Moeder Jackie Wordt Geen Oma

Jackie: ‘Mijn moeder is boos omdat ze geen oma zal worden’

Jackie (35) en Pieter (33) hebben bewust geen kinderen, zijn blij met hun werk, wonen mooi en reizen vaak en ver. Het enige wat hun geluk overschaduwt, is het voortdurend geuite verlangen naar een kleinkind door Jackies moeder.

Jackie: “Het behalen van mijn kappersdiploma, het afronden van de opleiding tot schoonheidsspecialiste en die van pedicure, het opzetten van een eigen salon die nog goed loopt ook, mijn huwelijk; er zijn de afgelopen jaren genoeg hoogtepunten geweest in mijn leven waar ik mijn ouders bij heb betrokken. Mooie momenten waarop je als ouders trots kunt zijn op je kind. Dat was mijn moeder ook best wel, maar bij elke gelegenheid sprak zij dezelfde woorden: ‘Knap hoor, maar wanneer zorg je ervoor dat ik oma word?’

Mijn moeder laat geen enkele kans onbenut haar verlangen om oma te worden kenbaar te maken, terwijl ze allang weet dat ik geen kinderwens heb. En in plaats van dat ze blij voor me is dat mijn leven zo rooskleurig verloopt, blijft ze gefrustreerd en boos omdat ik haar niet help háár grootste wens uit te laten komen: een kleinkind.”

Rammelende eierstokken

“Ik weet niet of het fenomeen bestaat, maar mijn moeder heeft last van rammelende eierstokken om oma te worden. Vanaf het moment dat ik ging samenwonen, heeft ze hints gegeven, gevraagd, gezeurd, zelfs gesméékt om een kleinkind.

Toen Pieter en ik op mijn achttiende een relatie kregen, had ik eigenlijk geen idee of ik ooit kinderen wilde. Ik twijfelde. Voor Pieter was het al snel duidelijk: voor hem hoefde het niet. Hij is het nakomertje in een gezin van vijf. Zijn broers en zussen hebben allemaal kinderen: hij is oom van elf neefjes en nichtjes. Die vindt hij best lief, maar vooral heel druk en tijdrovend. Hij zag aan zijn broer en zussen hoe hun levens werden beheerst door de kinderen. Dat wilde hij zelf niet.

Zelf ben ik altijd meer een dierenvriend dan een kindervriend geweest. Als ik vroeger met mijn vriendinnetjes met ‘de poppen’ speelde, lag er in mijn wagentje geen babypop, maar altijd een beest. Dat kon een knuffelvariant zijn, onze eigen kat of mijn konijn. Ik had wel barbies en poppen, maar die lagen meestal bij mijn broer op de kamer. Lars was als kind al ontzettend creatief en hij vond het leuk kleertjes voor mijn poppen te naaien en breien.

Ook later voelde ik geen enorme drang om baby’s te knuffelen of me met kinderen van anderen te bemoeien. Mijn vriendinnen hadden allemaal oppasadresjes, ik werkte liever in de supermarkt. Als daar een kind ging huilen, was het tenminste niet mijn probleem.

Maar wat niet is, kan nog komen, dacht ik altijd. Dus in het begin hield ik die optie nog open en beantwoordde ik mijn moeders vragen met: ‘Eerst maar eens mijn school afmaken en een diploma halen.’ Omdat ik het leuk vond mezelf te ontwikkelen, begon ik steeds weer aan een nieuwe opleiding en schoof ik het kindervraagstuk voor me uit.”

Mensen mooi maken

“Ik denk dat ik eind twintig was, toen ik duidelijk voelde: nee, ik hoef geen kinderen. Het is prima zonder. Mijn salon is enorm populair in ons dorp. De combinatie kapster annex schoonheidsspecialist was al een schot in de roos, maar toen ik er ook nog pedicure bij aanbood, werd mijn salon nog drukker. Op vrijdag en zaterdag moest ik zelfs iemand in dienst nemen.

