
Daan overleefde zes weken in de Noorse wildernis – in haar eentje
24 maart 2025
Daan (50) wist dat ze goede survivalskills had, maar had nooit gedacht dat het overleven in de natuur haar zó makkelijk af zou gaan. Na 45 dagen in haar eentje in de Noorse wildernis werd ze gekroond tot winnaar van het tv-programma Alone. “Ik heb mezelf laten zien hoe veerkrachtig mijn lijf is.”
Daan: “Ik heb iets met het getal zeven: het staat symbool voor een nieuwe fase in je leven. Vorig jaar werd ik 49 – zeven keer zeven – en wilde ik iets bijzonders doen. Toen Alone op mijn pad kwam, wist ik meteen: dit is het. Bij dit tv-programma moeten negen mensen zien te overleven in de Noorse wildernis. Helemaal in hun eentje, er is zelfs geen cameraploeg bij. Je moet dus zelf filmen. Je krijgt wat basisuitrusting en gereedschap, maar verder moet je je helemaal zelf zien te redden. Voor mij dé kans om mijn wilde kant verder te ontwikkelen, maar dan op een relatief veilige manier: door de alarmknop die je draagt, ben je met een beetje mazzel nooit echt in levensgevaar.”
Graag in de natuur
“Als kind was ik al graag in de natuur. Ik speelde veel buiten en ging vaak met mijn oma naar het bos. Maar toen ik ging studeren, veranderde ik meer in een stadsmeisje. Toen ik op mijn 34ste moeder werd, dacht ik: wat nou als er iets gebeurt en we hebben geen stroom meer, kan ik dan mijn kind in leven houden? Ik ben gaan lezen over de steentijd, toen mensen nog echt met de natuur leefden, en over inheemse volken als de Inuit. Hoe ging bij hen een bevalling, wat aten ze, hoe hielden ze zich warm? Dat wilde ik ook leren. Ik verdiepte me in wildplukken, vuur maken, koken met wat ik vond in de natuur.Inmiddels leef ik met mijn gezin best een avontuurlijk leven. We wonen deels op een historisch zeilschip dat in de haven van Amsterdam ligt en deels in een zigeunerwagen op een natuurcamping in Drenthe. Ook gaan we vaak met ons schip op reis. Mijn brood verdien ik met lesgeven in Tension & Trauma Releasing Exercises, een methode om spanning te ontladen, en cursussen ‘verwilderen’ die ik in het bos geef aan volwassenen en kinderen. Daarnaast geven mijn man Tric en ik onze kinderen, ze zijn nu acht, twaalf en zestien, thuisonderwijs. Ze leren de basisvaardig-heden – mijn oudste dochter doet nu bijvoorbeeld vwo – maar we volgen hen ook in wat ze zélf willen leren. Wat is je passie, waar kom je je bed voor uit? Van jongs af aan hebben we ze meegenomen de natuur in. Gewoon met een tentje in het bos, en dan elke keer wat minder eten en spullen mee. Daardoor is hun zelfredzaamheid groot: ze kunnen hutten bouwen, vuur maken – ook als het regent – wild voedsel vinden, vissenhuiden looien, houtbewerken, navigeren op de sterren, lange afstanden wandelen, met een bijl overweg… Overleven draait vooral om veerkracht en kennis. Hoe meer je dit ontwikkelt, hoe ontspannener het wordt.”
Goed kunnen vissen
“Hoewel ik dus al aardig wat wist, heb ik me voor het programma alsnog uitgebreid voorbereid. In Noorwegen is het verboden om vallen te zetten of te jagen met pijl en boog, dus ik moest goed kunnen vissen en dat was niet mijn sterkste kant. Ik heb geoefend in netvissen, bestudeerd hoe stromingen in elkaar overgaan en wat de beste plek is om je net te hangen. Ook heb ik mijn eigen outfit gemaakt van gelooide dierenhuiden. Niet alleen omdat ze warm zijn, maar omdat ik graag een primitieve insteek wilde. Voor mijn gevoel kon ik beter één worden met de natuur door te slapen in een rendierslaapzak dan in eentje van plastic.
