Canva1 2022 09 04t110407.833

Nikki komt er niet tussen op de woningmarkt: ‘Ik sta al acht jaar ingeschreven’

Ze heeft een vaste baan en is schuldenvrij. Toch lukt het Nikki (28) niet om een huis te bemachtigen. In de flat waar ze nu met haar dochtertje Kiki (1) verblijft, kan ze elk moment uitgezet worden. “Ik ben de dupe van de situatie op de woningmarkt.”

Het gaat goed met Nikki. Dat wil zeggen: ze heeft een dak boven haar hoofd, samen met haar dochtertje Kiki. Maar daar is ook alles mee gezegd. Nikki: “Ik heb sinds een maand een eigen plekje in Den Bosch, de stad waar ik vandaan kom.” Nikki is psychiatrisch verpleegkundige. “Ik heb een baan, een vast salaris en ik heb geen schulden. Ik leid een tamelijk gewoon leven. Toch lukt het me niet om een vaste eigen plek te krijgen. Het cynische is: ik heb veel gewerkt met dakloze cliënten, dus ik weet hoe dat is. Zelf ben ik ook een paar keer bijna op straat beland, samen met mijn kind. Ik snap niet hoe dat kan. Mensen in Nederland moeten toch ergens wonen? Maar het lijkt of er steeds meer mensen tussen wal en schip raken.”

De flat waar Nikki op dit moment in woont, kan ze tijdelijk huren. “Toen ik er ging wonen, was ik natuurlijk blij. Ook al is het hier klein, niet optimaal en kunnen we niet naar buiten: er is geen balkon of tuin. Ik wilde alleen wel weten hoelang ik er kon blijven. Als het maar voor een maandje was, zou ik natuurlijk niet de hele boel gaan schilderen. Ik kreeg te horen dat ik er tot november 2023 kan blijven. Dat is sowieso fijn. Maar als alleenstaande moeder met een klein kindje is het belangrijk dat we ergens kunnen wonen waar we niet meer weg hoeven. Dan kan ik Kiki inschrijven voor een opvang en straks voor een school.”

Urgentie

Daar zit hem het probleem. Nikki staat inmiddels acht jaar ingeschreven voor een huurwoning in Den Bosch, maar krijgt te maken met de bureaucratie binnen de woningmarkt. “Die acht jaar inschrijfduur is te weinig, je hebt minimaal tien jaar nodig. Ik kan via een maatschappelijke hulp-organisatie misschien in aanmerking komen voor urgentie, waardoor ik sneller aan de beurt kom. Maar dan moet ik het eerste huis accepteren dat de woningbouw me aanbiedt. Ook al is het een flat in een slechte buurt, waar ook junks wonen. Daar wil ik Kiki niet laten opgroeien. Bovendien ben ik dan mijn acht jaar inschrijfduur kwijt, ik moet die dan helemaal opnieuw opbouwen. Daardoor kan ik de eerste tien jaar daarna niet meer naar een andere woning verhuizen.”
Nikki’s huisvestingsproblemen begonnen twee jaar geleden. “Ik woonde toen in een jongerenflat voor jongeren van 18-21 jaar. Zelf was ik al 26, dus ik moest daar eigenlijk weg. Ik kon alleen niet doorstromen omdat er toen ook al huisvestingsproblemen waren.” Die problemen leken voor Nikki in ieder geval tijdelijk opgelost toen ze een huis kon huren van een particulier. “Dat zou voor vijf jaar zijn. Ik was inmiddels zwanger, dus dat was fijn. Maar om de een of andere reden moest ik daar toch binnen een half jaar vertrekken. Toen zou ik opeens met mijn zwangere buik op straat staan. Uiteindelijk was ik net een maand bevallen toen ik daar weg moest.” 

Wonen bij vader

Op dat moment deed dat Nikki niet zoveel, vertelt ze. “Ik was gelukkig. Ik had net een kind, ik was met andere dingen bezig. Achteraf denk ik: ik had misschien moeten uitzoeken of het wettelijk wel was toegestaan om mij zomaar met een baby uit dat huis te zetten. Maar ik ben optimistisch van aard, ik dacht dat ik als alleenstaande moeder wel geholpen zou worden. Niet dus.” Nikki ging noodgedwongen met haar dochtertje bij haar vader wonen. “Hij woont in Bladel, op vijftig minuten afstand van mijn werk en de opvang voor Kiki. Dus elke werkdag sleepte ik Kiki bijna een uur heen en terug in de auto. Mijn sociale contacten waren ook allemaal in Den Bosch, maar ik wilde Kiki niet dan óók nog eens met mij meenemen. Vooral omdat ik in die tijd ook naar andere huizen moest gaan kijken.”
Die periode hakte er bij haar in, vertelt Nikki. “Ik schreef me in op sites waarin particuliere huizen werden aangeboden, die allemaal inschrijfgeld vroegen. Op een gegeven moment was ik daar wel tweehonderd euro aan kwijt. Voor huizen met twee slaapkamers werd zomaar 1400 euro gevraagd. Dat kan ik als alleenstaande niet betalen. Na de komst van Kiki kon ik niet meer fulltime werken. Er waren ook wel huizen met één slaapkamer, maar daar kwam ik niet voor in aanmerking, omdat ik een kind heb.
Als ik een huis ging bezichtigen, kwamen daar soms wel honderd mensen op af. Ik kwam nergens voor in aanmerking. Daar werd ik moedeloos van. Ik kreeg teleurstelling op teleurstelling te verwerken. Ik moest Kiki vaak ook meeslepen. Het kostte allemaal veel energie. Op een gegeven moment ging ik maar geen huizen meer bezichtigen. Ik zou sowieso geen kans maken. Ik kan stressvolle situaties goed aan, ook vanwege mijn werk, maar na een maand of zes kón ik bijna niet meer.” Tot Nikki dus uiteindelijk via via de flat vond waar ze nu – tijdelijk – woont.

