Tamara was draagmoeder voor haar broer: ‘Ik gunde hem dat geluk ook'

Tamara was draagmoeder voor haar broer: ‘Ik gunde hem dat geluk ook’

Met twee gezonde kinderen was het gezin van Tamara (39) en haar vrouw compleet. Toch kwam daarna nog de kleine Floris-Joël ter wereld. Ze was namelijk draagmoeder voor haar broer Marcel en zijn partner Stefan.

Met twee gezonde kinderen was het gezin van Tamara (39) en haar vrouw compleet. Toch kwam daarna nog de kleine Floris-Joël ter wereld. Ze was namelijk draagmoeder voor haar broer Marcel en zijn partner Stefan.

“Ik weet als geen ander dat het krijgen van een kind niet vanzelfsprekend is. Mijn vrouw Kim en ik hebben zelf ook hulp gehad bij het realiseren van onze kinderwens. Nog steeds zijn we onze donor iedere dag dankbaar dat hij ons heeft geholpen om twee prachtige kinderen op de wereld te zetten. Zonder hem was het misschien wel nooit gelukt. Het leek mij dan ook extra bijzonder om nu zélf mijn broer te kunnen helpen bij zijn kinderwens. Niet omdat ik graag een kind wilde dragen voor iemand anders, maar omdat ik wist hoe groot de wens van mijn broer was. Ik gunde hem dat geluk ook.

Mijn broer Marcel en ik hebben altijd een hechte band gehad. We waren altijd samen en konden over álles praten. Toch vond ik het doodeng om hem te vertellen dat ik zijn kind zou willen dragen. Ik had geen idee hoe hij zou reageren. Wat als hij het belachelijk zou vinden? Of er niets van moest weten? Uiteindelijk heb ik hem bloednerveus een berichtje gestuurd waarin ik schreef dat ik hem en zijn partner Stefan als draagmoeder wilde helpen om hun kinderwens te verwezenlijken. Ze waren enorm verrast, maar tegelijkertijd ook dankbaar dat ik zoiets bijzonders voor ze wilde doen.”

Niet makkelijk

“Mijn broer en Stefan droomden al jaren over een gezinnetje. Geen co-ouderschap of ingewikkelde constructies, maar gewoon een gezin zoals ieder ander. Alleen is dat voor twee mannen alles behalve makkelijk. Zo mag je als homostel in veel landen geen kind adopteren en is het in Nederland niet toegestaan om zelf op zoek te gaan naar een draagmoeder. Bovendien vreesden mijn broer en Stefan voor de eventuele risico’s. Wat als een draagmoeder zich halverwege het traject zou terugtrekken? Of als ze na de geboorte het kind toch niet zou willen afstaan? Mijn broer en ik hadden het vaak over hun kinderwens en op een avond dacht ik ineens: waarom doe ik het zelf niet?”

Lees ook: Michelle droeg een baby voor een homostel

Moedergevoelens

“Lange tijd heb ik met het idee rondgelopen, mezelf van alles afgevraagd. Het is natuurlijk niet zomaar iets. Helemaal omdat ik het kind niet alleen zou dragen, maar het ook na de geboorte een bijzondere rol in ons leven zou blijven spelen. Zou dat niet te ingewikkeld zijn voor het kind? En voor onze twee kinderen, Nova (9) en Morris (7)? Ik heb er lang over nagedacht en er uren over gepraat met mijn vrouw, maar uiteindelijk moest ik het doen. Voor mijn broer. Ik ben ook nooit bang geweest dat het moedergevoelens zou oproepen. Ons gezin was met Nova en Morris meer dan compleet. Ik zou dit kind negen maanden bij mij dragen, maar daarna zou het liefdevol opgroeien in het gezin van mijn broer en Stefan.”

Via IVF

“We hebben met z’n vieren veel diepe gesprekken gevoerd. Je moet over van alles nadenken. Wat als het kind niet gezond blijkt te zijn? Als Stefan en Marcel besluiten om uit elkaar te gaan of willen emigreren naar de andere kant van de wereld? Maar we moesten het ook hebben over wat mijn rol zou zijn na de geboorte van de baby. Gelukkig zaten we heel erg op één lijn. We waren het er meteen over eens dat we geen gebruik zouden maken van mijn eicellen. Het leek ons psychisch voor iedereen makkelijker als het kind biologisch niet van mij zou zijn. Medisch was dit echter een stuk ingewikkelder. Draagmoederschap via ivf is in Nederland alleen mogelijk als de zaad- en eicel afkomstig is van de wensouders. Iets wat in ons geval natuurlijk geen optie was. Inmiddels is dat gelukkig veranderd, maar wij waren destijds genoodzaakt om uit te wijken naar het buitenland.”

Lees ook: Drie jaar na de dood van haar man kreeg Willie zijn kind

Vertrouwen

“We vonden een kliniek in Cyprus waar ze ons wel wilden helpen. In totaal onderging ik zeven IVF-behandelingen. Elke keer vloog ik opnieuw naar Cyprus met de mannen. Dat was pittig. Helemaal omdat ik niet iedere keer mijn gezin kon meenemen. Hoewel het lukte om zwanger te raken, eindigde iedere poging in een miskraam. Artsen hadden er vertrouwen in dat het moest lukken. Alle omstandigheden waren goed. Vol goede moed bleven we doorgaan, maar emotioneel werd het steeds zwaarder. Vooral het bellen naar het ziekenhuis vond ik verschrikkelijk. Met een bonzend hart belde ik mijn arts voor de uitslag, maar elke keer was het mis. Het deed mij zo veel pijn om de jongens telkens teleur te moeten stellen. Het verdriet in hun ogen te zien. We wilden het zo graag, hadden alles binnen handbereik, maar toch lukte het niet.”