Toch kun je je vooraf nooit een voorstelling maken van hoe het écht gaat zijn. Toen ik op Evergreen Cove, een prachtige feeërieke plek, aan wal stapte en de boot uitzwaaide, voelde ik toch wat paniek opfladderen. O god, waar ben ik aan begonnen? In Nederland weet ik precies welke planten eetbaar zijn, maar daar was de begroeiing heel eentonig. Ik besloot het gewoon stap voor stap aan te pakken. Als eerste stelde ik me voor aan het land, vroeg of ik daar een tijdje mocht zijn. Daarna heb ik een dreadlock ‘geofferd’, omdat ik iets terug wilde geven voor alles wat ik van de natuur zou nemen. Zo zweverig ben ik normaal echt niet, maar nu voelde dit als de juiste manier voor dit avontuur. Ik voelde me echt onderdeel van het land. Ik groette de vogels, de bomen, zelfs de paddenstoelen. Dan zei ik: ‘Ladies, jullie staan er mooi bij vandaag, de grootste neem ik mee’. In het programma is dat een beetje uitvergroot, ik zat heus niet de hele dag tegen bomen te mijmeren, hoor. Wat je niet ziet, is dat ik uren per dag bessen plukte, dingen maakte of bezig was mijn visnet schoon te houden. Sommige kijkers vonden dat ik heb gewonnen omdat ik geluk had met de plek waar ik zat, maar ik denk dat ik gewoon goed voorbereid was. Doordat ik veel zeil en dus letterlijk leef met de wind, wist ik bijvoorbeeld precies wat de beste plek was om mijn kamp te bouwen. Voor sommige andere kandidaten was de storm een dieptepunt, maar ik had mijn tarp – een tentdoek – zo gedraaid dat ik gewoon erdoorheen kon slapen.”
Huilen om een vis
“Ook andere dingen heb ik strategisch aangepakt. Zo heb ik in het begin bewust zo ver mogelijk van het kamp naar eten gezocht, zodat ik later in de expeditie – als ik minder energie had – niet zo ver hoefde te lopen. Van steen en klei maakte ik een rookoven, waarin ik mijn gevangen vissen rookte. Dat geeft smaak, maar zorgt er ook voor dat je ze langer kunt bewaren. Een keer heb ik een vis met maden en al opgegeten. Als ik in Nederland maden aantref in de vuilnisbak, vind ik dat vies, maar dit waren verse maden, gevoed met schone vis. Voor mij was het belangrijk om zo weinig mogelijk van een dier te verspillen, vanuit dankbaarheid voor het leven dat ik nam. Op social media kreeg ik veel commentaar omdat ik huilde toen ik mijn eerste vis doodde. ‘Nou nou, doet ze mee aan zo’n programma en dan wordt ze helemaal onwel omdat ze een dier moet doden’, zeiden mensen. Maar ik hoop eigenlijk dat ik die reactie mijn hele leven houd. Ik heb vaker dieren gedood en vind dat niet moeilijk – dat is de cyclus van het leven, eten en gegeten worden – maar het ráákt me wel enorm. Door dit programma juist meer dan ooit. Ik probeer thuis zo veel mogelijk wild te eten of vlees van dichtbij te halen, maar ik ga ook weleens naar de supermarkt. Ook dan wil ik die verbinding voelen met het dier dat zijn leven heeft gegeven zodat ik me kan voeden. Honger heb ik eigenlijk geen moment gehad. Misschien ook doordat ik thuis een simpel dieet volg. Ik eet vooral vlees, vis en groente, snoepen doe ik niet. Op een verjaardag neem ik heus weleens een stukje taart, maar ik haal zelf nooit zoetigheid in huis. Een boterjunk ben ik wel, ik eet zelfs plakjes boter als snack.”
Zin in slagroom
“In Noorwegen kreeg ik op een gegeven moment ook enorme trek in boter, eieren, slagroom en andere vette dingen. Gelukkig zit in vissenkoppen ook veel vet. Ik vond het supergaaf om al dit soort ‘problemen’ op de primitieve manier op te lossen. Ik ben bijvoorbeeld ook ongesteld geworden daar, twee keer zelfs. Waarschijnlijk doordat mijn lichaam door de omstandigheden van slag was. Ik had gelezen dat Inuit veenmos als maandverband gebruiken, omdat dit goed absorbeert. Dat heb ik ook geprobeerd en het werkte perfect!
