Seks

Machteld: ‘Ik ben mantelzorger voor mijn man, mijn minnaar maakt dat ik het volhoud’

Machteld (39) heeft een geheime relatie met Tim (49). Ze hebben allebei partners met een psychiatrische aandoening. De steun die ze bij elkaar vinden, maakt hen veerkrachtig.

Mijngeheim

Net als Vriendin brengt ook Mijn Geheim de allermooiste persoonlijke verhalen, die we hier graag elke week met je willen delen.

Meer verhalen die raken? Abonneer je op Mijn Geheim!

“De relatie met mijn vriend Matteo begon als een sprookje: high school sweethearts, dolverliefd vanaf vier havo, samen jongvolwassenen worden en na onze studies op wereldreis… een onvergetelijke ervaring die we samen delen. Daarna onze eerste echte banen, een eigen huis, een eerste kindje. Het kon niet beter en we vroegen ons weleens af: waar hebben we het aan verdiend? We wilden graag een tweede, maar die liet op zich wachten. Ik vond het jammer, al maakte ik me nog geen zorgen, maar Matteo werd ongeduldig. Na onderzoek bleek hij beperkt vruchtbaar. Onze dochter was een klein wonder geweest. Ik dacht: dan koesteren we dat wonder, maar ik zag Matteo veranderen. De wetenschap dat hij me geen tweede kind kon schenken, althans niet zonder medische hulp, vrat aan hem, hoe vaak ik ook zei dat het goed was zo. Ik zag een heel vruchtbaarheidstraject eigenlijk niet zitten en had vrede met ons kleine gezinnetje. Liever daar volop van genieten, dan de medische molen in.
Matteo leek echter niet op te krabbelen na het medische nieuws. Hij werd somber en lusteloos. Eerst noemden we het ‘een dipje’, later ‘overspannen’. Hij moet gewoon tijd nemen om alles een plekje geven, dachten we en de bedrijfsarts beaamde dat. Matteo nam tijdelijk afstand van zijn werk en schakelde een psycholoog in, die we ook samen bezochten.
We waren goed op weg met het verwerken van het feit dat we geen groot gezin zouden stichten. Nog even en we zouden weer verder kunnen met ons drieën, zo dacht ik.”

Chronisch

“Achteraf bleken we pas aan het begin te staan van een lange weg, die nog veel zwaarder zou worden. Matteo’s geringe vruchtbaarheid en ons veranderde toekomstbeeld zorgden voor een neerwaartse spiraal. De officiële diagnose ‘depressie’ volgde en een terugkeer naar ons oude leventje raakte steeds verder uit beeld. Zijn mentale gesteldheid drukte een grote stempel op ons gezin en op onze relatie. Eigenlijk kan ik wel stellen dat die laatste ophield te bestaan. Niet mijn liefde voor hem, laat ik dat vooropstellen, maar wel de gelijkwaardigheid en wederkerigheid die een gezonde relatie kenmerken. Ik werd verzorgende en hulpverlener voor Matteo en vader en moeder tegelijk voor onze dochter. Zelf verdween ik langzaamaan.

Zo voelde dat. Ik werd louter nog gedefinieerd door de ‘output’ die ik leverde: er stond een maaltijd op tafel, ons kind was op tijd op balletles, ik had aan de ouderavond gedacht en Matteo had zijn medicijnen ingenomen. Als ik aan het einde van de dag al mijn taken kon afvinken, noemde ik de dag geslaagd.

Maar wie erachter zat, de Machteld die altijd graag lol maakte, die kon genieten van een cappuccino op de veranda, die hield van theater en bioscoop en die regelmatig met Matteo en onze vriendengroep kookte en samen at, díe Machteld was verdwenen. Ik gaf alleen nog maar en ontving niets meer. Dat lag overigens ook aan mezelf. Vrienden weerde ik, onbewust, af. Zij boden bijvoorbeeld aan om een dag op onze dochter te passen of zelfs op Matteo in zijn zwartste perioden. Dan kon ik er even uit met mijn zus of een vriendin, stelden ze keer op keer voor, maar ik hield het af. Ik hou het nog best even vol, zo hield ik mezelf voor, en Matteo zou vast opknappen. We moesten alleen de juiste therapie vinden en de juiste medicatie. En dán werd alles misschien niet zoals het was, maar wel weer goed. Dit was tijdelijk. Even niet aan mezelf denken, even doorbijten, we komen er heus wel.

Naarmate Matteo’s ziekte, want dat is een depressie, voortduurde en níet verbeterde, haakten vrienden af en dat snap ik. Ze vonden bij mij geen ingang om te helpen en om zich betrokken te tonen. Ik sloot iedereen buiten door zelf maar door te denderen. Ik wilde niemand tot last zijn, maar besef nu dat je daarmee mensen júist belast, omdat je ze iets afneemt, namelijk de kans om hun vriendschap te tonen.”

