Vrouw (8)

Fadime: ‘Liever gelukkig dan luxe vakanties en shoppen tot ik erbij neerval’

Fadime (45) wist dat Michèl (54) te boek stond als haantje, maar tussen hen was het anders – dacht ze. In bijna vier jaar verloor ze haar autonomie én eigenwaarde, en verliet ze zijn ogenschijnlijke comfort voor een flatje.

Fadime: “‘Morgen zet ik er een punt achter’, zei ik boven een kop thee tegen mijn beste vriendin. Opnieuw had Michèl na een vurige ruzie het huis verlaten, en opnieuw zat ik er verslagen bij. Escalaties als deze gebeurden wekelijks, altijd met dezelfde reden: ik sprak Michèl tegen. Mijn vriendin reageerde cynisch. Morgen? Hoe vaak had ik dat in de afgelopen vier jaar al gezegd?
De eerste barstjes in wat begon als een letterlijk ziekmakende zomerromance, ontstonden al toen Michèl en ik vier maanden samen waren. Michèl had een financiële tegenvaller, een gevolg van zijn slepende scheiding, en ik maakte door ziekmeldingen in het café waar ik werk extra lange dagen. Toen hij me op mijn werk belde om zijn hart te luchten, vroeg ik hem of dat misschien kon wachten tot mijn dienst erop zat, dan had ik zonder afleiding oor voor hem. Michèl ontstak in een tirade. Ging mijn werk werkelijk vóór hem? Als ik er niet onvoorwaardelijk voor hem kon zijn, had deze relatie geen zin. Daarop verbrak hij de verbinding en werkte ik de rest van de avond met een steen in mijn maag.
Verblind door verliefdheid hadden we in de periode daarvoor in een bubbel geleefd. Twee weken na onze eerste date in een restaurant, nam Michèl me al mee naar Bali. Verrassing. De tickets die hij me met een olijke blik toeschoof overrompelden een beetje, maar ik viel voor het avontuur. Schuldig voelde ik me wel. Ik verdiende modaal, daarvan kon ik prima en gelukkig leven, maar uitspattingen als deze zaten er niet in. ‘My treat’, zei Michèl. ‘Vergeet morgen niet meteen vrij te vragen van werk.’ Dat dat misschien niet zomaar kon, op stel en sprong de zaak verlaten, leek niet in hem op te komen. Net zoals hij het later in onze relatie niet begreep dat ik soms liever in mijn eigen huis was, in plaats van altijd in het zijne. Ja, het zijne was groter. En luxer. En wanneer zijn kinderen er eens in de twee weken een weekend waren de enige logische plek om te wonen. Ik woonde in een eenvoudige, kleine huurflat. Maar ik had ook behoefte aan mijn eigen leven, dat ik zelf had opgebouwd. Michèl veegde mijn behoefte steevast met een glimlach van de baan. ‘Gekkie’, zei hij dan, ‘blijf nou maar gewoon bij mij, hier heb je alles.’”

