onbelangrijk vond ik dat laatste. Als je verliefd wordt, kies je toch ook niet eerst wat iemand als beroep en hobby’s heeft? Het enige wat voor mij telde, was dat de donor uiterlijk een match was. Ik vond het fijn als al mijn kinderen op elkaar zouden lijken. Het afstammingsverhaal van mijn toekomstige kind zou al afwijkend zijn, dat hoefde er uiterlijk niet ook nog dik bovenop te liggen.”
Omdat donorzaad via een kliniek bevroren wordt aangeleverd en eerst bewerkt moet worden, kon Danica alleen in de kliniek geïnsemineerd worden. “Dat doe ik wel even, dacht ik de eerste keer. Hóé naïef. De handeling – de arts brengt het zaad gewoon met een spuitje via een eendenbek in – stelde inderdaad niet veel voor. Maar toen ik daar lag in mijn eentje, voelde het opeens vreselijk eenzaam. Ik lag een kind te maken in mijn eentje, dat klopte niet. Daar had ik van tevoren geen seconde bij stilgestaan. Een van mijn vriendinnen wist van de afspraak, en was me achterna gereden. Toen ik emotioneel uit de behandelkamer kwam en zij daar zat, kon ik haar wel zoenen. De keren daarop nam ik telkens iemand mee. Vriendinnen, of mijn zus.”

Teleurstellingen

Het zwanger worden verliep niet vlekkeloos. Danica had geen regelmatige cyclus, dus die moest met medicijnen eerst gereguleerd worden. “Vervolgens zat er steeds iets tegen. De ene keer bleek mijn eicel niet rijp en kon ik onverrichter zaken weer na huis. Of ik had juist weer te véél rijpe eitjes, waardoor de arts het niet aandurfde. Een tweelingzwangerschap heeft niet de voorkeur bij een bewust alleenstaande moeder. Of mijn baarmoederslijmvlies was niet dik genoeg. Het was teleurstelling op teleurstelling. Uiteindelijk duurde het drie jaar en zeven pogingen voordat ik zwanger was. Mijn zus, die er bij eerdere inseminaties niet bij was geweest, hield mijn hand vast toen de arts me insemineerde. Ze was zelf net zwanger. ‘Het zou toch wat zijn als het nu raak is’, lachte ze. En verhip, dat bleek het geval.”
Danica en Dani waren met haar moeder en vriendin Sharen op vakantie in Turkije toen ze een zwangerschapstest deed. “Die was direct positief, maar ik dacht: ik barst nog van de hormonen die mijn eicellen lieten rijpen. Dit klopt vast niet. De volgende ochtend om vijf uur stonden mijn moeder en vriendin alweer aan mijn hotelbed voor een nieuwe test, óp van de zenuwen. Die was weer positief. Het duurde even voor ik geloofde dat het echt zo was na al die tijd, en ben gewoon weer gaan slapen. De rest van de dag bleven we lachen van ongeloof.
Gek genoeg heb ik het lange wachten op mijn zwangerschap nooit als zwaar ervaren. Natuurlijk was elke mislukking een teleurstelling, maar het gaf me ook de tijd om naar het solomoederschap toe te groeien. Het is niet zomaar wat. Elke verantwoordelijkheid voor deze kinderen, ook financieel, komt op mij terecht. Tijdens mijn zwangerschap vloog dat me weleens naar de keel, hoe goed ik het ook doordacht had. Voor Dani zorg ik ook het grootste deel van de tijd in mijn eentje. Maar als ik een keer onzeker ben over iets, of gewoon even wil spuien, heb ik altijd nog zijn vader. Die draagt ook financieel een steentje bij.”

Keizersnee

Vanaf het allereerste moment is Danica open geweest over haar solomoederschap. “Het is toch iets prachtigs? Ook Dani betrok ik intensief bij het traject, hij wist wanneer ik weer een poging had, en dus ook wanneer die mislukte. Dat viel niet te verzwijgen. Toen ik eenmaal zwanger was, ging hij mee naar alle controles. De eerste keer dat we twee hartjes zagen kloppen in plaats van één was wel even schrikken. Hoe moest ik dát nou weer rooien in mijn eentje? Maar dat gevoel duurde een uurtje, daarna kon ik alleen maar lachen. Een tweeling, hoe vaak hadden vriendinnen en ik hier geen geintjes over gemaakt?”
Het plan was dat Danica zou bevallen in het bijzijn van haar beste vriendinnen. Maar door de coronamaatregelen mocht alleen vriendin Sharen erbij zijn. “Die noemen we nu gekscherend papa. Ze is overigens ook de voogd van Kai en Nio. Mijn andere vriendinnen zijn peettantes.” De bevalling eindigde in een keizersnee en Nio had een lastige start, met ademhalingsproblemen en een onregelmatige hartslag. “Terwijl Sharen met Kai op me wachtte tot ik uit de operatiekamer zou komen, belandde Nio op de kinderafdeling. Na twee dagen mocht hij bij ons op de kamer, maar Dani was al die tijd thuis met mijn moeder, en mocht vanwege corona maar een halfuur per dag komen. Al die tijd waren we samen geweest en leefden we toe naar de bevalling. En nu mocht hij er niet bij zijn. Dat vond ik nog het zwaarst van alles.”

