Khadija

Khadija kan ondanks haar fulltime baan amper rondkomen: ‘Je mag nooit opgeven’

Khadija (52) is getrouwd en moeder van vijf kinderen, waarvan twee thuiswonend. Ze werkt fulltime als schoonmaakster, maar daar redt ze het niet mee.

Onmogelijke keuzes

Khadija: “Van de gedachte dat onze wasmachine het op een dag begeeft, lig ik echt wakker. We hebben geen spaargeld om een nieuwe te kopen. En als we geld zouden lenen, krijg ik er nog een zorg bij, namelijk een schuld. Terwijl ik gewoon een fulltime baan heb. Je zorgen moeten maken over geld heeft invloed op alles. Ik ben nooit echt ontspannen en mijn moederhart breekt vaak doordat ik voor onmogelijke keuzes word gesteld. De drie oudsten wonen op zichzelf, maar mijn jongste zoon en dochter wonen nog thuis en willen allebei sporten, maar ik kan maar één sportabonnement betalen. Ik kan toch niet tussen mijn kinderen kiezen? Gemeenten hebben regelingen voor mensen met weinig financiële draagkracht, maar daar kan ik geen gebruik van maken omdat ik een baan heb.”

Steeds duurder

“Helaas ben ik niet de enige die gewoon een baan heeft en toch in armoede leeft. Nederland telt honderdduizenden mensen die werken en toch geen toegang hebben tot goede tandartszorg. En onvoldoende geld voor iets extra’s als een toetje, laat staan voor een uitje. Mijn salaris is zo’n 1500 euro netto. Mijn man is zijn baan verloren en vanwege gezondheidsredenen gedeeltelijk afgekeurd. Hij krijgt een uitkering van 400 euro omdat ik werk. Als onze vaste lasten zijn betaald, houden we 300 euro over. Tot nu toe lukt het ons om met veel rekenen en besparen elke maand rond te komen, maar ik weet dat er een dag komt dat dit niet meer gaat. Het leven wordt steeds duurder.”

Lees ook: Renate deed mee aan Steenrijk, Straatarm: ‘Ik wilde laten zien dat wij niet zielig zijn’

Rechten en idealen

“Mijn vader gaf me mee dat ik altijd moet opkomen voor mijn rechten en idealen. Ik ben daarom actief voor vakbond FNV als voorzitter van de schoonmaaksector. Regelmatig voer ik actie voor een wettelijk minimumloon van 14 euro bruto per uur. Nu is dat 10,24 euro. Volgens onderzoek van kennisinstituut Nibud zou 14 euro per uur voldoende zijn om fatsoenlijk te kunnen rondkomen. Daar strijd ik voor. Nederland telt ruim twee miljoen mensen die minder dan 14 euro per uur verdienen. Zij hebben het financieel zwaar. Mijn zoon, die ziet hoe druk ik ben met het vakbondswerk, zei laatst: ‘Mama, stop er toch mee. Er verandert toch niets.’ Ik heb hem toen uitgelegd dat het jaren kan duren voor je resultaat ziet, maar dat je nooit mag opgeven.”

Meer respect graag

“Veel mensen die in armoede leven, schamen zich. Vooral mannen gaan nog harder werken en draaien dubbele diensten, met als gevolg dat ze hun kinderen bijna niet meer zien. Die kinderen betalen dus de prijs van het wettelijk minimumloon dat nu veel te laag is. Ik weiger meer dan veertig uur te werken en me te schamen. Als ik dat doe, blijft het probleem onzichtbaar. Als ik iets wil veranderen, moet ik me uitspreken. Om die reden vraag ik ook om meer respect voor schoonmaakpersoneel. Uit eigen ervaring weet ik dat schoonmakers vaak niet worden aangekeken en er niet tegen ze wordt gepraat. Onmenselijk, toch? Iedereen in de samenleving vervult een bepaalde rol en niemand is beter dan de ander. Schoonmakers zijn net zo waardevol als artsen, want als de ziekenhuizen niet schoon zijn, kan de chirurg niet opereren.”

Niet veel nodig

“Ik ken collega’s die gestopt zijn met groeten als ze een afdeling binnenkomen, omdat er toch niets wordt teruggezegd. Ik zeg dan dat ze juist wel moeten blijven groeten, omdat er een dag zal komen dat ze wél worden gezien. Net zoals dat ik actie blijf voeren voor de verhoging van het wettelijk minimumloon. Hopelijk komt er een dag dat werkenden niet meer in armoede leven. Als ik 14 euro bruto zou verdienen, zou ik frisdrank kopen voor mijn kinderen en een toetje. En ik zou een keer naar de film willen met mijn vriendinnen en ze in de pauze trakteren op iets lekkers. Ik heb echt niet veel nodig om me rijk te voelen.”

Lees ook: Martinique heeft een schuld van een ton: ‘Eerst afbetalen, dan feest vieren’