Ik haal veel voldoening uit mijn werk. Ik ben echt geen enorme carrièretijger, maar ik hou van mensen mooi maken en geniet van alle contacten die ik heb. Bijna mijn hele klantenkring bestaat uit vaste klanten. Leuke, aardige mensen met wie ik het goed kan vinden. Mijn salon zit in een wijk waar veel (eenzame) ouderen wonen, voor die mensen is eens in de drie weken naar de pedicure of kapper gaan echt een uitje. Ik vind het fijn om iets te kunnen betekenen in hun leven.

‘Het is een keuze me helemaal te storten op het ondernemerschap’

Mijn baan valt bijna niet te combineren met een kind. Ik werk nu al meer dan fulltime: ik ben vijf dagen open en eigenlijk werk ik op mijn vrije maandag altijd aan mijn administratie en inkoop. Omdat ik het met zo veel plezier doe, ervaar ik het niet als zwaar of stressvol.

Het is een keuze me helemaal te storten op het ondernemerschap, net als het een keuze is geen kinderen te ‘nemen’. Want dat is natuurlijk altijd nog maar de vraag: of je ze ook echt kunt krijgen. Er zit verder geen diepere overtuiging of gedachte achter. Ik heb geen bezwaren vanwege het milieu en ben ook niet anti-kids. Ik heb vriendinnen die kinderen hebben en ik zie dat zij daar heel gelukkig mee zijn. Mijn beste vriendin heeft net een baby gekregen. Een super schattig jongetje, echt. Maar als ik hoor hoe vaak ze ’s nachts haar bed uit moet en hoe druk zij het heeft met al zijn slaapjes, flessen en luiers, ben ik blij dat ik niet in haar schoenen sta. Andersom heb ik een nichtje dat geen kinderen kan krijgen en zie ik het immense verdriet dat zij daar om heeft. Dan ben ik extra happy dat Pieter en ik die zorgen allemaal niet hebben.

Pieter staat uiteraard helemaal achter mij. Ik denk niet dat hij het zo hard had gespeeld dat hij bij mij zou zijn weggegaan als ik per se kinderen wilde, maar hij is wel erg gelukkig met het leven dat we nu leiden. Pieter en ik hebben drie katten waar we stapel op zijn. Dat zijn een beetje onze kinderen, zeggen we gekscherend. Financieel hebben we het goed, we hebben allebei een auto, wonen in een prachtige, half vrijstaande boerderij, geven vaak etentjes en feestjes voor vrienden en familie en eens per jaar maken we een lange reis.”

Lees ook: Iris: ‘Mijn zwangerschap geeft ons seksleven een boost’

Geen draagmoeder

“Toch kan ik vanwege mijn moeder van al dat moois niet zo genieten als ik zou willen. Zij laat mij keer op keer weten dat ik haar teleurstel. Al haar vriendinnen en zussen zijn oma, sjouwen rond met foto’s van het nageslacht en passen één of twee keer per week op. Mijn moeder heeft dat allemaal niet, maar zou niets liever willen. En dat blijft ze me vertellen. Of ik het nu wil horen of niet.

Als ik op een verjaardag bij mijn ouders zit, en een van haar vriendinnen heeft toevallig een kleinkind mee, krijg ik dat steevast op schoot gedrukt met de opmerking: ‘Oh, Jackie wat staat je dat toch goed!’ Of ze komt met verhalen van ‘die-en-die uit het dorp wilde eerst ook geen kinderen, maar nu zij moeder is, is ze gelukkiger dan ooit’. Of ze stuurt me subtiel allerlei kranten- en tijdschriftartikelen door over het genot van het ouderschap, moeders die eerst twijfelden en hoe erg het is als je later oud bent en spijt krijgt van eerder gemaakte beslissingen…

