vrouw

Louisa: ‘Na de emigratie klapte mijn huwelijk’

Louisa (51) en haar man Julian (54) droomden van een nieuw leven in het buitenland. Ze kochten een oude boerderij met het plan daar een camping te beginnen, maar letterlijk alles zat tegen. En toen liep hun huwelijk ook nog stuk… “Als ik dit had geweten, was ik in Nederland gebleven.”

Louisa: “Zo lang ik me kan herinneren droomde ik al van een boerderij. Het boerenleven sprak me aan: koken uit eigen moestuin, rondscharrelende kipjes en kinderen die opgroeien in de natuur. Toen ik vijftien jaar geleden Julian ontmoette, sprak ik die wens al snel naar hem uit. Het leek hem ook wel wat, een nieuwe start in Frankrijk, waar we dan een kleinschalige boerencamping zouden beginnen. Julians’ vorige vrouw is overleden, zelf ben ik gescheiden. Allebei hadden we al een dochter uit onze vorige relatie en samen kregen we nóg een meisje. We vormden dus een mooi samengesteld gezin: ook David, de vader van mijn kinderen, zou meegaan naar Frankrijk. Hij wilde daar een eigen restaurant openen.
Acht jaar geleden, toen onze jongste dochter bijna één was, gingen we op zoek naar campings die te koop stonden. Ons oog viel op de Creuse: een heuvelachtige, groene streek waar de de prijzen nog redelijk betaalbaar waren. Eigenlijk wilden we ons huis in Nederland achter de hand houden voor het geval het niet zou lukken, maar dat bleek financieel niet haalbaar: de Fransen zijn niet zo happig op leningen, waardoor onze biedingen telkens werden afgewezen. Eentje zelfs op het allerlaatste moment, toen het koopcontract al bijna getekend was en we de kinderen in Nederland al van school hadden gehaald. Voor ons gevoel konden we niet meer terug. Dus Julian ging naar Nederland om ons huis in de verkoop te zetten, ik bleef met de kinderen achter in een caravan. Ondertussen zocht ik door.
Na een tijdje stuitte ik op een leegstaande oude boerderij met een flink stuk land en een prachtig uitzicht. Het was werkelijk sprookjesachtig, met een meertje, bos en velden vol bloemen. Het woonhuis – een voormalige schapenstal – was niet heel groot, maar door de vele bijgebouwen waren er allerlei mogelijkheden. Ik zag het helemaal voor me: een camping, een grote buitenkeuken, een knutselclub voor de kinderen, misschien ook nog een klein gastenverblijf of B&B… Ik ben met de burgemeester in gesprek gegaan en we kregen toestemming om ons daar te vestigen en een mini-camping te starten. Ook Julian was direct enthousiast en met de overwaarde van ons huis was de koop geen probleem meer. Vol goede moed gingen we aan de slag. Een pittige klus, want de vorige bewoners hadden het pand vol troep achtergelaten: van verroeste grasmaaiers tot kapotte fietsen en videorecorders. We waren een jaar bezig om alles af te voeren of te verbranden. Helaas was dat niet de enige tegenslag die we te verwerken kregen. Bij een grote storm vloog het dak eraf, waarbij asbest vrijkwam. En toen we dat eindelijk hersteld waren, kwam corona en stond alles stil. Tot overmaat van ramp werd David ernstig ziek. Uiteindelijk is hij overleden, nog voordat hij naar Frankrijk kon emigreren. Dat was een grote klap voor ons allemaal.”

