Placeholder

Karin Slaughter: ‘Ik hou van schrijven en bloederige dingen’

Ze houdt van bloed, moorden en geweld. En die voorliefde deelt de Amerikaanse bestsellerschrijfster Karin Slaughter (47) – what’s in a name – met miljoenen lezers.

Ze houdt van bloed, moorden en geweld. En die voorliefde deelt de Amerikaanse bestsellerschrijfster Karin Slaughter (47) – what’s in a name – met miljoenen lezers.

‘Laura trok het mes dwars door zijn keel naar buiten. Bloed, pezen, kraakbeen. Alles stroomde uit zijn opengehaalde hals, alsof er een dam doorbrak.’ Zomaar een passage uit Gespleten, de nieuwste thriller van Karin Slaughter. Die interesse in de zwarte kant van het leven vindt ze zelf helemaal niet raar, vertelt ze als we haar spreken in Parijs. “Ik denk dat veel vrouwen zich interesseren voor dit soort onderwerpen. Maar niet iedereen komt ervoor uit. Het is niet echt vrouwelijk om te zeggen dat je van bloederige dingen houdt.” Karin – klein, blond, sympathieke uitstraling – zegt het met een glimlach.

Waar komt die interesse bij jou ­vandaan?
“Uit mijn jeugd, denk ik. Mijn vader vertelde vroeger altijd duistere, bloederige verhaaltjes voor het slapen gaan. Over mensen die overreden werden door auto’s of klem kwamen te zitten onder een tractor… Haha, mijn vaders verhalen waren soms enger dan de dingen die in het echt gebeurden. Hoewel: toen ik een jaar of zeven was, zwierf er bij ons in de buurt een seriemoordenaar rond die het op kinderen had voorzien. Dat was best eng. Mijn zusjes en ik mochten een tijdlang niet buiten spelen.”

Je vader ontdekte al snel dat je van lezen hield.
“Ja, en vanaf dat moment nam hij me regelmatig mee naar de bibliotheek. Ik was de enige boekenwurm thuis, mijn twee zussen hielden er niet van. Als zij zich verveelden, moesten ze van mijn vader klusjes in huis doen of de vuilniszak buiten zetten. Terwijl ik dan lekker een boek las. Mijn vader vond dat we altijd iets moesten doen. Dat heeft wel effect gehad: nog steeds houden mijn zussen en ik er niet van om op vakantie te gaan. En ik stofzuig en dweil zelfs mijn garage.”

Wilde je als kind al schrijfster worden?
“Ja, altijd. Ik leerde mezelf schrijven toen ik vijf was en ik schreef vaak verhaaltjes. Meestal over mijn zusjes die iets ergs overkwam, ze gingen meestal dood of werden gemarteld. Ik was zelf altijd de held in mijn ­verhalen. Mijn vader gaf me een kwartje voor elk verhaal, dus hij ­beloonde me er ook nog voor dat ik over geweld schreef. Ik wist als kind trouwens helemaal niet dat je van schrijven je beroep kon maken. Daar kwam ik pas als volwassene achter, toen ik mijn eigen beletteringsbedrijf had.

Op een dag besefte ik dat niemand er als kind van droomt om eigenaar te worden van een beletteringsbedrijf. Ook ik niet. Dus ik nam de gok, ­verkocht mijn bedrijf en schreef op mijn 26ste mijn eerste boek. Dat was écht een gok, want negentig procent van de schrijvers kan er niet van ­leven. Ik heb geluk gehad.”

In interviews praat je nauwelijks over je moeder, dat heb je nu ook nog niet gedaan. Ze verliet jullie gezin toen jij negen was, ze was verliefd geworden op iemand anders. Ben je nog steeds boos op wat ze heeft gedaan?
“Nee. Ik was nog een kind, voor mij voelde de manier waarop ik opgroeide als normaal. Bovendien kreeg ik er een fantastische stiefmoeder voor terug. Mijn vader en stiefmoeder hielden van mij, ik had niet het gevoel dat ik iets miste. Net zoals je niet dat ene paar schoenen mist dat je in 1974 bent kwijtgeraakt. Snap je? Het was misschien een beetje een bijzondere jeugd, maar het is helemaal goed­gekomen met mij.”

Hoe is de relatie met je moeder nu?
“We hebben geen contact met elkaar. Nooit gehad ook, sinds ze ons verliet.”

Je hebt veertig miljoen boeken ­verkocht, genoeg om te kunnen ­stoppen. Waarom ga je toch door? Is dat misschien om te bewijzen tegenover je moeder dat het goedgekomen is met jou, en dat je daar je moeder niet voor nodig hebt gehad?
“Nee, ik schrijf omdat ik van schrijven hou. En omdat ik ervan hou om succesvol te zijn, al is dat voor een vrouw misschien een beetje not done om dat te zeggen. Niet veel mensen kunnen van hun hobby hun werk maken, maar mij is het wel gelukt, en daar ben ik dankbaar voor.”

Lees het hele verhaal in Vriendin 23

Wil je beginnen met de Karin Slaughter boeken? Lees dan hier de juiste volgorde.