Ontwerp Zonder Titel 2020 03 30t152229.678

Josjes broer kwam om bij een ongeluk: ‘Meteen dacht ik aan de vier kinderen die ik straks zou moeten verzorgen’

Negen jaar geleden kwamen Josjes broer en haar schoonzus om tijdens een auto-ongeluk. Sindsdien zorgt Josje met haar man Freek voor hun kinderen. Josje (42): “Fleur (13) en Pepijn (11) hebben twee vaders en moeders: Freek en mij en de papa en mama in hun hart.”

Zwanger

Josje: “Mijn broer Hans was één van de eersten die wist dat ik zwanger was van onze jongste dochter Emma, nu 8 jaar oud. Ik was pas een week over tijd, maar zó ontzettend blij dat ik het wel met hem móést delen. Hans was naast mijn broer ook mijn beste vriend. Als kind vochten we elkaar de tent uit, maar zodra Hans het huis uit ging, werden we hecht. We deelden dezelfde Rotterdamse humor en nuchterheid. Met zijn vrouw Denise was ik ook close. Denise was er zelfs bij toen ik beviel van onze oudste dochter Ymke, van nu bijna 10. Omdat Ymke een maand te vroeg werd geboren en mijn man Freek destijds voor zijn werk in het buitenland was, vroeg ik Denise om bij de bevalling te zijn. Natuurlijk wilde ze dat. We stonden altijd voor elkaar klaar.  

Hans was ontzettend trots toen hij hoorde dat ik weer zwanger was. Denise en hij hadden ook twee kinderen: de toen vierenhalf jaar oude Fleur en de tweeënhalf jaar oude Pepijn. Mijn neefje en nichtje hadden een speciale plek in mijn hart. Hans en Denise hadden testamentair laten vastleggen dat Freek en ik voor ze zouden zorgen, mocht hen iets overkomen. Toen ze het vroegen, gaven Freek en ik aan dat ze op ons konden rekenen. Ik zag het vooral als een kans om als peettante mijn neefje en nichtje extra te verwennen met aandacht en cadeaus. Dat mijn broer en schoonzus daadwerkelijk zouden kunnen overlijden, leek me zo onwaarschijnlijk dat ik er niet over na dacht. Ik kon me er ook geen voorstelling van maken. Het idee dat jonge kinderen allebei hun ouders verliezen, vond ik té verdrietig.”

Intens verdrietig

“‘Tot vrijdag’ was het laatste wat Hans en ik tegen elkaar zeiden voordat we ons telefoongesprek beëindigden. Over een paar dagen zouden we elkaar zien op de bruiloft van onze oom en zijn vrouw Miranda. Maar ik zag Hans en Denise nooit meer… Op vrijdag 19 augustus 2011, de dag van het huwelijk, vond de ceremonie plaats zonder hen. Mijn moeder belde tijdens de receptie naar hun huis om te informeren of Denises moeder, die op de kinderen paste, misschien wist waarom ze er nog niet waren. Toen mijn moeder Denises moeder sprak, kreeg ze het allerergste te horen wat een ouder te horen kan krijgen. Twee agenten waren net aan de deur geweest met intens verdrietig nieuws. Mijn moeder vermoedde meteen dat Hans en Denise waren overleden. Ze had gelijk. Op weg naar het huwelijk hadden ze een fataal auto-ongeluk gehad. Ze waren op slag dood. Het schijnt dat toen ik het hoorde, ik heel hard een ‘nee’ riep die door merg en been ging. Zelf herinner ik me hier niets van. Het enige dat ik weet, is dat ik constant dacht aan de vier kinderen die ik straks zou moeten verzorgen. Ik schoot meteen in de regelmodus. In de dagen tussen het overlijden van Hans en Denise en hun uitvaart, maakte ik in ons huis twee kinderkamers in orde die leken op de kamers van Fleur en Pepijn. Ik wilde dat hun nieuwe thuis zo vertrouwd mogelijk voor ze was.

Hoe vertel je een kind van vierenhalf en tweeënhalf dat hun ouders zijn overleden? Begrijpen een kleuter en peuter wat ‘nooit meer’ betekent? Fleur en Pepijn waren te jong om het te bevatten. Als volwassene had ik daar al moeite mee. Pas anderhalf jaar na het ongeluk kwam ik aan verwerken toe. Onze jongste dochter Emma was een paar maanden oud en het was Freek en mij gelukt een structuur aan te brengen binnen ons gezin dat in korte tijd ineens vier kinderen telde. Pas toen alles liep, drong tot me door wat er eigenlijk was gebeurd. Voor Fleur en Pepijn was het verlies natuurlijk vele malen ingrijpender. Het raakte hen in de kern van hun zijn. Ze misten een gevoel van veiligheid en geborgenheid en niets of niemand kon dat gemis opvullen. Ook ik niet, hoe ik ook mijn best deed. Pepijn was vooral ontzettend kwaad en opstandig. Fleur toonde geen enkele emotie. Het was net alsof ze met het verlies van haar ouders ook haar gevoel was verloren.”