Bubbel

“We hadden elkaar ontmoet via het werk. De eigenaar van het café waar ik werkte, had net een van zijn andere horecazaken verbouwd, toen hij aankondigde ook onze vestiging onder handen te nemen – en ik mocht het project begeleiden. Leuk, vond ik. Ik ben graag bezig met interieur; mijn werkomgeving een nieuwe look geven gaf mijn baan een fijne boost. ‘Pas op voor de ontwerper,’ knipoogde mijn werkgever nog,  ‘die verleidt je waar je bij staat.’  ‘O, Míchèl’, grinnikten collega’s eveneens. Van vrienden uit het horecaleven kenden ze de verhalen over hem. Snelle jongen. Baasje. Don Juan. ‘Geen zorgen’, lachte ik. Ik was het met mijn baan wel gewend om flirterige mannen af te wimpelen.
Michèl en ik hadden de eerste bespreking over de verbouwing er amper op zitten, toen hij me uitnodigde voor een etentje in zijn woonplaats. Het was drie kwartier rijden, ik kon wel met hem mee. Dan bestelde hij een taxi terug. De uren ervoor hadden helemaal niet gevoeld als werk. We lachten en kletsten alsof we al jaren vrienden waren. Ik woonde alleen, kon gaan en staan waar ik wilde. Geen seconde dacht ik aan de waarschuwingen van mijn collega’s, en zei ja. Oók toen hij me tijdens dat etentje vroeg te blijven, die nacht. Ik ben nooit meer vertrokken.
Ik negeerde de cynische blikken van mijn omgeving, die eerste maanden in onze bubbel. Sterker nog: ik zag ze niet eens. Michèl was de man van mijn dromen. Ik kon nauwelijks eten, was misselijk van de vlinders en sliep niet. Dat hij vermogend was, speelde geen rol, maar dat ik het gevoel had dat ik op hem kon leunen, dat hij wel voor mij zou zorgen, wel. Dus schrok ik me rot, na zijn eerste ontploffing tijdens dat belletje onder werktijd. Misschien had hij een punt. Ik werkte inderdaad veel, we hadden ook weinig tijd samen. En áls we praatten, ging het vaak over mij. Hoe druk ik het had, en wat ik nu weer had meegemaakt met collega’s of klanten. En zo kroop ik na dat ene telefoontje, na mijn dienst en drie kwartier rijden, stilletjes bij hem in bed en bood hem kussend mijn excuses aan.”

Veilig gevoel

“Dit soort incidenten gebeurden steeds vaker. Michèl bepaalde onze plannen, en zelfs vaak de onderwerpen van gesprek. Hij hield niet van gedoe, zei hij regelmatig. Dus wilde hij niet te veel praten over problemen, en diende ik mijn opvattingen die afweken van de zijne voor me te houden. Discussies over politiek – waarover ik socialer dacht dan hij – of over wel of geen vegetariër worden, liepen steevast uit de hand. In plaats van gelijkwaardig van gedachten te wisselen, troefde Michèl me af met opmerkingen als: ‘Ik ben natuurlijk al wat verder dan jij’ en ‘Ik begrijp niet waarom je elke keer de sfeer wilt verzieken.’ Steeds vaker besloot ik dat ik maar beter mijn mond kon houden om de vrede te bewaren. En zo verloor ik stukje bij beetje steeds meer mezelf.
Er waren ook lichtpuntjes. Tijdens onze diners, avonden met goede wijnen, festivals, reizen én seks genoten we van elkaar. We konden samen lachen, precies zoals tijdens onze eerste ontmoeting. Hielden van dezelfde zwarte humor. En: hij zorgde voor me. Dat voelde veilig. Al realiseer ik me nu dat de steun die ik voelde, alleen financieel was. Emotioneel was Michèl volstrekt onbereikbaar.”

Alleen materieel

“Op een extravagante vakantie op Curaçao, tussen de lockdowns door, barstte toen we bijna vier jaar samen waren voor de zoveelste keer de bom. Michèl had de reis opnieuw geboekt als verrassing, een cadeau omdat we allebei na stressvolle maanden op werk wel een verzetje hadden verdiend. Tijdens een diner op het strand dat het toppunt van romantiek had moeten zijn, zei ik voorzichtig dat ik het vlees dat hij had besteld, als vegetariër liever niet at. Woedend was Michèl. Waarom verpestte ik nu wéér de avond, en kon ik niet dankbaar zijn voor wat hij me allemaal gaf?
Opeens vielen de schellen van mijn ogen. Want wat hij me gaf, was materieel. Waarvan ik genoot en waarvoor ik ook heus dankbaar was, maar het waren eigenlijk cadeaus voor hemzelf, waarin ik hem gezelschap mocht houden op zijn voorwaarden. Gaf ik hem eigenlijk niet veel meer? Mijn hele leven had ik naar hem gevoegd. Mijn appartement lag er al jaren min of meer onbewoond bij – al kon ik het niet over mijn hart verkrijgen het op te zeggen, misschien uit een voorgevoel. Mijn sociale leven, dat altijd rijk was geweest, beperkte zich inmiddels grotendeels tot mijn werk. Michèl vond mijn schare vriendinnen hoe dan ook geen succes. Op iedereen had hij wel wat aan te merken. De een was hysterisch, de ander oppervlakkig. En als we eens in de zoveel tijd toch met ze afspraken, zat hij er de hele avond met een gezicht op onweer bij, terwijl ik op mijn tenen liep om de boel maar gezellig te houden.”

