Placeholder

Ivet: “Na vijf maanden biechtte ze alles op”

Ivets beste vriendin Mariël wordt smoorverliefd tijdens de vakantie en besluit te gaan trouwen. Maar Ivet voelt dat er iets niet pluis is.

Ivets beste vriendin Mariël wordt smoorverliefd tijdens de vakantie en besluit te gaan trouwen. Maar Ivet voelt dat er iets niet pluis is.

“Mariël is jaren mijn beste vriendin geweest. Ondanks dat we ons na onze middelbare school anders ontwikkelden – zij werd carrièrevrouw, ik huismoeder – bleef het geweldig tussen ons klikken. Ik genoot van de avonturen waar zij over vertelde en zij vond het heel fijn af en toe lekker knus mee te draaien in ons gezin. Ze is zelfs drie keer met ons mee op vakantie geweest. Dan stelde ze zich op als surrogaatmoeder voor mijn kids, heerlijk om te zien.

Mariël had altijd veel verschillende vriendjes en leek weinig behoefte te hebben om zich te settelen. Tot ze, nota bene tijdens een vakantie met mij en mijn gezin, Niek ontmoette. Die vakantie waren ze onafscheidelijk en ik had het gevoel dat dit anders was dan anders. Ook bij terugkomst zochten ze elkaar vaak op, hij woonde toevallig nog in de buurt ook. Ik vond Niek een schatje, maar vroeg me wel eens af of zij wel bij elkaar pasten. Hij leek zo lief en volgzaam vergeleken bij Mariël. Maar omdat ook wij twee heel verschillende types zijn en het toch zo goed loopt in onze vriendschap, dacht ik: waarom niet?

Ik was opgetogen toen ik hoorde dat ze zouden gaan samenwonen. En nog blijer dat ze niet lang daarna besloten te trouwen. Mariël was namelijk zwanger! Tot ieders verdriet mondde haar zwangerschap uit in een miskraam. Het voorgenomen huwelijk bleef toch staan. Mariël had mij als getuige gevraagd. Dat vond ik een hele eer, maar juist omdat ik getuige was voelde ik mij ook verplicht om enkele weken voor Mariëls huwelijk een serieus gesprek met haar aan te gaan. Want ik voelde dat ze enorm in de war was. Door de miskraam? Ze was kortaf tegen iedereen, ook tegen haar aanstaande man. Was dit wel het goede moment om te gaan trouwen? Over zoiets moet je niet lichtzinnig doen, het is een keuze voor het leven.

Mariël reageerde ook op mij geïrriteerd. Natuurlijk wist ze wat ze deed. Dit was wat ze wilde en ze zou het doorzetten. Ik moest me niet druk maken om niets! Ik liet het, maar goed voelde het niet. Ik zat uiteindelijk met buikpijn van de zorgen in het gemeentehuis. Maar wat kon ik? Hoopvol zette ik mijn handtekening in het trouwboekje. Opdat Mariël en Niek maar heel gelukkig zouden worden! Maar het is anders gelopen. Vijf maanden later gingen ze alweer uit elkaar. Mariël kwam het me zelf vertellen. Ze biechtte op dat ze op haar huwelijksdag al een verhouding had met een gebonden man, waarvan ze dacht dat het wel zou overwaaien. Maar het bleek echte liefde te zijn en nu wilden ze allebei gaan scheiden. Het speet haar dat ze tegen mij had gelogen, maar ze had mij niet in een lastig parket willen brengen.

Ze begreep niet dat ik boos was. Maar ik was witheet. Laaiend! Ik had dus als getuige moeten opdraven bij één groot toneelspel. Ik had haar aan Niek toevertrouwd, Niek, die ik zo graag mocht! Hoe kon ze? Ik heb onze vriendschap verbroken. Ik kon niet meer omgaan met iemand die zo makkelijk met liefde omgaat. Mariël snapt het nog steeds niet. Maar onze verschillende levensinstellingen hebben ons uiteindelijk toch opgebroken.”

Tekst: Lydia van der Weide