Een zwaar moment heb ik eigenlijk niet gehad. Bang was ik ook niet. Eén keer vond ik berenpoep, maar toen dacht ik: die beer is waarschijnlijk banger voor mij dan ik voor hem. Al sliep ik voor de zekerheid wel met een pan naast mijn slaapzak, zodat ik lawaai kon maken als ik hem hoorde. Een van de grootste uitdagingen van het programma is dat je wekenlang helemaal in je eentje bent, zonder menselijk contact – afgezien van de wekelijkse check door een arts. Ik genoot eerlijk gezegd juist wel van de rust. Thuis heb ik een leven vol reuring. Ik ben iemand die goed alleen kan zijn, maar vrijwel nooit alleen is. Eigenlijk gun ik iedereen zo’n pauzeknop die je even in kunt drukken, je eigen gedachten horen en reflecteren op je leven tot nu toe. Als er dingen wringen, komen die in zo’n situatie ongetwijfeld naar boven, maar ik kwam erachter dat ik een juist enorm tevreden mens ben.”
Mooi cadeau
“Het enige wat ik écht heel pittig vond, was het missen van mijn gezin. Hoe langer ik daar zat, hoe vaker ik moest huilen als ik aan ze dacht. Na een week of zes begon ik me af te vragen wanneer het programma eigenlijk klaar was. Ik had genoeg vis en genoeg bessen om het nog tijden vol te houden. Ik had geen moment het gevoel dat ik zou moeten opgeven en als andere kandidaten dat ook niet deden, hoeveel dagen moesten we dan blijven?
En toen, op dag 45, hoorde ik opeens het fluitje dat Tric en ik gebruiken om elkaar te vinden in het bos. Toen ik omkeek, stond hij daar opeens, samen met de kinderen. Dat was zo’n mooi cadeau! Eindelijk kon ik hen laten zien waar ik al die tijd had gewoond en hoe ik had overleefd.
Toen mijn dochter zei dat ik had gewonnen, was ik verbaasd. Ik?! Vooraf was ik enorm onder de indruk geweest van de andere kandidaten, waaronder veel jonge mensen: een survivalexpert uit het leger, een expeditieleider… Ik ben heel trots dat ik, als vrouw van vijftig, een moeder, deze wedstrijd heb gewonnen. Hiermee heb ik mezelf laten zien hoe veerkrachtig mijn lijf is. Ik heb dit programma nooit gezien als een competitie, maar als een avontuur dat ik aanging met mezelf. Dat heeft goed uitgepakt. Als ik geen man en kinderen had gehad, was ik het liefst nog veel langer gebleven. Maar één ding wist ik na dit programma zeker: ik wilde nooit meer zo lang bij mijn gezin vandaan zijn.Terug in Nederland vond ik het best lastig mezelf weer aan te passen aan het leven in de grote stad, ook omdat ik meteen weer volle bak aan het werk moest. Terugkomen in een wereld vol gemak is na 45 dagen in de wildernis best een shock. Daarom ben ik dit jaar nog een keer teruggegaan naar Noorwegen, om ceremonieel afscheid te nemen van het land en na te denken over wat er zo knaagde sinds ik weer thuis was. In de ruige natuur is het vrij eenvoudig om je te verbinden met je ‘wilde zelf’, maar ik wilde dit ook in mijn dagelijks leven kunnen. Ik kwam tot het inzicht dat – net zoals ik in Noorwegen precies op de plek was gekomen die bij mij paste, ik in Amsterdam misschien óók wel op de juiste plek ben. Er zijn veel mensen die worstelen met het drukke, gehaaste leven in de stad en met mijn ervaringen kan ik hen helpen om meer verbinding te voelen met de wilde natuur. Mijn verwildercursussen heb ik uitgebreid naar een jaartraject dat mensen ook digitaal kunnen volgen. Ook geef ik trainingen aan bedrijven: met een paar vuurbogen kun je prima je teamwork-skills testen. Wat ik vooral wil laten zien, is dat je niet meteen hutten hoeft te bouwen of te gaan wildplukken om verbinding te voelen met je wilde kant. Begin gewoon eens met kijken naar de plantjes in de stoeptegels voor je huis, of de bomen in het park, die elk seizoen veranderen. Zo ben ik ook begonnen. Mijn boodschap is: ik ben niet bijzonder, ik ben eigenlijk net als iedereen. Dus als ik het kan, kun jij het ook.”
Tekst: Marion van Es
Foto: privébezit
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.
Uit andere media