Boos worden, uitleggen dat ik een ander levenspad wil lopen, zelfs wanhopig vragen waarom ze mijn wens niet respecteert, het heeft geen zin. Mijn moeder luistert gewoon niet. Ze is zo vol van haar eigen verlangen, dat ze niet openstaat voor mijn motivatie. Of ze hoort alleen het gedeelte ‘niet met de salon te combineren’ en gaat vervolgens oplossingen verzinnen. Zo heeft ze al drie keer aangeboden dat ik fulltime zou kunnen blijven werken en dat zij dan al die dagen wil oppassen. Maar dat is van de gekke: ik ga geen kind op de wereld zetten om mijn moeder een plezier te doen. Ik ben geen draagmoeder! Bovendien vind ik het egoïstisch en zielig als mijn kind de hele week bij oma moet wonen, omdat mama per se wil werken.”

Begrip ebt weg

“Ik heb lang begrip gehad voor mijn moeders verlangen. Geprobeerd me te verplaatsen in haar, oog gehad voor haar verlangen en voor dat van mijn vader. Hij houdt zich op de achtergrond, maar ik weet dat hij het ook prachtig zou vinden om opa te worden. Ik snap ook best dat kleinkinderen een mooie toevoeging kunnen zijn in je leven. Zeker als je allebei halverwege de zestig bent en gepensioneerd, gezond en verder vrij weinig omhanden hebt. Mijn vader zou ook echt een actieve opa zijn die met de kinderen naar het bos, de dierentuin en het strand zou gaan en als een gek zou touwtjespringen en voetballen. Mijn moeder zou de allerliefste oma zijn die met boekjes en puzzels urenlang gaat spelen. Maar mijn begrip maakt plaats voor steeds meer ergernis. Nogmaals: ik kan geen kind nemen voor een ander en mijn leven is nu compleet.

Mijn relatie is al zeventien jaar steady en fijn, Pieter is een schat die alles voor me overheeft. Als ik uit mijn werk kom, is Pieter vaak met het eten bezig en drinken we samen in de keuken een wijntje. Na het eten leest hij de krant en werk ik nog wat e-mails weg en ’s avonds kijken we een filmpje op Netflix. Heerlijk relaxed. Het enige waar ik chagrijnig van word, is van mijn moeders gepush. Het steekt me dat ze geen oog heeft voor mijn geluk en alleen maar focust op wat er in haar ogen ontbreekt. Dat maakt ook dat ik haar steeds minder vaak bel en ertegen opzie op visite te gaan. Als ik iets vertel over mijn werk of over een voorgenomen reis, merk ik dat ze maar met een half oor luistert en snel begint over de buurkinderen of de kleinkinderen van haar zus. Ik weet niet of ze echt doorheeft dat ze dit doet of dat het gewoon onbewust gebeurt omdat het haar zo hoog zit, maar irritant is het wel.’’

Enige hoop

“Wat het voor mijn moeder nog moeilijker maakt, is dat de kansen op een kleinkind via mijn broer Lars ook heel klein zijn. Lars is namelijk homo. Ik weet eigenlijk niet eens of hij wel of geen kinderwens heeft. Hij is pas een half jaar met zijn huidige vriend en heeft het onderwerp nooit op tafel gebracht. Mijn moeder trouwens ook niet. Ze heeft me al toevertrouwd dat een eventueel kind van Lars anders zou zijn dan van haar eigen dochter, vanwege ‘de ingewikkelde constructie die dat zou opleveren’. Nee, ik ben echt haar enige hoop op het creëren van nageslacht. Een keer gooide ze dat met Kerst na afloop van de dienst in de kerk nog maar een keer op tafel: ‘Met Gods wil maakt Jackie mij toch nog een keer oma.’ Wat dat betreft heeft mijn moeder dus echt een bord voor haar kop. Ik ben bang dat ze, zolang ik nog vruchtbaar ben, die hoop onveranderd blijft uiten.”

Lees ook: Anne: ‘Mijn schoonmoeder verpestte mijn zwangerschap en kraamtijd’

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.