Façades

“Ik denk niet dat hij het deed uit slechte bedoelingen. Michèls sociale contacten beperkten zich tot collega’s en zijn familie, hij kende geen echte vriendschap. En het feit dat hij me zo kort wilde houden, was niet omdat hij míj wilde beperken, maar zelf niet kon omgaan met onvoorspelbaarheden, realiseer ik me nu. Hij had zijn leven veilig afgekaderd: dik salaris, dure auto, groot huis, gehoorzame kinderen en een vrouw die hem niet tegensprak. Stiekem was dat veiliger dan een spiegel voorgehouden krijgen, en zich te realiseren dat hij diep van binnen gewoon onzeker was, in plaats van het hotte imago dat hij zo zorgvuldig had opgebouwd. Alleen, daar viel totaal niet over te praten. Ik wist zeker dat Michèl van me hield, hij kon gewoon niet anders. En ik had mezelf wijsgemaakt dat ik er gelukkig van werd, een leven achter façades.
‘Je ziet het pas als je het doorhebt’, heeft Johan Cruijff gezegd. Huilend lag ik in onze hotelsuite op Curaçao, die nacht. Op papier leek mijn leven fantastisch. Keek mij nou, met mijn mondaine bestaan. Maar in de praktijk voelde ik me verloren, en mijlenver afgedreven van wie ik ooit was en waarvan ik ooit droomde. Kamperen in de wilde natuur, avonden kletsen met dierbare vrienden – júíst over gevoel en maatschappelijke zaken die ons aan het hart gaan. Niet werken voor luxe, maar omdat ik het leuk vind, en met liever meer vrije tijd dan een topsalaris door me kapot te werken. Ik moest een punt zetten achter deze relatie, maar ik wist ook dat Michèl het me niet makkelijk zou maken. Ik besloot te wachten tot we thuis waren, zette de rest van de vakantie mijn gewenste gezicht op en bereidde me voor op de breuk.”

Vrijheid terug

“‘Ja, morgen’, zei ik tegen mijn vriendin, die avond aan haar eettafel, ruim een week na onze thuiskomst. ‘Nu echt.’ Wat was ik blij dat ik mijn appartement nog had. Dat ik het financieel in mijn eentje ook redde. Dan maar geen vakantie, etentjes en shoppen tot ik erbij neerviel. Ik leefde nog liever in armoede, dan nog langer met hem; mijn mentale gezondheid was de enige rijkdom die ik van waarde vond. In plaats van terug naar Michèl reed ik naar mijn eigen huis. Ik had geen idee waar híj was.
Michèl had me de hele nacht geappt, zag ik toen ik ’s ochtends wakker werd. Van een bezorgd [begin cursief]Waar ben je?[einde cursief] werden de berichtjes steeds grimmiger, tot een laatste: [begin cursief]Als dit is hoe je met me omgaat, rot je ook maar op.[einde cursief] Met mijn hart in mijn keel belde ik hem terug, en stelde voor te praten in een brasserie halverwege onze huizen. Als dit zou escaleren, kon het maar beter in het openbaar gebeuren.
Ik ben nu bijna een jaar single, maar nog lang niet van Michèl verlost. In benevelde nachten appt hij me minstens eens in de twee weken dat hij me terug wil. Om, als ik niet terug app, weer in de vechtstand te schieten: dan was ik het nooit waard, heb hem gebruikt en zal al zeker nooit meer gelukkig worden. Feit is: dat ben ik eindelijk wel, gelukkig – al mis ik zijn kinderen. Met hen had ik ook een band, die wél fijn en gelijkwaardig was.
Komende zomer plan ik een kampeertrip op de bonnefooi met drie single vriendinnen. Met wijn uit een pak en vis van de barbecue. En ook al is mijn grootste luxe dat ik mijn huur net kan betalen, ik voel me de koningin te rijk. Ik heb mijn vrijheid én mezelf weer terug. Dat is meer dan Michèl met al zijn fortuin kan bezitten.”

Tekst: Hester Zitvast.Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Foto: Getty Images​​​​​​

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.