Intense vriendschappen

Nadat de kraamhulp weg was, bleef Danica’s moeder de eerste twee weken slapen. Zo konden ze de nachten samen doen. “Ik had wat problemen met het litteken van de keizersnee, waardoor ik nog een paar keer op en neer moest naar het ziekenhuis. Maar er waren altijd vrienden die even bij de kinderen wilden blijven, of wilden meerijden. Heel bijzonder. Sommige van die vriendschappen had ik al, maar intensiveerden naarmate mijn zwangerschap vorderde. Ik voelde me zó gesteund. Elke dag kwam er wel iemand aan de deur – en nog steeds. We hebben een app-groep waarin ik alles deel. Het eerste tandje, de eerste stapjes. En waarin ik ook weleens kan klagen dat het een zware nacht was. Of een vervelende dag. Dat is enorm belangrijk als alleenstaande moeder. ‘Je hebt er toch zelf voor gekozen?’, zeggen sommige mensen dan. Ja hallo, jij toch ook voor jouw leefsituatie, denk ik dan. Klaag jij daar dan nooit over?
We zijn nu een jaar met z’n vieren en ik geniet er enorm van. Ik had geen geluk in de liefde, maar wel met mijn zoons. De zorg voor de kinderen in mijn eentje in combinatie met werk – ik ben begeleider in de gehandicaptenzorg – én nog wat tijd voor mezelf vinden, valt me alles mee. Ik wist waar ik aan begon, en heb tijd genoeg gehad om me voor te bereiden. De jongens gaan drie dagen per week naar een gastouder in de buurt. Mijn moeder en een vriendin vangen mijn avond- en weekenddiensten op. Ook mijn broer helpt weleens mee. Zaken die ik overigens al had geregeld vóórdat ik zwanger raakte.”

Twee rietjes over

“Zonder een groot vangnet had ik het solomoederschap nooit aangedurfd. Omdat ik onregelmatige diensten werk, ben ik tijdens een opvangdag soms gewoon thuis. Toch laat ik die dagen altijd staan. Ik heb die schamele tijd voor mezelf keihard nodig, en het huis moet ook nog schoon. Dat laatste had ik van tevoren onderschat, dat is met één kind echt anders. En Nio is een lastige slaper, hij raakt in paniek zodra ik niet in de buurt ben. Ze vermoeden dat hij een trauma heeft opgelopen bij zijn geboorte, dus daar krijgen we nu therapie voor.” Zwaar wil ze het solomoederschap niet noemen. “Er zijn talloze gescheiden moeders bij wie de vader van hun kinderen uit beeld verdwijnt. Die zijn met een heel andere insteek aan het moederschap begonnen. Dat lijkt me stukken zwaarder.”
Dani helpt veel met de zorg voor zijn broertjes. Helpt met badderen en in bed leggen. “Ik benadruk dat dat helpen echt niet hoeft, maar hij wil het graag. Zelfs op de dagen dat hij naar zijn vader is, komt hij tussendoor even naar huis om hallo te zeggen. Hij vindt het niet lastig dat zijn broertjes fulltime bij mij wonen. De aandacht voor hemzelf bij zijn vader vindt hij ook fijn. Eén keer per maand doen Dani en ik iets met ons tweetjes en blijft mijn moeder bij de tweeling. Dan gaan we naar de bioscoop of uit eten.”
Danica heeft nog twee rietjes donorsperma over. “Daar doe ik niets meer mee, heb ik altijd gezegd. Past niet in de auto, te druk, te veel gedoe. Maar onlangs kwam een collega langs op het werk met haar pasgeboren baby en toen realiseerde ik me dat ik het te definitief vind om te zeggen dat ik nooit meer een kind zal krijgen. Al staat in dat geval één ding vast: niet van dezelfde donor. Dat vind ik niet eerlijk naar Dani. Dan is hij de enige met een andere vader en een andere achternaam, want de tweeling draagt de mijne.” Voor Danica had het moederschap niet prachtiger kunnen uitpakken. “Als het in de liefde niet meezit, maar je kinderwens groot is, doe je daar alles voor.”

Journalist Jorinde Benner schreef samen met SBS6-presentator Mirella van Markus Wij willen ook een kind, het ultieme handboek voor wensouders die niet zomaar een kind kunnen krijgen – onder wie solomoeders. € 24,99, Fontaine Uitgevers.

Tekst: Jorinde Benner
Foto: Yasmijn Tan