Stress en spanningen

“Ik denk dat veel mensen het beeld van het openen van een camping of B&B in het buitenland romantiseren. Het ideale plaatje van een permanent vakantiegevoel lijkt mooi, maar in werkelijkheid is het leven als buitenstaander in een vreemd land best hard. Waar ik me vooraf bijvoorbeeld op verkeken had, is hoe lastig het is om in het Franse basissysteem te komen. We hebben drie jaar lang geen zorgverzekering gehad, waardoor we niet eens naar de huisarts konden. Toen mijn dochter een zware astma-aanval kreeg en geen lucht kreeg, wilden ze ons eerst niet eens helpen. Dat Julian en ik allebei amper een woord Frans spraken, maakte het niet makkelijker om ons te settelen in de boerengemeenschap.
Wat waren we blij toen we in 2022 eindelijk onze camping au ferme – oftewel boerencamping – konden openen. Hoewel we nog maar zes plekken hadden, was het precies zoals ik het me altijd had voorgesteld: ik kookte voor de gasten met lokale producten en verse kruiden, de meiden hielpen met koffie schenken en zorgden voor de kippen en cavia’s. Het perfecte plaatje. Althans zo léék het. Want door de continue stress en spanningen van de afgelopen jaren raakte mijn huwelijk steeds verder in het slop. Julian en ik maakten lange dagen en die vermoeidheid leidde tot ruzies. We waren het vaak niet eens over hoe we de kinderen opvoedden: zijn dochter kreeg bijvoorbeeld elk jaar een nieuwe telefoon, terwijl de mijne het gewoon met een oudje van mij deed. Zijn familie heeft mij nooit geaccepteerd. Voor hun gevoel kwam ik te snel na het overlijden van zijn vorige vrouw. En dan was ik ook nog eens een heel ander type: met mijn liefde voor natuur en een gezonde leefstijl was ik in hun ogen te alternatief. Julian koos destijds heel bewust voor mij en had altijd achter me gestaan, maar de laatste tijd leek het alsof hij zich steeds meer richting zijn familie en tegen mij keerde.
De doodsteek kwam toen we opeens bericht kregen dat onze camping illegaal was. De boerderij stond in een zone die officieel bestemd was voor agrarische bedrijven en niet voor toerisme. Bij de aankoop was dat geen probleem geweest, maar door een recente wetswijziging opeens wél. Dat ik officieel toestemming had van de vorige burgemeester deed niet ter zake, vond de gemeente. We moesten sluiten.
Hier laten we ons niet door uit het veld slaan, dachten we in eerste instantie. Dan gingen we toch iets anders doen? Julian wilde een camperbouwbedrijf beginnen, maar ook daarin werden we tegengewerkt: ondanks dertig jaar ervaring in het timmervak, mocht hij zonder Franse diploma’s niet aan de slag. Langzaam maar zeker verloren we alle hoop. Onze relatie had inmiddels het dieptepunt bereikt. Toch heb ik geen moment gedacht dat we uit elkaar zouden gaan. Als we maar praten, komen we er wel weer uit, dacht ik steeds. Tot hij na een enorme ruzie over iets onbenulligs opeens zei: ‘Ik ben er klaar mee, ik ga bij je weg!’ Hij pakte meteen zijn spullen en vertrok, samen met zijn dochter. Het was vlak voor kerst, de andere twee meiden begrepen er niets van. Onze jongste heeft hem nog gebeld: ‘Papa wil je alsjeblieft oud en nieuw bij ons komen vieren?’ Maar hij schold ons uit en dreigde zelfs het huis te komen vernielen als we hem niet met rust zouden laten. Maanden later heb ik ontdekt dat hij toen al verregaande plannen had om samen met een goede vriend ergens anders in Frankrijk een camping te beginnen. Hij is voor zijn zichzelf gegaan, voor zijn eigen droom. Hij had alleen nog een excuus nodig om van mij af te komen…”

Vechtscheiding

“Nu, een jaar later, ben ik nog steeds verwikkeld in een enorme vechtscheiding. Hoewel Julian degene is die mij verliet, weigert hij de scheidingspapieren te tekenen. Hij blijft de boel eindeloos vertragen door te beweren dat ik hem honderdduizenden euro’s verschuldigd ben. Als gevolg van een flinke erfenis van een overleden familielid kan ik hem uitkopen en in de boerderij blijven wonen met de kinderen, maar hij eist opeens de helft van mijn geld op. In Nederland hoort een erfenis bij de boedelverdeling als je in gemeenschap van goederen bent getrouwd, maar volgens de Franse wet is het gewoon van mij. En aangezien we in Frankrijk ingeschreven staan en de kinderen op Franse scholen zitten, moeten we ook voor de Franse wet scheiden. Na alles wat hij mij en de meiden heeft aangedaan, gun ik hem het geld van mijn familie absoluut niet. Dat ik met mijn twee dochters een dak boven mijn hoofd nodig heb, lijkt mijn ex weinig te interesseren. Naar de jongste, nota bene zijn eigen dochter, kijkt hij weinig om. Officieel zou hij haar om de week moeten ophalen, maar hij komt regelmatig met smoesjes waarom hij het toch niet redt. Mijn dochter heeft daar veel last van. Ze mist haar vader enorm en heeft veel stress van de scheiding, waardoor het momenteel op school ook niet goed gaat.
Ik heb vaak gedacht: waren we toen maar in Nederland gebleven. Onze jarendertigwoning in het Gooi was in de huidige markt bijna een miljoen waard geweest. Nu zit ik hier in mijn eentje de eindjes bij elkaar te knopen. Teruggaan is bovendien geen optie meer: de meiden zijn hier opgegroeid en spreken vloeiend Frans. De oudste zit op lycée en is daar één van de besten van haar klas. Sinds kort heeft ze ook een vriendje, een hele leuke knul. Aangezien ze helemaal geen binding meer voelt met Nederland, denkt ze er zelfs over om de Franse nationaliteit aan te nemen. De kinderen willen niet meer terug, en eerlijk gezegd: ik ook niet. De plek waar we wonen is zo mooi en stil, je komt soms dagenlang niemand tegen. We leven letterlijk in en met de natuur. En de mensen uit het dorp hier zijn, als je eenmaal de taal een beetje spreekt, ontzettend vriendelijk en behulpzaam. Ik ben daarom nu aan het uitzoeken wat ik kan doen om toch te blijven.”