Eindelijk raak

“Drie jaar en zeven pogingen later, en bijna honderdduizend euro lichter, besloten we ermee te stoppen. Het was voor mijn lijf niet goed, maar ook psychisch gingen we er allemaal aan onderdoor. Diep van binnen wist ik dat het beter was er een puntnachter te zetten, maar ergens voelde dat ook niet goed. We waren al zo lang bezig, hadden samen al zo veel doorstaan. We konden het toch niet op deze manier laten eindigen? Zonder kind? Na lang nadenken hebben we met z’n vieren besloten het toch één keer met mijn eigen eicellen te proberen. Dan zou er iets minder kans zijn op afstoting. De periode na de inseminatie was zenuwslopend. Het was onze allerlaatste hoop. Bloednerveus heb ik uiteindelijk een zwangerschapstest gedaan. Tot mijn grote verbazing zag ik vrijwel meteen een dikke streep verschijnen. Het was gelukt: ik was zwanger. Meteen heb ik de jongens gebeld. Ze gilden het uit, waren zo intens blij. Al vonden ze het tegelijkertijd heel spannend, het was immers al vaker misgegaan. Voor mij voelde het meteen goed. Ik wist dat het ons deze keer zou lukken.”

Onvergetelijk moment

“De zwangerschap verliep goed. Het voelde voor mij ook niet anders dan mijn eerste zwangerschap, die van mijn dochter. Ik genoot volop van dat kleintje in mijn buik en Stefan en Marcel waren heel betrokken. Alle controles zaten ze aan mijn bed, ze hielpen me in huis en zorgden dat ik niets tekortkwam. Het was ook zo mooi om de bijzondere momenten met zo veel mensen te kunnen delen. Ik weet nog dat Stefan en Marcel een keer kwamen koffiedrinken en ik precies op dat moment de baby voelde schoppen. Meteen heb ik ze dat laten voelen. Die twinkeling in hun ogen was fantastisch om te zien. Het was allemaal zo vertrouwd. Misschien dat ik daarom ook geen moment heb getwijfeld aan het  hele traject. Al nam de spanning wel toe naarmate de bevalling dichterbij kwam.

Ik wist zeker dat de baby liefdevol zou opgroeien bij mijn broer, maar kon niet voorspellen welke gevoelens het bij mij zou oproepen. Al helemaal niet onder invloed van hormonen. Zou ik het ergens toch lastig vinden? Of in een groot zwart gat vallen? Ik wist het niet. Uiteindelijk was de geboorte van Floris-Joël mooier dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Hij werd meteen na de geboorte bij mijn broer op de borst gelegd. De liefdevolle blik die ik toen zag in hun ogen zal ik nooit meer vergeten. Zo vertederend en vol geluk. Dát was waarvoor ik het allemaal had gedaan.

Voordat Floris-Joël geboren werd, dacht ik dat ik een soort bijzondere tante voor hem zou zijn, maar ik voel me meer een moeder op afstand. Met de opvoeding bemoei ik me absoluut niet, maar hij heeft wel een bijzondere plek in mijn hart. Het raakt mij als hij op Moederdag samen met zijn vaders voor de deur staat of me kraaiend in de armen vliegt als hij mij een paar dagen niet heeft gezien. Het is heerlijk om dat mannetje om ons heen te hebben. Hij heeft bij ons zijn eigen kamertje bij ons en komt geregeld een weekend logeren. Daarvan kan ik erg genieten, maar tegelijkertijd vind ik het ook fijn om te zien dat hij meteen naar zijn papa’s rent als hij valt. Dat is hoe het hoort, zij zijn zijn ouders.”

Nog hechtere band

“Mensen vragen weleens of mijn gevoel voor Floris-Joël als neefje anders is, omdat hij biologisch mijn kind is. Dat weet ik niet zo goed. Ik heb geen vergelijkingsmateriaal. Het verschil met mijn eigen kinderen is dat ik hem niet dagelijks om me heen heb en daardoor bepaalde dingen niet weet. Hoe ik hem kan troosten als hij verdrietig is, wie zijn beste vriendje is of wat hij lekker vindt bijvoorbeeld. Pas nog stond ik in de supermarkt met een bakje aardbeien toen ik ineens dacht: lust Floris-Joël aardbeien? Dat soort dingetjes. Het is wel extra bijzonder om te zien wat hij allemaal doet en kan. Zo zag ik hem afgelopen winter op z’n ski’s van de berg af glijden. Dat vind ik fantastisch. Helemaal als ik Stefan en Marcel ook zie glunderen. Dan ben ik trots op hoe we het allemaal hebben gedaan.

De band met mijn broer was al hecht, maar is door dit avontuur nog veel hechter geworden. We zien elkaar wekelijks en gaan geregeld met z’n allen een weekend weg. Dat is fijn, ook voor de kinderen. Floris-Joël is toch hun halfbroertje, en zo noemen ze hem ook. We zijn vanaf dag één open en eerlijk naar hen geweest, waardoor ze precies weten hoe het zit. Inmiddels heeft iedereen z’n plek gevonden. Spijt heb ik dan ook nooit gehad, al had ik Cyprus graag overgeslagen als we het opnieuw hadden mogen doen. Dan was ons veel pijn en verdriet bespaard gebleven. Toch vergeet je zoiets ook alweer snel. Helemaal als ik Floris-Joël zie ronddartelen. Hij is uit zo veel liefde geboren. Het is een ontzettend blij en gelukkig kind. Eentje die vol trots vertelt over zijn twee papa’s. Ik weet dat het gezin van Marcel en Stefan compleet is, anders had ik het – zonder enige twijfel – zo nog een keer gedaan.”

Lees ook: Kim werd verliefd op een man met een dwarslaesie: ‘Ik zie die rolstoel niet eens’