Lotgenoten

“Ongeveer twee jaar na Matteo’s diagnose werd hij voor het eerst opgenomen in een psychiatrische instelling. Het werd ook mij duidelijk dat zijn ziekte geen tijdelijke tegenslag meer was, maar een chronische aandoening die waarschijnlijk altijd onder de oppervlakte had liggen loeren op de kans om toe te slaan.

Er kwam een stapel diagnoses bij en zijn medicatielijst werd langer en langer. Sindsdien heeft hij een zeer wisselende zorgbehoefte. Soms voelt hij zich een week relatief goed om plots en zonder duidelijke aanleiding weer af te glijden in een zwart dal. Heel soms is dat zo diep, dat hij tijdelijk moet worden opgenomen. In zijn goede tijden gaat hij overdag geregeld naar een project waar hij met andere chronisch zieken vrijwilligersklusjes verricht en dat geeft enige verlichting. Maar de depressie is altijd een onderdeel van ons leven, al is het maar vanwege de zorg die ik draag dat hij zijn medicatie inneemt. Ik check ook altijd of hij zichzelf goed verzorgt en of hij niet vergeet te eten en te drinken bijvoorbeeld.

Ik heb nooit overwogen hem te verlaten. Niet één keer, niet één seconde. Tot op de dag van vandaag, waarop we al ruim zeven jaar leven met zijn ziekte, sta ik volledig achter mijn keuze zijn partner te zijn. Dat dat niet vanzelfsprekend is, merkte ik op de partner-lotgenotengroep waarbij ik me vier jaar terug aansloot. Veel partners van psychiatrisch patiënten staan op het punt weg te gaan of hebben dat al gedaan, maar blijven soms als ex wel betrokken, bijvoorbeeld omdat er kinderen zijn.

En ik begrijp deze mensen, want hoe graag je ook wilt, soms is je liefde en trouw simpelweg niet toereikend. Het feit dat er vaak geen liefde terugkomt maakt eenzaam. Dat mensen uiteindelijk de keuze maken te scheiden, omdat ze anders aan de depressie van een ander onderdoor gaan, is begrijpelijk en legitiem.

Dat ik nooit op dat punt heb gestaan, heb ik te danken aan die lotgenotengroep, want daar ontmoette ik Tim. Iets ouder dan ik, echtgenoot van een vrouw die al vijftien jaar manisch depressief is en vader van twee kinderen. En mijn minnaar.

Oprechtheid

Toen ik destijds bij de groep kwam, hadden we meteen een connectie. Ik kwam het zaaltje binnen, onze ogen vonden elkaar en er was direct een woordeloze communicatie. Dat we na afloop samen naar buiten liepen en tegelijk aan elkaar voorstelden iets te gaan drinken, verbaasde ons niet. Het was vanzelfsprekend. Net als ik zorgde Tim in volle overtuiging voor zijn partner. Niet uit medelijden, maar uit respect en liefde. Hij kende de eenzaamheid die daarbij komt kijken en de worsteling om zelf niet vermorzeld te worden door de ziekte van je partner.

We voelden ons gezien door elkaar, zonder dat we iets hoefden uit te leggen en dat was een verademing. Samen met de onmiskenbare aantrekkingskracht maakte dat we niet veel later toegaven aan onze verlangens naar elkaar. Gek genoeg zonder schuld-gevoel, wellicht omdat in alles wat er speelde, alleen maar oprechtheid heerste: in onze gevoelens naar elkaar én in onze liefde voor onze zieke partners. Het bijt elkaar niet, er zijn geen winnaars of verliezers. We zijn door onze geheime relatie sterker geworden, veerkrachtiger en energieker. Beter in staat onze partners en ons gezin te geven wat zij nodig hebben, juist omdat wij bij elkaar vinden wat wíj nodig hebben.

We ontmoeten elkaar in het vakantiehuisje dat Tim hier in de buurt bezit en verhuurt. Zodra het vrij is, is het een middag of soms een dag van ons. Niemand weet ervan, al zou er best begrip voor zijn, denk ik. Maar het is beter zo. Geen uitleg verschuldigd, geen risico dat onze partners er iets van meekrijgen. Wij willen niet benadrukken dat zij tekort zouden schieten en dat wij dit nodig hebben om de zorg voor hen vol te houden. Wij weten dat wij die zorg met liefde geven en er is geen haar op ons hoofd die eraan denkt onze gezinnen te verlaten en samen door te gaan. Zoals het nu is, is het goed. We zijn in balans.”

Uit privacy-overwegingen zijn de namen in dit verhaal gewijzigd
Foto: Getty Images

Meer Mijn Geheim? Neem nu een digitaal abonnement of bekijk de Facebook-pagina.

Geraakt door dit verhaal? Word abonnee van Mijn Geheim en ontvang nog meer échte verhalen in je brievenbus!

LEES OOK

Lees meer Mijn Geheim

Uit andere media