Vooroordeel

De tijden zijn veranderd, constateert Nikki: “Als je tien jaar geleden op straat kwam te staan, kwam je in de daklozenopvang terecht. Dan speelden er vaak ook nog andere problemen. Maar nu is de situatie op de woningmarkt zo slecht, dat mensen met een baan zomaar op straat kunnen komen te staan.” Nikki merkt dat andere mensen soms een vooroordeel over haar situatie hebben. “Daarom wil ik mijn verhaal doen. Veel mensen lijken te denken dat als je op straat komt te staan met een kind, je het wel enorm verkloot zult hebben in het leven. Nou: je kunt veel zeggen, maar ik heb het goed voor elkaar. Ik ben alleenstaande moeder, dat gaat mij prima af en ik zit goed in mijn vel. Ik ben gewoon de dupe van de situatie op de woningmarkt.
Voor het huis waar ik nu woon, heb ik moeten tekenen dat ze mij er op elk moment weer uit kunnen zetten. Ze mogen namelijk officieel geen inwonende kinderen huisvesten. Iedereen lapt de regels aan zijn laars, en dat kan ook niet anders, want huisvesting is nu zo’n enorm probleem. Door daarvoor te tekenen, gooi ik eigenlijk mijn eigen ruiten in. Want nu staat zwart op wit dat ze mij eruit mogen gooien. Maar ja, anders had ik geen huis. Ik heb zo veel gebeld met mensen van de woningbouw, en het is niet dat ze dit expres doen. Er zijn gewoon geen huizen. De woningbouw heeft van de politiek de opdracht gekregen om er huizen bij te bouwen, maar ze moeten ook bestaande huizen binnen vijf jaar energiezuiniger maken. Er is niet genoeg budget om allebei te doen. Zij zitten ook vast.”

Kinderen de dupe

“Ik weiger om mezelf als slachtoffer te zien, ik ga ook gewoon door met mijn zoektocht naar een huis voor Kiki en mij. Eigenlijk hoop ik gewoon dat ik straks een leuk huisje met een tuintje in een goede buurt aangeboden krijg in plaats van een flat in een slechte buurt. Maar als ik deze situatie íémand kwalijk neem, is het wel minister-president Mark Rutte, die de afgelopen tien jaar de sociale woningbouw en de zorg naar de knoppen heeft geholpen. Ik vind dat het geld anders verdeeld zou moeten worden, daar begint het. Ik vind ook dat er veel meer sociale huurwoningen moeten komen. Die zijn er nu veel te weinig.
Als je tien jaar geleden ging scheiden, kreeg je een sociale huurwoning aangeboden. Dat gaat nu niet meer. Veel ouders die eigenlijk uit elkaar willen, blijven nu bij elkaar wonen omdat ze geen andere woonruimte kunnen vinden. Daar maak ik me boos over, omdat ik in de kinder- en jeugdpsychiatrie werk. Als ouders in een echtscheiding belanden, zijn kinderen daar de dupe van. Daar loop ik dan weer tegenaan in mijn werk. Ik vind het erg als kinderen de dupe zijn van dit soort systemen.”

Leven van dag tot dag

“Gelukkig ben ik goed in het loslaten, en in van dag tot dag kunnen leven. Als ik echt weer op straat kom te staan, ga ik weer naar mijn vader toe. Dat is geen ideale situatie, maar als het niet anders kan, moet dat maar. En zolang het lekker weer blijft, kan ik nog altijd op een camping hier in de buurt gaan zitten. Ik wil natuurlijk het liefst een stabiele omgeving voor mijn kind. Maar ik heb mezelf een aantal jaar de ruimte gegeven. Voordat ze vier wordt, wil ik vast in een huis wonen. Dan kan ze daar in de buurt naar school en hoeft ze niet meer te veranderen. Ze is nu nog klein. Dat we nu geen tuin hebben, maakt nu iets minder uit, ze kan toch nog niet alleen in de tuin spelen. Die gedachten helpen mij om minder stress te hebben en me minder wanhopig te voelen. Als ik in de komende drie jaar nog drie keer moet verhuizen, maar dan uiteindelijk wel een leuk huisje heb, teken ik daarvoor.”

Tekst: Ella Mae Wester
Foto: Ruud Hoornstra
Visagie: Lisette Verhoofstad

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.