Woongroep

“Mijn plan B was om een B&B te beginnen, want ook zonder toerismevergunning is het toegestaan om drie gastenkamers te hebben. Ik heb één kamer inmiddels al helemaal opgeknapt en zou het heerlijk vinden om daar mensen te ontvangen. Maar ook die droom staat voorlopig in de ijskast, omdat ik wederom tegen de Franse wetten en regels aanloop. Voor mensen met een baan is het hier eigenlijk perfect geregeld: je krijgt dan van de staat een uitgebreide zorgverzekering, goede pensioenopbouw en allerlei andere voordelen. Maar als zelfstandig ondernemer kom je niet in aanmerking voor die regelingen en dat kan ik me als alleenstaande moeder financieel niet veroorloven. Momenteel heb ik er daarom voor gekozen om drie dagen per week schoonmaakwerk te doen. Ondertussen volg ik Franse les, waarvoor je in dit land een aardige vergoeding krijgt. Drie vliegen in één klap dus: ik leer de taal, ontmoet nieuwe mensen én heb inkomen. Op deze manier kan ik voorlopig mijn hoofd boven water houden.
Ik heb goede hoop dat binnenkort de scheiding alsnog wordt uitgesproken, zodat ik eindelijk een beetje tot rust kan komen. Misschien heb ik dan weer de energie om verder te bouwen aan mijn droom. De nieuwe burgemeester maakt zich er hard voor om alsnog een toerismezone van dit gebied te maken, maar dat proces kan nog jaren duren. Op zich heb ik de tijd, want er moet nog steeds een hoop gebeuren: de elektriciteit is niet veilig, de septic tanks zijn verouderd en de schuur moet nog asbestvrij worden gemaakt. In mijn eentje is dat bijna ondoenlijk, maar met een beetje hulp kan ik hier een klein paradijs van maken. Een vrijwilliger heeft me al geholpen met een moestuin, een groot buitenverblijf voor de dieren en de opbouw voor een toekomstig zwembad. Ook hij is na zijn emigratie gescheiden. We zijn inmiddels vrienden geworden en hij zou in de toekomst misschien wel meer voor me willen betekenen. Hoe verleidelijk dat ook klinkt, wil ik me niet te snel opnieuw in de armen van een andere man storten. Liever zou ik hier een woongroep beginnen samen met andere vrouwen die er net als ik alleen voor zijn komen te staan. In de buurt is ook zo’n commune, waar ik al eens ben gaan kijken: de één bakt brood, de ander runt een theesalon, weer een ander onderhoudt de moestuin. Zoiets lijkt me fantastisch! Ik wil graag een paar geitjes aanschaffen en dan zelf kaas leren maken, of wandelroutes uitzetten die gasten samen met de geiten kunnen volgen. Misschien kan een nieuwe bewoner wel workshops geven of kanotochten organiseren.Ondanks alle ellende van de afgelopen jaren, geloof ik er dus nog steeds in dat ik hier een fantastische toekomst tegemoet ga, samen met de kinderen. Het was óf verzuipen, of alle tegenslagen tot iets positiefs omkeren. Ik heb voor het laatste gekozen.”

Om privacyredenen zijn de namen in dit artikel gefingeerd.

Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen

Uit andere media