Boos en onbereikbaar

“Het hechtingsproces van Fleur en Pepijn duurde lang en was complex. Het had mij en Freek ontzettend geholpen als we van tevoren hadden geweten dat het normaal is dat kinderen hun nieuwe opvoeders niet meteen accepteren. Nadat Fleur en Pepijn bij ons kwamen wonen, kregen Freek en ik geen ondersteuning. Alles was bij wet geregeld en dan is er geen begeleiding. De eerste jaren voelden alsof we met z’n allen op een evenwichtsbalk balanceerden. Ik was ontzettend bang dat één van onze kinderen eraf zou vallen. Pepijn bleef boos en Fleur onbereikbaar, wat zijn weerslag had op heel het gezin. Ik had vooral moeite met de geslotenheid van Fleur. Als de kinderen ’s ochtends uitgelaten bij Freek en mij in bed sprongen, bleef zij in de deuropening staan. Bij het Nederlands Psychotraumacentrum voor kinderen en jongeren van het Wilhelmina Kinderziekenhuis vond ik gelukkig een maatschappelijk werkster en psychotherapeut die gespecialiseerd waren in rouw- en verliesverwerking bij kinderen. Zij wisten Fleur, Pepijn en ons als ouders te helpen. Terwijl de maatschappelijk werkster met ons sprak, ging de psychotherapeut met Fleur en Pepijn aan de slag. We begonnen elkaar steeds beter te begrijpen.”

Het is mijn allergrootste wens geweest om ons gezin bij elkaar te houden. De kinderen moeten de puberteit nog door zien te komen, maar volgens mij is het aardig gelukt. Structuur, onvoorwaardelijke liefde en heel veel geduld zorgden ervoor dat Fleur en Pepijn ons begonnen te vertrouwen en zich aan ons durfden te hechten. Pepijn werd rustiger en blijer en Fleur liet juist meer van zichzelf zien. Zielsgelukkig was ik toen Fleur op een ochtend spontaan met de andere kinderen bij Freek en mij in bed sprong.

Fleur en Pepijn weten goed dat ze twee vaders en moeders hebben: Freek en mij en Hans en Denise, de papa en mama in hun hart. Vooral voor Fleur was het belangrijk om te beseffen dat die twee heel goed naast elkaar kunnen bestaan. Fleur is een intelligent meisje dat goed kan analyseren. Toen ze een jaar of 5 was, gaf ze aan dat ze graag een mama wilde, want alle kinderen hebben mama’s en ieder kind wil liever niet anders zijn, dus ook zij niet. Toen we samen een lijstje maakten van dingen die een moeder allemaal doet, kwam Fleur tot de conclusie dat ik best haar moeder kon zijn omdat ik alles deed wat op het lijstje stond. Nadat we hadden besproken dat je twee mama’s kunt hebben, besloot ze me mama te noemen. Bij Pepijn ging dat veel makkelijker en sneller.”

Stoom afblazen

“Iedereen heeft zijn eigen proces, ook ik. In de eerste jaren dat Fleur en Pepijn bij ons woonden, worstelde ik ontzettend met mijn gevoelens. Ik vond niet dat ik mocht balen als de sfeer thuis om te snijden was. Het was toch logisch dat Fleur en Pepijn hartstikke boos en onbereikbaar waren? Vaak voelde ik me schuldig. Miranda was na het overlijden van Hans en Denise een dierbare vriendin geworden op wie ik altijd kon terugvallen. Als ik het moeilijk had, ging ik naar haar toe om stoom af te blazen, te praten en een glas wijn te drinken.

Miranda herkende veel van zichzelf in mij. Miranda’s dochter Noa (nu 16) is geboren in China. Hoewel Noa net 2 jaar oud was toen Miranda haar adopteerde, had de overgang van het kinderhuis naar haar nieuwe leven in Nederland een enorme impact. Als kind had Noa moeite zich te hechten. Miranda hield me voor dat er een dag zou komen waarop Fleur en Pepijn hun draai zouden vinden en ons gezin een andere dynamiek zou krijgen, zoals ook bij haar was gebeurd toen Noa beter in haar vel kwam te zitten. Miranda kreeg gelijk. Ik weet nog goed dat we voor de eerste keer uit eten gingen met de kinderen. Drie jaar lang hadden Freek en ik dit niet aangedurfd omdat het avondeten vaak uitmondde in een drama. Die avond in het restaurant waren de kinderen vrolijk en beleefd. Na het eten, kletsten ze met z’n vieren gezellig tegen de papegaai van het restaurant. Dat soort momenten vergeet ik nooit meer.”

Lastig en confronterend

“Omdat Miranda en ik allebei informatie en handvatten misten toen we te maken kregen met kinderen die, kampend met verdriet, moeilijk hun weg konden vinden in hun nieuwe gezin, richtten we vijf jaar geleden een stichting op, Mijn nieuwe mama. Wij hopen mensen die in dezelfde situatie zitten tot steun te zijn. Vaak wordt er niet gesproken over zaken die gevoelig liggen. En dat is zo jammer. Het kan een heleboel verdriet voorkomen als mensen dat tóch durven. Om die reden wil ik ouders van jonge kinderen ook op het hart drukken om de voogdij te regelen, mocht hen iets overkomen.

Het is misschien lastig en confronterend, maar als ouder moet je hierover nadenken. Kinderen hebben vanaf de eerste dag dat hun ouders zijn overleden, structuur en duidelijkheid nodig. Ze hebben recht op een leuk en voor zover mogelijk zorgeloos leven. Ik vind het een geruststelling dat Pepijn en Fleur volgens de wens van Hans en Denise opgroeien.

Hans droomde ervan om buiten te wonen met veel dieren. Als ik Fleur en Pepijn met hun twee zussen bij het kampvuur zie, raakt me dat omdat ik weet dat we Hans zijn droom leven. Even voelen mijn broer en schoonzus dan heel dichtbij.

Freek en ik praten veel over Hans en Denise. We zien ook veel van hen in de kinderen terug. Hans was gek op dieren, net als Pepijn. Als hij met de honden stoeit, vertel ik dat hij de liefde voor dieren van zijn vader heeft. En als Fleur vol liefde op iets reageert, vertel ik over het zachte karakter van haar moeder. Op die manier blijven ze altijd bij ons.”