Dit is waarom je kind ’s nachts aan je bed staat
Je kent het wel: je hebt de hele avond als een soort gehaaste Mary Poppins door het huis gerend om je kind in bed te krijgen. Morgenschema’s klaargelegd, tanden gepoetst, voor de 83ste keer ‘nu écht de laatste slok water’ toegelaten… en toch ligt je kind een uur later nog steeds te zingen alsof het auditie doet voor The Voice Kids. Uiteindelijk belandt hij dan eindelijk in dromenland. En jij? Jij duikt je eigen bed in alsof je er al maanden naar onderweg bent.
Tot je, een paar uurtjes later, ineens een kleine hand van je kind op je arm voelt. “Mama, ik kan niet slapen.” Geen nachtmerrie, geen nat bed, geen verdwenen knuffel. Dit keer is het iets anders. En als je deze reden eenmaal kent, kijk je misschien met net iets zachtere ogen naar dat kleine silhouet naast je bed.
Jouw veiligheid
Overdag staat het brein van kinderen aan. Ze spelen, leren, kletsen, klimmen op dingen waar ze niet op horen te klimmen, je kent het. Maar ’s nachts, wanneer alles stil is, valt die hele buitenwereld plots weg. En wat er dan boven komt drijven, is niet per se angst voor monsters of geluidjes, maar het gevoel van alleen zijn. Kinderen kunnen zichzelf nog niet zoals wij tot rust praten. Je weet wel: “kom op, het is maar een schaduw van de plant” of “morgen drink ik koffie”. Hun brein denkt gewoon: Waar is mama? En logisch ook. Jouw ademhaling, jouw hartslag, jouw aanwezigheid: het zijn de allereerste veiligheidsprikkels die ze ooit hebben ervaren. Voor hen is dat geen luxe, maar oergevoel. Jij bent hun veilige haven. Hun menselijke nachtlampje. Hun anti-angstmiddel zonder bijsluiter.
Daarom kruipen ze ’s nachts naar jou toe. Niet om je te manipuleren, niet om het grote bed te veroveren, maar omdat hun lijfje automatisch beweegt naar de plek waar het zich veilig voelt. Precies zoals baby’s rustig worden op je borst: instinct.
Blijf geduldig met je kind
Hoe lief je ze ook vindt, om drie uur ’s nachts staat niemand te juichen en vrees je eigenlijk instant voor je eigen nachtrust. Toch kan te snel terugsturen soms averechts werken. Voor kinderen kan het voelen alsof er voorwaarden zitten aan troost, terwijl dat juist is wat ze zoeken: die korte, simpele bevestiging dat jij er bent. De truc? Eerst de veiligheid geven, daarna pas de zelfstandigheid aanleren. Geen strijd, geen discussies en wanneer hun lijf leert zichzelf weer te kalmeren, komt die zelfstandigheid vanzelf. Echt waar, je kind groeit niet over troost nodig hebben heen, maar wel over jouw troost nodig hebben. En ja, op een dag sta jij verbaasd op omdat je realiseert dat je de hele nacht niemand naast je bed hebt gezien.
Dit kun je het beste doen
Wanneer dat kleine mens weer naast je bed staat:
- Haal adem (oké, diepe adem mag ook).
- Besef: dit is instinct, geen gejammer.
- Geef even die veiligheid, dat is vaak al genoeg.
- En stuur daarna met zachte woorden weer terug. Of laat ze een minuutje tegen je aan zitten voordat je ze terugbrengt.
Kijk, niemand zegt dat je tot hun 18e een logeerfeestje moet houden in je bed. Maar een beetje begrip voor hun nachtelijke ‘ik-mis-je’ helpt niet alleen je kind, maar uiteindelijk ook jouw nachtrust. Want hoe ironisch ook: juist door ze eerst te troosten, krijg je later meer ongestoorde nachten terug.
Beeld: Getty Images
LEES OOK

Uit andere media