Placeholder

Anna helpt op Sint-Maarten slachtoffers van orkaan Irma

Een jaar nadat orkaan Irma het Caribische eiland Sint Maarten in een slagveld veranderde, probeert de bevolking het gewone leven weer op te pakken. Anna Kroon (48), specialist Kinderbescherming bij UNICEF, helpt er kinderen met de verwerking van wat ze hebben meegemaakt.

Een jaar nadat orkaan Irma het Caribische eiland Sint Maarten in een slagveld veranderde, probeert de bevolking het gewone leven weer op te pakken. Anna Kroon (48), specialist Kinderbescherming bij UNICEF, helpt er kinderen met de verwerking van wat ze hebben meegemaakt.

“Nu moet je écht een keer gewoon een dagje op het strand gaan liggen hoor”, zei een collega, toen Anna al maanden op het eiland was en non-stop had gewerkt. Maar voor de hulpverleenster is het een opgave om tijd voor zichzelf te nemen. “Op een gegeven moment heb ik me maar ingeschreven voor een tekencursus, ook al ben ik niet zo heel creatief. Ik dacht: dan heb ik een reden om niet tot tien uur ’s avonds door te werken. Uiteindelijk ben ik geloof ik maar twee keer geweest. Het is moeilijk om te ontspannen als er zo veel werk te verzetten is.”

Leven als een nomade

Al meer dan twintig jaar leeft Anna als een nomade: een vaste woon- of verblijfplaats heeft ze niet, ze reist over de wereld en woont waar haar hulp het hardst nodig is. Ze studeerde Internationaal Recht en kwam er na een vrijwilligersproject met straatkinderen in Honduras achter dat ze zich wilde inzetten voor de allerkleinsten. “Kinderen hebben nooit ergens schuld aan, maar zijn wel de kwetsbaarste groep als er iets heftigs gebeurt. Volwassenen kunnen nog voor zichzelf opkomen, maar kinderen zijn afhankelijk van anderen.”

Ze werkte onder andere als hulpverleenster na aardbevingen in Pakistan en Ecuador en ging voor Warchild naar Congo en Zuid-Sudan om oorlogskinderen te helpen. Toen in september vorig jaar orkaan Irma toesloeg, was ze eigenlijk op zoek naar een baan in Nederland. Haar ouders worden namelijk ouder en ze wilde haar neefjes en nichtje graag wat vaker zien. Maar toen ze in december door UNICEF werd gevraagd om naar Sint Maarten te gaan, hoefde Anna niet lang na te denken. “Dit was geen ontwikkelingsland, maar een deel van ons koninkrijk! En de schade was zo groot dat de bevolking dat onmogelijk allemaal zelf aankon.”

Strand opruimen

In januari kon Anna vertrekken. Haar eerste indruk van het eiland was dubbel. “Aan de ene kant zag ik schepen langs de kant van de weg liggen en hotels die half ingestort en verwoest waren. Bij veel woonhuizen deed een blauw zeil dienst als dak. Dat was heftig om te zien. Aan de andere kant zag ik ook hoe strijdvaardig de mensen waren. Vier maanden na Irma hadden de verzekeringen nog geen geld uitgekeerd om de materiële schade te vergoeden, bovendien waren er lang niet genoeg bouwvakkers beschikbaar om al dat werk te doen. En hoewel iedereen zijn eigen sores had, zat niemand bij de pakken neer. Iedereen droeg zijn steentje bij om het land weer op te bouwen en te zorgen dat de toeristen terug konden komen. De lokale regering werkte enorm hard aan de ontwikkeling van het Nationale Plan voor de Wederopbouw en door de bevolking werden bijvoorbeeld opruimacties georganiseerd, waarbij steeds een klein stukje van het eiland werd schoongemaakt. Irma had namelijk veel afval en puin de lucht ingezogen, dat op de stranden en in zee terechtgekomen was.

Zelf heb ik ook een keer meegedaan aan zo’n actie, dat was heel bijzonder. De werklust van de bevolking maakte diepe indruk op me. En iedereen had natuurlijk zijn verhaal. Ik herinner me een man die vertelde dat de hotelkamer waar hij tijdens de orkaan in schuilde, volledig werd weggevaagd. Terwijl hij naar een veilige plek vluchtte, hoorde hij opeens iemand om hulp roepen. Met gevaar voor eigen leven heeft hij die vrouw toen gered. Hij zei dat hij al die tijd alleen maar kon denken aan zijn eigen vrouw en kinderen, en hoe die verder zouden moeten zonder hem. Dat raakte me. Ook de tijd direct na de orkaan moet heftig zijn geweest: er was geen enkele vorm van communicatie mogelijk, dus veel mensen wisten niet of hun familieleden het hadden overleefd. En daarna kwamen nog de zorgen over de toekomst: hoe bouw ik mijn huis weer op? Waarvan ga ik dat betalen? En heb ik nog wel een baan? Veel mensen die in het toerisme werkten, zijn werkloos geworden. De bevolking lijdt dus nog dagelijks onder de gevolgen van Irma.”

Normale leven oppakken

Volgens Anna hebben veel ouders ervoor gekozen hun kinderen tijdelijk onder te brengen bij familie op bijvoorbeeld Curaçao, Aruba of Bonaire. “Op die manier hadden ze zelf hun handen vrij. Een begrijpelijke beslissing, maar die heeft natuurlijk ook een grote impact op de kinderen. Zij waren opeens gescheiden van hun ouders en hun vriendjes, en ze hadden geen idee voor hoe lang. De kinderen op het eiland maken moeilijke situaties mee, hun ouders struggelen om het hoofd boven water te houden. Wat we altijd zien na rampen, is dat de stress van de ouders leidt tot meer huiselijk geweld en misbruik. En kinderen die zich thuis niet veilig voelen of geen aandacht krijgen, gaan de straat op, waar ze op verkeerde plekken terecht kunnen komen. Gelukkig waren de scholen begin oktober al weer open, want het is voor kinderen belangrijk dat ze zo snel mogelijk het normale leven weer kunnen oppakken.”

Lees het hele verhaal deze week in Vriendin.